Een kleurrijke Beagle in het vrije veld huppelt ons met zijn aandoenlijke loopje tegemoet. Een uitgelaten koddig kind: wapperende flappers omlijsten de zachte belijning van het jeugdig blijvende koppie met de ronde knikkers. Daar word je blij van. Vergis u echter niet. Achter deze onschuldige façade schuilt een vastberaden huishond met jachtakte én een veelvraat die opdringerig in mijn jaszak neust als ik weiger hem een snoepje te geven.
Herkomst en geschiedenis
Op de bonte Beagle prijkt made in Engeland. Maar in overleveringen uit de Griekse Oudheid is er reeds sprake van kleine jachthonden die hazensporen volgen met een identiek uiterlijk aan de huidige Beagle. Verder zijn er indicaties dat de Beagle een vrolijke Frans(man) is: de dwergvariant op de Franse Brak. Net als de naam blijft de afkomst giswerk. De term Beagle werd in Engeland lang gebruikt voor kleinere honden die niet tot een vastgesteld ras behoorden en geen uniform exterieur hadden, maar waarvan wel gelijkenissen in werkeigenschappen overeenkwamen. Vermoedelijk is de naam afgeleid van het Keltische beag, Oudengelse beg of Oudfranse beigh, dat vertaald wordt als: klein. Beagle-eigenaars weten het zeker. Beagle staat voor beg dat ‘bedelen’ betekent. Want zijn neus wordt wat hem betreft maar voor één ding gebruikt: het opsporen of bietsen van voedsel. Hetzij in kant-en-klaar vorm of vers gevangen. In Engeland wordt nog steeds met meutes gejaagd, waarbij de honden te voet gevolgd worden. Omdat de Beagle voornamelijk voor de jacht op hazen (en konijnen) wordt ingezet, behoort hij tot de groep 'brakken of lopende honden’. Het zijn hounds die wild achtervolgen door zich te oriënteren met de neus. Tegenwoordig is er verschil tussen showbeagles en spoorlopers. Beiden vallen onder FCI groep 6 Lopende honden en zweethonden nummer 161 sectie 1.3. De tentoonstellingshond wordt meer op uiterlijk vertoon gefokt en de jagende Beagle wordt geselecteerd op zijn geschiktheid voor beagling: het meelopen van de begeleiders achter een aan het werk zijnde pack of Beagles.
Leuk weetje
Het Beaglekanaal, een zeestraat die de Atlantische Oceaan met de Stille oceaan verbindt, dankt zijn naam aan de HMS Beagle waarmee Charles Darwin door deze wateren voer. Het schip waar Darwin mee reisde was de derde dat die naam droeg. Destijds wees de British Royal Navy namen toe aan schepen. Het was vrij gebruikelijk dat deze refereerden aan een honden- of dierenras. Die namen rouleerden op een lijst. Als een schip bijvoorbeeld uit de vaart werd gehaald of was vergaan, kwam de naam vrij en verscheen die weer op de lijst van beschikbare namen voor nieuwe schepen. Darwin was a sucker for dogs. Gedurende zijn leven had hij acht verschillende – zijn favoriet was overigens de terrier. Het kan zijn dat hij daarom een hondennaam koos. Waarschijnlijker is dat de naam Beagle gewoon als eerste op de namenlijst prijkte op het moment dat 'zijn' schip was afgebouwd.
Karakter
Aan zijn oorspronkelijk bestaan als meutehond heeft de Beagle zijn plooibaar karakter te danken. Zijn engagement ligt in groepsverband: hij hecht aan zijn gezin of hondenroedel, niet aan een enkel persoon. Met beleid kan de Beagle geleerd worden om alleen thuis te blijven. Het is echter niet zijn sterkste kant: grote kans dat hij het op een hartverscheurend huilen zet tijdens uw afwezigheid. Daarom neemt menige Beagle-bezitter een veelvoud ervan. Zij herkennen het duidelijkst de familietrekjes zoals vrolijk, zelfstandig (vaak als een tikkie eigenwijs uitgelegd), deugnieterig en evenwichtig en nemen de individuele verschillen in persoonlijkheid waar. De Beagle wordt vanwege zijn zachtmoedigheid en zijn meegaandheid (binnenshuis) aangeprezen als de ideale huis- en familiehond. Thuis is hij een vrijkous, buiten een jachthond die schatplichtig is aan zijn loopneus. De jachtige Beagle is born to hunt. Hij zal geen moment aarzelen om achter kleinwild of wegvluchtende dieren aan te gaan. Zijn neus is zijn krachtigste orgaan en alles wat hij ruikt zal hij willen onderzoeken. Hij is daarin vastberaden en ontplooit zelf initiatieven. Een willekeurig verzoek om bij u te blijven is aan dovemans oren gericht.
Sociaal gedrag
Door de bank genomen is de ontwapenende Beagle een sociaalvaardige hond. Hij kan uitstekend overweg met andere honden. Verliefde reuen kunnen zich als heuse charmeurs ontpoppen. De Beagle is groepsgericht en functioneert daarin het beste: ongeacht of de samenstelling nou mens of hond is. Onderweg kunnen een club wandelaars en hondenvriendjes verwelkomd worden met bassend gejoel: de bijzondere trapsgewijze toonladder die stereotiep is voor de Beagle. Overigens is de Beagle absoluut ongeschikt als waakhond. Thuis slaapt hij veel, mits hij voldoende avontuur heeft gehad en zal hij helemaal des Beagles dromen najagen op zijn rug en met de poten in de lucht. De absolute lieverd en allemansvriend wordt graag door groot en klein aangehaald en geknuffeld; zelfs op schoot zitten vindt hij fijn.
Opvoeding en beweging
De Beagle blijft lang kleuter. Hij kan dan trekjes vertonen van een druktemaker, sloper of wildemans. Hij scoort hoog op leervaardigheid, maar minder op praktische intelligentie. Door zijn selectie op samenwerking met zijn collega-soortgenoten is hij als individu geen bolleboos. Zijn uitstekende neuscapaciteit en zijn instinct om een spoor te volgen maken de africhtbaarheid verre van gemakkelijk. Als zijn driften van jongs af aan niet in goede banen worden geleid leiden, komt u na een lange wandeling van een koude kermis thuis. Hij is zeker gehoorzaam te krijgen met training, maar zal nooit meteen luisteren als hij bezig is met zaken die hij belangrijker vindt. Tijdens een wandeling in de vrije natuur zal hij bij u blijven tot hij besluit op de loop te gaan: de kans dat hij een konijntje laat schieten is miniem. Godzijdank is hij begiftigd met een witte staartpunt die als een antenne boven de meeste vegetatie uitsteekt. Voor uw eigen gemoedsrust is een gps tracker aan de halsband ideaal. De actieve jachthond heeft veel beweging nodig. Wie liever zitvlees kweekt, is ongeschikt als Beagle-eigenaar. Wie ongeduldig is, kan het uithoudingsvermogen van de Beagle vervloeken.
Helaas zie je nogal wat Beagles eeuwig aan de flexlijn of met een afstandsbediening (stroom of sprayband). Zo een Beagle is not a happy bunny, zoals de Engelsen ‘niet content’ zo treffend omschrijven. Minder vaak tref je een Beagle aan die een jachtcursus heeft gevolgd en/of een opvoeding/training heeft genoten waardoor hij los kan lopen én op commando of op de aangeleerde fluittonen retour komt.
Dat een Beagle een formidabele frivole neus heeft is een understatement. Daarom zijn nosejobs (die reukzin en jachtpassie combineren) zeer geëigend voor dit ras. Enkele voorbeelden: zelfstandig al blaffend jagen (met de meute), speur- en geurdetectie (denk aan de wereldberoemde Cliff van Hotsche Luik die het ziekenhuis bepaalde bacteriën opspoorde), zweetwerk, testen ‘luid op spoor’, veldwedstrijden en jachtproeven (uitsluitend voorbehouden aan honden die het enige echte schotvastheidscertificaat hebben behaald), schotvastheidstest NB gewend aan geweerschoten mag als aantekening op de stamboom worden vermeld.
Helaas heeft de Beagle de dubieuze eer om als proefdier misbruikt te worden. Juist omdat hij zo easy going is, weinig tot geen agressie vertoont en men een hele zwik meutehonden eenvoudig bij elkaar kan houden, vinden laboratoria de Beagle hiervoor bij uitstek geschikt. Het zou verboden moeten worden!
Gezondheid en verzorging
Bij de zoektocht naar erfelijke aandoeningen vindt men op de site van de Beagle Club Nederland en de Raad van Beheer een verwijzing naar de gezondheidinventarisatie van de W.K. Hirschfeld Stichting (thans afdeling Gezondheid, Gedrag en Welzijn van de Raad van Beheer) De ‘waslijst’ kan worden aangevraagd en toegestuurd. Daarom behandelen we hier enkele kwalen en euvels die te lezen waren in De Beagle Bode: een full colour kwartaalblad dat voor een jaloersmakend aantal clubleden verschijnt en waar de redactie met recht trots op mag zijn.
Corpulentie. Een Beagle gaat zijn neus achterna. Hij is altijd op zoek naar eetbaars. Ondanks dat hij een loepzuiver ras is, is hij met recht een vuilnisbakkie te noemen. Want als het op eten aankomt, is de alleseter onverzadigbaar. Vaak wordt gezegd dat de Beagle de neiging heeft om vierkant te worden. Dit gebeurt alleen als u in de verleiding komt of te toeschietelijk bent met voeren. Onderweg drukt u hondeneigenaars en andere wandelaars vanzelfsprekend op het hart om de smekende schooier géén lekkers te geven. Anders ontpopt hij zich binnen no time als cookie monster en zien ze hem liever gaan dan komen.
Het Beagle Pain Syndrome (BPS) ook wel Necrotiserende Vasculitis is een zeldzaam ziektebeeld dat voornamelijk bij jonge honden (Beagles, Boxers en Berner Sennenhonden) in de leeftijd van 4-10 maanden voorkomt. Symptomen zijn hevige pijn, stijve nek, trillen, spierkrampen, staan met gebogen rug, koorts, gebrek aan eetlust, pijn bij het blaffen en moeite om de bek wijd open te sperren. Soms uitvalsverschijnselen aan de voor- en achterpoten. De oorzaak is een steriele (niet infectieuze) ontsteking en irritatie van de kleine bloedvaten van het ruggenmerg in hals, borstvlies en hart. Het vermoeden bestaat dat een storing in het immuunsysteem en/of een erfelijke factor boosdoener zijn.
Limber Tail
syndrome of Cold water Tail
Een aandoening die voornamelijk bij jachthonden voorkomt zoals de Beagle. Het is een aandoening waarbij tweederde van de hondenstaart haaks naar beneden blijft hangen. De hond kan niet zitten of kwispelen en lijdt erge pijn. De oorzaak wordt gezocht bij overmatige spierinspanning zoals na het zwemmen waarbij de hond de staart als roer gebruikt. Een bezoek aan de dierenarts voorkomt blijvende schade.
Keratoconjunctivitis sicca (droge ogen) KCS is een aandoening aan het hoornvlies van het oog die veroorzaakt wordt door een tekort aan traanvocht of een slechte kwaliteit van de tranen. Oorzaak is vaker een ontsteking van de traanklier waarbij een auto-immuunreactie plaatsvindt.
Reverse sneezing oftewel omgekeerd niezen, gebeurt veel (ras)honden. Het klinkt als een herhaalde, aanhoudende snurk. Het is een beetje te vergelijken met hyperventilatie. Een (opgewonden) hond krijgt teveel geurpikkels binnen, of eet of drinkt te gehaast waardoor hij dieper of onregelmatiger gaat ademhalen. Het onschuldige ongemak kan simpelweg worden verholpen door te slikken. Door met uw hand een kommetje rondom de neus te maken en met de andere hand de keel te masseren zal de hond slikken en is het euvel en de eventuele bijkomende paniek snel verdwenen.
Verzorging
De garderobe. De collectie van de Beagle bestaat uit meerdere hangertjes. Elke brakkenkleur is toegestaan, behalve lever. Doorgaans vind je de black and tan overjassen. Opvallend detail: Naarmate de ouderdom vordert, verbleken de haren of lijkt de vacht met poedersuiker bestrooid. De ultrakorte, dichte en tegen weer en wind bestendige vacht vergt geen specifiek onderhoud. Af en toe de borstel erdoor halen is voldoende. Om de hond te beletten er tijdens de borstelbeurt vandoor te gaan, zet u hem op een verhoging.
De belangen van de Beagle worden behartigd door Beagle Club Nederland: www.beagleclub.nl