donderdag 6 mei 2021

BEWEEGLIJKE BORDER TERRIER

De Border Terrier kun je bestempelen als een onopvallende middenklasser met een opvallende borstelige snor. Niks mee. Want overweeg je een Border Terrier, dan kies je namelijk voor de Koninklijke Keuze. Onze gewezen vorstin, Prinses Beatrix, is namelijk liefhebber van dit ras. In mijn hoofd zie ik haar ’s morgens vroeg, nog voordat haar kapsel stormbestendig met plenty haarlak is getoupeerd, te paard met haar Border Terriers langszij over het royale landgoed draven.

Herkomst en geschiedenis

De Border Terrier was een grensganger, zijn naam verklaart dat al. Zijn roots liggen op de scheidslijn tussen Engeland en Schotland, zo ongeveer in de Cheviot Hills. Boeren hadden daar een probleem met vossen die hun vee doodden. Ze fokten een hond met een behoorlijke actieradius wiens forte het was om de vos uit zijn hol te drijven, wanneer die zich daarin verschanste voor de aanstormende drift Hounds. Deze terriër was smal genoeg om zich in vossenpijpen te begeven en kon conditioneel gezien bereden paarden met gemak bijhouden.

In het recente verleden bestond de taak van de Border Terrier nog uit het jagen op otter, vos, das, marter en klein wild zoals muizen en ratten. Het vangen van een prooi was voor hem tevens een manier om te overleven. Vaak was het zo dat eigenaars hun hond geen kant-en-klaar maal voorzetten in de hoop dat dit een nog vuriger jachtinstinct aanwakkerde.

De Border Terrier anno nu geniet een status aparte. Hij is de enig overgebleven werkende terriër in een oorspronkelijke verschijning binnen zijn rasgroep. Het essentiële exterieur van de twaalfponder: weinig spek op de ribben, lange poten, dikke losse huid die beschermt tegen beten en ruwe vegetatie, en een bepaalde ruglengte waardoor de hond flexibel (ondergronds) kan manoeuvreren. Ondanks dat de jacht op vos en marter in Engeland tegenwoordig verboden is, wordt de Border Terriër keer op keer ingezet bij de vossenjacht. In 1920 werd het ras erkend: FCI groep 3 sectie 1.

Karakter

Het beweeglijke Border Terrier ras bestaat als dubbelpakket: twee voor de prijs van één, om het in een populaire reclameterm uit te drukken. De standaard Border Terrier komt in beeld als een vriendelijke, vrolijke, aanhankelijke, en rustige hond. Een ongecompliceerd, gezeglijk en puur beestje. De binnenvariant geniet van zijn status als huis- en gezelschapsdier en stelt geen al te hoge eisen aan zijn omgeving of aan zijn eigenaar mits hij voldoende aandacht en uitjes heeft.

De Busy Buiten Border jaagt en vertoont moedig gedrag. Hij is een actieve zelfstandige met een oplettende natuur. Hij kan vinnig zijn op een non-agressieve manier: je kunt de hond uit de terriër halen, maar niet de terriër uit de hond.

Sociaal gedrag

De Border Terrier behoort een allemansvriendje en meermanshond te zijn. Hij hangt aan zijn eigenaars en hun familie en kennissenkring. Hun bezoek accepteert hij als vanzelfsprekend. Voor de kinderen en hun vriendjes is de gangbare Border Terrier een lieve levendige kameraad om voor hem geëigende spelletjes mee te doen. Van wezen uit leeft hij graag in harmonie, daarom zal hij, indien opgevoed, de regels van het huis accepteren. Je kunt hem houden als ‘enig kind’ of met een hele zwik. Zijn aanpassingsvermogen is weergaloos. De Border Terrier heeft een voorliefde voor paarden die altijd met het ras verweven zijn geweest. Niet zo gek gezien de geschiedenis. Met de kat des huizes zal hij, mits fatsoenlijk aan elkaar voorgesteld, goed overweg kunnen. Met katten waar hij niet mee is opgegroeid, kan dat nog weleens anders uitpakken, dan zijn de hoge kreten niet van de lucht! Met kleine huisdieren (hamster, cavia, konijn of kooivogels) is hij gezien zijn jachtige talenten minder te vertrouwen. Dat uit zich eens te meer in uw tuin. De Border Terrier is een verwoed en grensoverschrijdend graver. Ruikt of hoort hij wat buiten zijn grensgebied, dan is hij in no time daar; dit met dank aan zijn vermogen om zich door de smalste opening te wurmen. Heb je niet constant zicht op jouw Border in de border - zijn wereld is immers grenzeloos - dan is het een geruststellend idee om onderlangs de schutting een versteviging aan te brengen.

Opvoeding en beweging

Voor de schrandere Border Terrier hoef je geen hoogdravende kynologische diploma’s te bezitten. De zachtaardige hond beschikt over een will-to-please: een grote mate van bereidwilligheid om het zijn eigenaar naar de zin te maken. Hem is eenvoudig het een en ander bij te brengen. Wel vereist zijn hondenkennis en, net als bij elke hond, striktheid en duidelijk zijn. Ook een Border Terrier moet zijn grenzen (leren) kennen. Voorts is begeleiding tijdens kennismakingen en het leren omgaan met prikkels van buitenaf (denk hierbij aan harde geluiden) gewenst. De Border Terrier kun je zien als een onbedorven ras. Hij weet wat er van hem verlangd wordt en handelt daarnaar. Een doorsnee basisopvoeding, al dan niet naar de hondenschool, volstaat om de hond te laten functioneren binnen een gezin. Met africhten of drillen bewerkstellig je eerder het tegendeel van dat wat je wilt. En dat de gezinshond occasionally achter een uitdagend konijn aan wil, is de terriëraard.

Doorgaans zal de atletisch gebouwde Border Terrier die voldoende lichaamsbeweging en afleiding krijgt (pups en volwassen honden zijn vrij vitaal), thuis ‘buiten dienst’ zijn. Wonen in een appartement of huis zonder tuin is prima mogelijk mits de hond qua uitloop aan zijn trekken komt: hij kan heerlijk loom dutten (op schoot). De hond waakt, maar is geen bovengemiddelde blaffer. Hoe ouder de Border Terrier, hoe milder en bedaarder hij wordt. De Border Terrier houdt van lange wandelingen (drie keer per dag een blokje om is bij uitzondering een optie), jagen, langs de fiets rennen om zijn uithoudingsvermogen te testen, flyball, trailen, graven en zelfs de behendigheidssport. Als het aankomt op ongedierteverdelging is hij de beroerdste niet: een muizenval zul je nooit aan hoeven te schaffen.

Gezondheid en verzorging

Volgens de Raad van Beheer kent het ras geen ernstige rasgebonden afwijkingen. Wel wordt CECS (Canine Epileptoid Cramping Syndrome) gerelateerd aan het Border Terriërras. In Nederland is het syndroom bekend onder de naam Spike’s disease. Het ziektebeeld wordt in de praktijk vergeleken of verward met epilepsie. CECS wordt gekenmerkt door het aanvalsgewijs optreden van spierkrampen van poten, hals en/of rug. Als blijkt dat het om een voedsel- of glutenintolerantie handelt, kunnen met een (raw food of glutenvrij) dieet goede resultaten worden bereikt. De universiteitskliniek voor gezelschapsdieren in Utrecht doet momenteel onderzoek naar krampaanvallen bij Border Terriers. De aandoening komt in bepaalde Border Terrier families vaker voor, wat doet vermoeden dat het een erfelijk probleem betreft. De Nederlandse Border Terrier Club voerde in 2011 een meldpunt in dat de taak heeft om alle voorkomende problemen op het gebied van gezondheid en gedrag te inventariseren. Tijdens verplichte shows kan de Border Terrier zijn middelmatig korte en aan de basis dikke staart laten hangen. Geen nood. Het gaat hier om een rasspecifieke eigenschap die tot uiting komt: totale desinteresse omdat hij liever werkt of buiten struint dan binnen in een propvolle hal de show te stelen.

De hond met het otterhoofd schijnt dus een sterk gestel te hebben. Zijn ruige vacht is weer- en waterbestendig. Hij heeft een dubbele vacht. Dat wil zeggen: een harde bovenvacht die als een dakpan fungeert en een isolerende wollen onderlaag. De sturdy & scruffy (stevige en warrige)  beharing van Snorrewitz borstel je als onderhoud met enige regelmaat door met een eenvoudige echt haren borstel. Eens per half jaar, als de vacht plukrijp is, moet deze geplukt worden. Dit test je door een plukje tussen duim en wijsvinger te nemen en met de groeirichting mee te trekken. Laat het dode haar gemakkelijk los, dan moeten jij of de trimster aan de slag. Waar het op aankomt, is dat de complete bovenvacht pluk voor pluk (met uitzondering van het garnituur: snor, wenkbrauwen en sik) met vinger en duim verwijderd wordt. De schaar mag je eventueel gebruiken voor de haren op de gevoelige buik en voeten. Als je het op de juiste manier doet, is het pijnloos. Voor de Border Terrier is het zelfs een plezier om verlost te worden van de oude vacht (vergeet de binnenkant van de oren niet). Hij krijgt jouw volledige aandacht en wordt fijn verzorgd. Dat alles met als resultaat een nieuw schoon onderhemd, want alleen de ondervacht is achtergebleven. Laat je het plukken achterwege dan ontstaan er onherroepelijk huidproblemen zoals jeuk en schilfers. Daarom biedt scheren geen soelaas: de oude vacht wordt hiermee alleen gekortwiekt, maar niet verwijderd. Na ongeveer twee weken trek je het restant van uitstekende sprietjes uit. Het plukken is prima zelf aan te leren. In de vakhandel zijn vingercondooms die voor meer grip zorgen, verkrijgbaar. Ze vergemakkelijken het plukken omdat ze stroef zijn. Indien de hond het een te lange zit vindt, kan de vacht in gedeeltes worden geplukt. Hij zal er geen problemen mee hebben om half ontkleed over straat te gaan. Zoals we al aangaven: om zijn looks geeft de Border Terrier bar weinig.

De belangen van de Border Terrier worden behartigd door de Nederlandse Border Terrier Club: www.borderterrier.nl