Onderduiken |
We stappen zo vanuit de
beschaving de natuur in. Skip waadt door een haag van hoog gras. Daar treft hij
de 11 maanden jonge bruine tijger D. die net als hij liever buiten de gebaande
paden snuffelt. Zijn getaande baas steekt meteen van wal. Hij houdt een monoloog
over zijn bewogen leven dat zich zo’n beetje over heel Europa afspeelde: voor
aanpakkers is er overal en altijd werk. Een bereisde lettervreter wimpel je
niet af.
Welbespraakt en
gelardeerd met smeuïge details rebbelt de sportief uitziende man door over de
meest uiteenlopende onderwerpen. Van hoe Polen is opgeknapt, de zwart uitheemse
eekhoorns, bosbouw, tot dochters van dertien en alles daar tussenin. We maken
geregeld een tussenstop als de honden een konijnenhol nader inspecteren.
Dat brengt de man op
zijn hobby: het uitpluizen van WO II heeft. Onlangs had hij de ingang van een
grensoverschrijdende tunnel gevonden. Of wij wisten dat er zich onder onze
voeten onderdoorgangen bevonden. ‘Allang’, pochten wij. ‘Skip en de rebellen
maken er al jaren gebruik van. Het gebeurt regelmatig dat Skip (en de rebellen)
onder onze neus door van bosvak veranderen.’
Een wandeling van 1 uur
werd er ongemerkt bijna 3, wat ook de honden prima vonden. De parkeerplaats is het eindstation. Hij stapt in
een ouwe brik. Wij moeten nog een eindje. Wordt vast vervolgd.