De hemelpoort geopend. |
Skip
muist in een stoppelig veld. Zo’n spijkerbed voelt allesbehalve prettig onder
de voetzolen. We verkassen naar het eerder geschoren campingveld met door
regendruppels bedekte spiertjes gras. Ik gooi kluitjes. Skip rent opgetogen in kringetjes.
In de rivier spoel ik de klei van mijn handen. Het hoge water voelt warm. Skip
zwemt rond het keienpiertje voor kano’s dat net onder water staat. Ik moedig
hem aan vanaf de punt. Skip kijkt raar op: Jezus, kan mijn vrouwtje over water
lopen?
De zon
maakt contact met de aarde. Meneer pastoor maakte ons in onze kindertijd wijs
dat die zonnestralen een teleportatiesluis waren voor mensen die God tot zich
riep. Een stairway to heaven als het
ware. Ik bleef die twee altijd met elkaar verenigen en lette goed op dat ik me
niet in het gevaarlijke licht bevond. Het geloof heb ik gaandeweg verlaten en
de naargeestige gedachte erbij nu ook. Een dichter van wie mij de naam even is
ontschoten, omschreef het als zonnewieken. Daar houd ik het voortaan op: neutraal,
nuchter en oer-Hollands.
Gauw uit het licht, Skip! |