vrijdag 8 mei 2015

BINNENSTEBUITEN BU

uit de oude doos: Noorse Buhund prequel dogtales 30

Mijn favoriete dichtregels zijn van Godfried Bomans:

Ik zit mij
voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen                  
Ik wou dat ik twee hondjes was
dan kon ik samen spelen.

Eigenlijk wist ik nooit zo goed waarom dit gedicht me zo intrigeerde, totdat Skip bij ons kwam wonen. Hij is een Noorse Buhund, maar eigenlijk is hij er twee: een BinnenBu en een BuitenBu.

’s Avonds stapt Skip als vanzelfsprekend rond bedtijd in zijn mandje en ’s morgens wacht hij bijna verlegen, totdat ik zeg dat hij op mag staan. Om geleidelijk wakker te worden, hebben we een ochtendritueel ingelast. Bubeerkomt knus bij ons op bed liggen voor een bandversterkend knuffelkwartiertje. Nooit zal hij hier misbruik van maken om op een eerder tijdstip of ongevraagd op bed te gaan liggen.

Hij is een alleseter. Zelfs een (worm)tabletje slikt hij voor zoete koek. Wanneer ik per ongeluk iets eetbaars van het aanrecht laat vallen dan stormt de bescheidenheid zelf, er niet op af, maar neemt het pas als ik zeg: ‘Toe maar, pak maar’. Borstelen vindt hij heerlijk. Het liefst ligt hij daarbij ontspannen op zijn rug met de ogen gesloten. Zijn voetjes, oren of tanden kun je uitgebreid inspecteren en indien nodig schoonmaken. Visite ziet Zwaaistaartje als toegevoegde waarde. Mens en dier worden vriendelijk door hem onthaald. Hij weet steeds de show te stelen door zich zo aanhankelijk bij het bezoek op te stellen dat mensen zich echt vereerd voelen.

De tuin hoort nog bij BinnenBu’s domein. Uren vertoeft een stille Skip tevreden op de veranda om in alle rust de fladderende vlinders, rondsluipende katten en fluitende vogels te observeren. Graven waar hij zo dol op is gebeurd uitsluitend door BuitenBu op het mollenveld langs de Maas; onze tuin ligt er fraai bij.

Mochten we een enkel keertje weg moeten en Skip kan niet mee, dan reageert hij heel relaxed. Echt waar, een lievere en bravere BinnenBu - die zo perfect luistert - vind je niet. Onze lieveling wordt daarom door ons verwend met positieve aandacht, spelletjes, lange wandelingen en heerlijke hapjes.

Pas als ik mijn wandelschoenen en jas al aan heb en helemaal bepakt en bezakt ben voor ons uitje, gaat Skip keurig zitten, zodat ik zijn tuigje om kan doen. Zodra echter de voordeur opengaat en de ideale’(Bu)hond de buitenwereld instapt, voltrekt zich een ware metamorfose. BinnenBu transformeert in één luttele seconde tot een compleet ander wezen: BuitenBu.

Hoewel hij uitstekend kan ‘volgen’ en op de rand van de stoep kan wachten op het sein ‘over’, is aan de lijn lopen voor Skip een uiterst saaie bedoening. Vrij zijn, dat is wat deze zelfstandige BuitenBu wil én nodig heeft. Om aan zijn natuur te voldoen moet deze hartstochtelijke jager door velden en bosjes kunnen snellen, molgraven en rauzen met andere honden - hij is met iedereen plezierig in de omgang. Buiten lonkt de uitdaging en in elke, in de wind wiegende grashalm ziet hij het grote avontuur. Los, is Skip één overmoedige brok energie die tegen zichzelf beschermd moet worden.

Buiten kan Skip alleen daar, waar het veilig is, los van de lijn rennen. Hij heeft zo’n vertrouwen in zijn mens dat hij meent dat hij onaantastbaar is: zijn uitbundigheid kent geen gevaar. Zolang er geen konijnen, of hazen te zien of te ruiken zijn luistert hij prima, maar met wild in zicht kent Skip geen grenzen. Zelfs na uren hollen, moet je zijn gedrevenheid temperen. Onbekenden denken vaak dat wij alleen wandelen. De Noorse Buhund is zeldzaam, maar het is nog uitzonderlijker om Skip te ontmoeten. Hij is altijd op weg naar iets of niets. Als BuitenBu mocht kiezen zou zijn favoriete tekst van Herman van Veen afkomstig zijn:

Opzij, opzij, opzij,
maak plaats, maak plaats, maak plaats,
wij hebben ongelofelijke haast.

We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.
We kunnen nu niet langer, we kunnen nu niet langer blijven staan.

Een andere keer misschien…

Zou deze BuitenBu echt ooit, of een andere keer misschien … te temmen zijn? En willen we dat eigenlijk wel?