Saved by the bell
Niets is mooier dan een hond die uit vrije wil verkiest trouw aan de zijde van zijn baas te blijven. En volgens wetenschappers worden ze ook nog eens gemiddeld drie jaar ouder dan soortgenoten die in hun vrijheid worden beknot. Vóór het zover met onze wegloper was, moesten we inzicht krijgen in het waarom. Ons geduld werd ontiegelijk op de proef gesteld. Een verslag inclusief de tips.
Onze
volwassen vrijbuiter heeft een duidelijke hang naar escapisme. Hij wil
ongebonden zijn. Vanwege die kwaliteiten moesten de vorige eigenaars
noodgedwongen afstand van hem doen: een stadse hond om aan het lijntje te houden
zou hij nooit worden. Wij zagen het als een uitdaging om zijn natuurlijke aard
te accepteren en hem (en ons) gelukkig te maken.
Als
debuut klom hij op zijn eerste dag bij ons in de oude pruimenboom en verdween
zo behendig over de omheining van de tuin. Hij maakte een rondje door de buurt
en rende door de wijd openstaande poort weer naar binnen, linea recta bench.
Dat statement had hij alvast gemaakt. Zo gemakkelijk zou hij zich niet laten
temmen.
Ik
kocht een longeerlijn en trok iedere morgen met hem het veld in. We liepen uren
totdat hij hondsmoe was van zijn snuffelstage. Ik vroeg niets van hem en liet
hem zover de lijn reikte zijn eigen gang gaan. Afwisselend jogde ik later in de
middag met hem over de dijk of draafde hij keurig langs de step. Eerst moest
zijn systeem opgeschoond worden, pas daarna zouden we daadwerkelijk aan de slag
kunnen. De hond genoot. Langzamerhand bouwden we een band op.
De
tweede stap was los van de lijn oefenen in een uitlaatren om hem naar ons toe
te laten komen. De listige hond had snel in de smiezen dat er geen
uitwijkmogelijkheid was en liet zich van zijn beste kant zien. We belandden in
stadium drie. De overzichtelijke vlakke heide waar een luttele hectare
afgerasterd was, leek ons het ultieme oefenterrein. De hond ging helemaal los
en vestigde meteen een record. Het eerste experiment duurde meer dan drie lange
uren voordat hij zich er letterlijk bij neerlegde. We bleven onuitputtelijk positief
en bejubelden hem tijdens het aanlijnen. Na maanden waarbij we frequent het
testgebied bezochten, was de individuele wachttijd verkort tot drie kwartier. Tijdens
zijn minisafari’s riepen we hem nooit, hij zou er toch (nog) geen gehoor aan
geven. Hij reageerde nog steeds argwanend op het commando ‘hier’ dat voor hem een
teken bleek om er vandoor te gaan. Een bepaalde fluittoon kreeg wel zijn
goedkeuring. In het dagelijks leven oefenden we ons
persoonlijke fluitje dat ‘hier’ ging vervangen. Zo leerde hij:
fluiten betekent /water/eten of aandacht. Nadat we de eerste maanden op een heuvel hadden
gepost waar hij rondom alle kanten opvloog, brachten we structuur aan. In fase
vier liepen we routinematig dezelfde ronde langs de afrastering. Op een gegeven
moment liep hij op een afstand van dertig meter parallel met ons mee. Bij elk
poortje legden we gulle gaven voor hem neer, plus een bakje water. Wij bleven
op geringe afstand. Zo nu en dan boekten we een overwinning en zat de hond al
bij de poort te wachten.
De
eigenaresse van een Duitse Staande die onze pogingen al een tijdje bleek te
volgen, bood ons de jachtbel van haar hond die intussen onder appel stond, aan.
Deze bevestig je aan de halsband waardoor de hond traceerbaar is. Het gerinkel is waarneembaar tot een afstand
van circa 100 meter. We konden ons werkterrein verleggen naar een bosperceel
dat in rechte vakken is verdeeld: zagen we hem niet, dan hoorden we hem
tenminste. Een fenomenale vooruitgang in de vijfde versnelling, want zo konden
wij ons onzichtbaar maken. Nu moest de hond, zoals het hoort, óns in de gaten
houden. Op elk kruispunt stond hij stil om oogcontact te maken. Een doorbraak,
maar aan het einde van de wandeling moesten we hem nog steeds vangen. Langzaam
begon het besef en het vertrouwen te groeien dat naarmate hij beter zou
luisteren hij meer privileges kreeg. Onderweg lijnden we hem af en toe een kort
stukje aan onder het motto: ‘Even uithijgen’. Hij snapte vlug dat 'vast' niet
altijd einde pret betekende.
Tijdens
zijn proeftijd bleven we meestal in de bekende omgeving. Op buitenlands
grondgebied bleef hij voor onze gemoedsrust aan de rolriem. De kentering kwam nadat we een keer het
strand hadden bezocht. De hond was er opgegroeid en voelt zich er als een vis
in het water. Hij gedroeg zich die dag alsof hij de meest aanhankelijke loslopende
hond was die er bestond. Thuis stelden we hem een bonusregeling voor: 10 wandelingen
gehoorzamen levert een dagje strand op. Een schot in de roos: dit was de doorslaggevende
motivatie om een brave volgzame hond te worden.
Het
leuke van dit alles was dat de bel voor amusante conversaties én navolging
heeft gezorgd. Van wandelaars die het gerinkel koppelden aan een verdwaalde kat
in nood, of die het hele jaar door in jingle bells-sfeer verkeerden - en
ijverig de coördinaten van onze 'Santa' aan ons doorgaven, tot mensen die pas
na een half jaar doorhadden dat wij een hond uitlieten of zich af hadden
gevraagd waarom wij soms van die rare bokkensprongen maakten.
Tegenwoordig zijn hier in de omgeving tal van honden uitgerust met dit achterhaalde, doch doeltreffende en goedkope navigatiesysteem. Onze hond hoeft de bel niet meer om. Los van een enkele kleine overtreding (die we coulant door de vingers zien), is hij de zachtaardigste en trouwste volgeling die je je maar kunt wensen. Zonder de bel was het nooit gelukt om zonder dwang en met een positieve benadering wederzijds vertrouwen op te bouwen. We moesten elkaar loslaten om bij elkaar te horen.
Praktische en inventieve oplossingen voor als je volwassen hond je te vlug af is. Er kleeft een nadeel aan: slimmerds trappen daar helaas maar een enkele keer in. Vandaar meerdere beproefde methodes die we (met succes) hebben gebruikt om de hond bij ons te laten komen.
Voorzie de hond voor je eigen gemoedsrust van een gps tracker.
Ga voorbereid op expeditie. Neem (zeker in het begin) een geduldig en gezellig persoon mee die niet snel in paniek raakt, een telefoon, verrekijker, (honden)fluit en lekker lokvoer. Neem een boekje mee als je alleen op pad gaat om tijdens het wachten je tijd goed te besteden.
Ren de hond nooit achterna, dat kun je onmogelijk winnen. Hij zal het als een provocatie zien en nog harder gaan rennen. Geen enkele nieuwsgierige hond kan een wild zwaaiende baas weerstaan die de tegenovergestelde richting op rent dan hij.
Profiteer van zomerse hitte. Een hond zal minder geneigd zijn om te gaan rennen en is sneller uitgeput. Ook aan het einde van een wandeling wanneer de hond bekaf is, kun je korte stukjes los oefenen. Maak gebruik van afleidingsmanoeuvres en herken zijn signalen die je waarschuwen wanneer hij ervan door wil gaan.
Het welbekende verstoppen achter een boom. Werkt vooral goed bij pups en honden waar je al een band mee hebt. Van een onafhankelijk type dat nog weinig binding met zijn eigenaar heeft, kan je geen zoekactie verwachten.
Verleiden met onweerstaanbaar lekker lokvoer dat je alleen tijdens die speciale loslaattijden in de strijd gooit. Andere wandelaars de hond geen koekjes laten geven, want zo nemen zij jouw troef uit handen.
Net doen alsof je een ander beestje op je arm aait en daar lief tegen praten. Voor jagende honden kun je gebruik maken van een sterk geurend dierenvel of een pluche beest inclusief intrigerend piepgeluid waar hij als beloning even kort mee mag spelen (hij moet wel hebberig blijven).
Zogenaamd een goede bekende waar de hond dol op is aanroepen: ‘Hallo, wat leuk je hier te zien!’ Of naar de hond roepen: ‘Kijk eens wie daar is’ en met je arm de richting aanwijzen waar je hem naar toe wil hebben.
In de auto stappen en stapvoets uit het zicht wegrijden. Let op veiligheid.
Je hoofd achter in de nek gooien en hartverscheurend en op de juiste toonhoogte janken als een wolf.
Zolang jij vlak naast de hond wacht, geef je het signaal af dat hij de tijd mag nemen. Loop verder zodat de hond je gaat volgen. De hond zal je na ongeveer vijftig tot honderd meter of als je uit het zicht bent verdwenen achter je aan komen.
Oefen met een betrouwbare hond erbij die wel gehoorzaamt en waar jouw hond tegen opkijkt. Spelen met andere honden werkt prima. Merk je dat de hond af wil dwalen of verveeld raakt, grijpt dan tijdig in door de hond (eventjes) aan te lijnen, af te leiden of verder te wandelen. Ontneem de hond de kans om in de fout te gaan.
Brokjes richting het einddoel gooien (bijvoorbeeld het laatste stukje naar de parkeerplaats, waar de hond altijd nog gauw een ongeoorloofde afslag wil nemen) en daaraan een commando verbinden.
Zelf in de auto wachten met water en proviand. Omdat hij je niet ziet en hoort zal de hond na enige tijd poolshoogte komen nemen waar je bent. De beloning: bij de baas is het tankstation om de lege accu op te laden en te tanken.
Overlaad de hond met complimenten. Als je maar vaak genoeg zegt dat hij een brave hond is, gaat hij er zelf in geloven. Gebruik de naam van de hond verder spaarzaam, bijvoorbeeld om hem alert te maken.
Op de hurken zittend en met open armen uitnodigend enthousiaste kreten slaken als hij in je richting kijkt. Oh ja, en hem vooral niet recht aankijken als hij uiteindelijk komt. En lief tegen hem doen en hem uitbundig ophemelen (in plaats van verwensingen naar zijn kop slingeren)
Maak een glasheldere afspraak met je hond: samen uit, samen thuis. Poot erop. Laat bewust merken dat je hem zijn speelruimte gunt, maar dat er grenzen zijn. Luistert hij niet, dan kun je hem aan jullie overeenkomst herinneren (dit helpt vooral de baas bij de les te blijven).
Voor weglopers/geboren casanova's met constant opspelende hormonen is er slechts een blijvende remedie: (chemische) castratie.
Even geduld a.u.b.
Oefen niet als je een druk afsprakenschema hebt of bij regen- en vriesweer. Dat voorkomt irritatie bij jezelf, onnodig afblaffen en gekoukleum.
De hond krijgt te weinig speel- of
uitloopmogelijkheid waardoor hij zichzelf een extraatje of verlenging
toe-eigent. Hij verkeert constant in een loyaliteitsconflict: trouw aan zijn avontuurlijke aard of
aan de baas. Een hond heeft weinig reden om elders zijn vertier te gaan
zoeken als bij zijn baas altijd wat leuks te beleven is of wat lekkers valt te behalen.
Een gauw afgeleide hond die op iedere hond af wil gaan, kun je onderweg
bezighouden met
apporteeropdrachten, zoekspelletjes of tussendoortjes.
Een angstige hond die vluchtgedrag vertoont hinkt op twee gedachten: steun bij de baas zoeken of wegwezen van datgene wat hem bang maakt. Zorg dat jij zijn toeverlaat wordt door hem houvast te bieden.
Wissel routes en het eindpunt af. Zo voorkom je dat de hond precies weet waar het 'einde oefening' is. Varieer korte trainingsessies op verschillende rustige tijdstippen en in een prikkelarme omgeving.
Een hond komt vrijwel altijd op het punt terug waar jullie voor het laatst oogcontact hadden. Mocht je dichtbij huis zijn dan kan het zijn dat hij daar naar toe rent. Zijn jullie met de auto dan is het een mogelijke optie dat de hond de parkeerplaats opzoekt.
Haalbaarheid: vraag de hond alleen een commando op te volgen waarvan je zeker weet dat hij er gehoor aangeeft. Meerdere malen roepen heeft weinig zin; je hond is niet doof. Roep één keer in volle overtuiging met een vrolijke en uitnodigende stem.
Elke geboekte vooruitgang is een verbetering. Wanhoop nooit, al duurt de opleiding langer dan verwacht. Wij hielden de moed erin doordat we zagen dat de hond genoot en we gekscherend plan B in ons achterhoofd hadden: de hond vetmesten, zodat hij fysiek onmogelijk in staat zou zijn om bij ons vandaan te rennen.
Na
verloop van tijd kun je de traktatie onderweg reduceren. Totaal afbouwen is
onnodig en kan de opgebouwde motivatie verminderen.
Veiligheid boven alles!