Mijn eerste kennismaking met de Airedale Terrier was in een vooraanstaande laan. Vanachter een monumentaal hekwerk waakte de hond van standing gedurende de dag over de riante rietgedekte villa van het notarisgezin waar nogal wat volk langskwam. Telkens als ik voorbij de parkachtige tuin moest, wedijverden hij en ik in een vrolijke nek-aan-nekrace langs de immense spijlenrij. Wie finishte als eerste bij de statige smeedijzeren toegangspoort? Zonder twijfel was de rijkeluisbeveiliger met de goedmoedige donkere kraaloogjes me altijd sprongen voor. Klassiek gedrag voor dit aristocratische ras, zo leerde ik later.
Herkomst en geschiedenis
De Airedale Terrier behoort tot de FCI groep 3 nummer 7 sectie 1. Land van herkomst is Groot-Brittannië. Verondersteld wordt dat de Airedale Terrier afstamt van de alerte moedige Otterhond uit het graafschap Yorkshire. Met hoge waarschijnlijkheid fokten en jaagden boeren in de 19de eeuw met deze veelvoudig inzetbare honden in het dal van Aire op otters en ander wild. Zijn aard en uiterlijk verraden onmiskenbaar invloeden van middelgrote terriers. Gezien zijn reukvermogen en het stel V-vormig gevouwen oren moeten ook lopende honden hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het ras. Eerste vermeldingen van het ras beschrijven hem nog als 'Waterside terrier' en 'working terrier'. In 1875 werden de eerste honden van dit type onder de naam 'Waterside terrier' of 'Bingley terrier' (naar een plaatselijke nederzetting) tentoongesteld. In 1882 werd het eerste stamboek geopend. Omstreeks 1885 werd het ras door de Engelse Kennel club erkend en kreeg het haar huidige naam Airedale Terrier. Die naam dankt het ras aan het jagen op het land en in het water. Het is een samenvoeging van de rivier de Aire die in Yorkshire stroomt en het rivierdal (in het Engels: dale).
Hoewel het hondenras vrij onbekend was (en nog steeds wel is), verspreidde het zich al gauw buiten Engeland. In Duitsland fokte men een eigen sterker gebruikstype voor inzet bij politie en leger. In Nederland waar men hem vooral als huishond houdt, zetten Engelse showwinnaars de toon van de beginpopulatie. In Frankrijk is de Airedale Terrier een drijfhond die assisteert bij de jacht op wilde zwijnen. In de Verenigde Staten zet men hem in bij de berenjacht.
Karakter
De tamelijk compact gebouwde Airedale Terrier is van nature goedgemutst. Toch gedraagt hij zich weinig uitbundig, hij is eerder de rust zelve. In huiselijke kring stelt hij zich gedistingeerd op, zeg maar gerust gezapig. Het vriendelijke ras staat te boek als dapper, bedaard, schrander en pittig. Een aparte combinatie. Te meer omdat de (opgevoede) Airedale Terrier een heuse lieverd is. Op het eerste gezicht zou je het niet zeggen, maar wie het ras kent, weet dat de aanhankelijke Airedale Terrier een beetje een softie is die zich redelijk gemakkelijk aan de omstandigheden en zijn omgeving aanpast. De ietwat stijf harkerige voorpoten (bij het lopen bewegen de poten lijnrecht vooruit), de hoog aangezette gesteven staart (die bij het showen op tentoonstellingen constant gestreken wordt), zijn waardige air (de adellijke allure is aangeboren) en de eenduidige garderobe met het keurige kapsel dat nooit uit de band springt, verlenen hem cachet. Vanwege deze hoedanigheden én omdat hij de grootste is binnen de terriergroep (reu 58-61 cm, teef 56-59 cm) werd hij ooit onofficieel gekroond tot de ‘koning der terriers’. Zijn grootte speelt hem parten bij het gangbare terriërwerk, vandaar dat hij zich heeft ontwikkeld tot een allrounder, een hond voor algemeen gebruik.
Sociaal gedrag
De Airedale Terrier bezit
eigenschappen die terug te voeren zijn op de veelzijdige inzet in zijn
oorsprongsgebied. De boeren, jagers, mijnwerkers en fabriekswerkers gebruikten
de honden voor de otterjacht, herderswerk, waakdiensten en hondengevechten. In
de 19e eeuw was de Waterside terrier bovendien in zwang als hond van
de Londense lady’s waar hij optrad als persoonlijk begeleider en beschermer.
De huidige Airedale Terrier wordt in Nederland meestal gehouden als gezelschaps- en gezinshond. Door zijn uiterlijke gereserveerdheid ontstaat de indruk dat hij een deftige hond is, terwijl hij gewoon (bij vreemden) op zijn hoede is. Hij heeft een instinctieve behoefte om zijn gezin te beschermen tegen onraad. Hij gedraagt zich hoffelijk naar mensen toe, maar heeft geen behoefte om aangeraakt te worden door onbekenden. Wil iemand hem aaien dan draait hij zijn hoofd weg, wat nog meer aanleiding geeft om hem als bekakt af te schilderen. Zijn vreemden vrienden geworden en accepteert hij aangeboden koekjes dan kan hij helemaal omslaan. Bij wijze van spreken duwt hij dan klef zijn snuit in andermans jaszak. Een Airedale Terriër staat als pup open tegenover kinderen en (huis)dieren. Het is aan de eigenaar om dit zo te houden. De kingsize toont zich doorgaans beheerst, ondanks dat terriërs honden met pit zijn. Bij ontmoetingen met (provocerende) tegenstanders onder de soortgenoten zal de kwieke vurige hond daarom in de regel optreden als een waardig ambassadeur voor vredelievende onderlinge betrekkingen.
Opvoeding
Een adequate opvoeding vanaf prille puppentijd is noodzakelijk wil men voor het volle pond genieten van de ware aard van de bewegelijke Airedale Terrier die weinig ontgaat. Er is veel geduld en een welwillende benadering nodig bij de opvoeding: a la minute doen wat u vraagt is er niet bij. De Airedale Terrier is pienter genoeg om vlot door te hebben wat er van hem verlangd wordt, maar hij is ook koppig. Hij houdt van een afwisselende training en oefeningen die een uitdaging vormen. Een Airedale Terrier kan alles leren in de traditie van jachtwerk, herderen en bewaken. Airedale Terriers kunnen met de juiste baas, iemand die hem ruim aandacht geeft, erg goed presteren in de diverse takken van de hondensport, zelfs in de africhting. Worden ze met een strenge toon gecommandeerd dan kruipen ze in hun schulp of zetten de hakken in het zand. Een keurig opgevoed pup gedraagt zich al gauw volwassen en genuanceerd. Hij zal voor de rest van zijn leven als gehoorzamen, welopgevoede en gesocialiseerde vriend trouw aan uw zijde blijven.
Beweging
Hij is een sportieve hond die regelmatige beweging nodig. De huis-tuin-en-keukenterrier stelt zich meestens dik tevreden met een positie als brave huishond. Aangelijnd of los van de lijn dicht in de buurt van de baas lange wandelingen in een gemoedelijk tempo maken, zijn fijne activiteiten. Buiten is de hond in zijn element. Of dat rond schooien in de vrije natuur is of aanklooien in de eigen tuin. In tegenstelling tot de meeste honden waar de baas hondlief in de achtertuin moet seconderen, soloot de Airedale Terriër in eigen tuin. De tuin is een waar eldorado waarin hij zich elke dag urenlang uitstekend kan amuseren. Vanzelfsprekend houdt hij zich daar bezig met serieuze aangelegenheden: zonder onnodig geblaf een oogje in het zeil houden zodat u zich volkomen veilig kunt voelen. Ziet u af van wandelingen en wordt de Airedale Terrier slechts op het eigen landgoed ‘uitgelaten’, dan verdrijft hij eventuele verveling door aan de slag te gaan met zelfbedachte onzintaken zoals schijngevechten houden met een graspol of dollen met de tuinslang op het gazon. Meesttijds houdt de Airedale Terrier die aan zijn trekken komt vanuit zijn zelf gegraven kuil toezicht.
Gezondheid en verzorging
Voordeel van minder populaire rassen zoals de Airedale Terrier is dat ze zo goed als gevrijwaard zijn van gebreken. Bij de Airedale Terrier zijn geen ernstige rasgebonden afwijkingen bekend. Ouderdieren in de fokkerij worden wel op HD gescreend, simpelweg omdat het een groot formaat hond is.
Airedale Terriers hebben een
harde, draadharige en stugge bovenvacht en een kortere zachte ondervacht,
waardoor ze het niet koud krijgen als ze nat worden. Door het harde haar dat
glad en gesloten ligt, vinden zaden of klitten geen houvast. De ruwe
waterdichte vacht met het borstelige uiterlijk moet ongeveer om de vijf maanden
geplukt worden. Bij het plukken worden harde, rijpe haren met kleine plukjes
tegelijk tussen duim en wijsvinger, of met een trimmesje, verwijderd. Operatie
Tondeuse is niet raadzaam omdat de jas met het zadelpatroon dan verstikt. Er
blijven stoppels in het vel achter die allerlei huidkwalen en irritaties met kale
plekken en jeuk als neveneffect kunnen hebben. Overigens zullen kleur en
kwaliteit bij scheren sterk achteruitgaan.
De Airedale Terrier verliest ondanks dat hij getrimd moet worden toch wat haren. Wekelijks onderhoud om de vacht in goede conditie te houden bestaat uit borstelen met een draadborstel en kammen met een wijd getande kam.