dinsdag 29 juni 2021

PUBERHOND

Als een witte tornado zeilt ze door de gladde gang naar buiten. Op de grasmat is meer plaats om spelbuigingen te maken, elkaar uit te dagen, tikkertje te spelen en te worstelen. Als de witte wervelwind moe gespeeld is, koelt ze af in ons tuinvijvertje van 1m³. Evenals een kunstig modderspoor door het hele huis achterlaten van gehaaste voetstapjes.

Een nanoseconde ligt ze onbewogen. Dan hapt het blanke herderinnetje in haar eigen staart. Ongevraagd springt ze als een kat bij me op schoot. 'Je bent veel te groot en te zwaar', poeier ik haar af. Ze kwispelt laag en zucht diep de overtreffende trap van een uitgeblazen fontein spuitende walvis. Met een doffe bons laat ze zich op de houten vlonder vallen. Tegen het serredak tikt onophoudelijk een bromvlieg die niet doorheeft dat hij eenvoudig rechtdoor de vrijheid tegemoet kan. Het gezoem vangt tijdelijk haar aandacht. Tot ze met haar oren schudt en zichzelf weerspiegelt ziet in de tuindeur. Argwanend kijkt ze naar het silhouet van haar tweelingzus. Ze veert op en springt op de ligstoel die eigenlijk te smal voor haar is. Jolig bungelen haar voorpoten over de rand.

Ze knippert met haar ogen. Gaap. Ze wil niet toegeven aan de slaap. Ik aai haar. Ze is lief en onstuimig. 'Het hoort bij je leeftijd', fluister ik in haar verhoudingsgewijs te grote oren. Zachtjes en speels bijt ze in mijn hand. Ze hoort een onbekend geluid bij de buren. Het is de schuurdeur die door de tocht dichtslaat. Haar oren draaien als een periscoop om het geluid te traceren. Ze blaft kort en rent … naar de voordeur. Een bundel reclameblaadjes valt door de brievenbus. Met de poten op de vensterbank tuurt ze door het raam. Ze wiebelt haar nachtzwarte neus in de lucht. Hatsjie. De geur die ze opsnuift is van een door haar persoonlijk geproduceerde wind. Als ik om haar aanstelleritis lach, gaat ze demonstratief met de rug naar me toe liggen.

Ze is alweer op onderzoek in de tuin. Ze vindt een lang vermiste KONG onder een struik. Het robuuste rubber doorstaat de knaagtest met succes. Ze slobbert gulzig in de vijver. Het merendeel van het water sijpelt tussen haar flodderende lippen-op-de-groei door op de grond. Ze trekt een sprintje over het tuinpad. Ze is snel afgeleid en richt haar aandacht op de geruite deken die opgevouwen in de hondenmand ligt. Behendig zwiert ze hem overboord. Onbeholpen sjort ze het tuinkussen van de stoel naar de mand. Ze kijkt wijs.

Pubers! Ze valt in slaap op de rubberen deurmat. Het vliegengordijn wiegt zachtjes heen en weer over haar snuit. Bij elke vlaag beweegt haar ene oor. Zo abrupt als ze in slaap gevallen is, zo rap is ze klaarwakker.

maandag 28 juni 2021

LITTLE SISTER

 

Als pup wilde Pop al niet op de grooming table voor een foto. Ze had het reuze naar haar zin met haar siblings, dus het 'If you're looking pretty enough, you're going to a new home in the Netherlands' was misschien wel horror voor haar. Op de tafel voor de titerbepaling kneep Pop 'm een beetje, want ze leidt nu een prinsessenleven: gaat ze weer in de aanbieding?  Haar price tag, het verbandje, trok ze acuut los en gelukkig wist Big Sis haar te kalmeren; ze liep zelfs met Pop mee om te checken of ze echt naar huis ging. We gaan je never nooit inruilen lieffie, wij waren meteen verkocht toen we je zagen.

* het blokje aan de halsband is een gps tracker

zondag 27 juni 2021

SCHAAPJES TELLEN

 schaapjes tellen met mastines, mastin, mastiff

In Nederland zul je de nauw verwante Mastín Español en Mastín del Pirineo niet zomaar tegen het lijf lopen. Mocht je deze knuffelbeer in de vrije natuur tegenkomen, dan valt zijn eigenwijsheid het meest op. Hun uiterlijk nodigt uit om ze aan te halen, maar de muy grande perro heeft doorgaans geen boodschap aan andere mensen en honden.

Herkomst en geschiedenis

De Mastín stamt af van de vroegere vecht- en drijfhonden die sinds mensenheugenis in Europa voorkomen. In Spanje werd de hond een verdienstelijk kuddebewaker en begeleider van schaapskudden. De zelfstandig werkende Mastín drijft zijn kudde niet bijeen, maar roept de schapen voor hun veiligheid bij zich. Op kilometerslange trektochten van de hoger gelegen weidegebieden naar de markt- en slachtplaatsen in de bewoonde wereld, beschermde de massieve hond de pluizige herkauwers tegen wolven, beren en veedieven. De hoeder kon ’s nachts rustig zijn ogen sluiten, de Mastín telde de schaapjes. In Spanje staat de Mastín Español ook bekend als Mastiff van Leon (noordwestelijke provincie), Mastiff van de Extremadura (regio in het binnenland) en Mastiff van La Mancha (historische regio Castilië – La Mancha gelegen in het zuidoosten.) Zijn noordelijke broer de Mastín del Pirineo, of Pyreneese Mastiff is idem dito een molossernakomeling, vandaar dat ze opeenvolgende nummers hebben gekregen: FCI groep 2 nummer 91 (Español) en 92 (del Pirineo), sectie 2.2.

Karakter

De Mastínes hebben een goudeerlijke inborst. Zomaar wat stekwoorden die op beide teddyberen toepasbaar zijn: tranquilo, (zacht)moedig, extreem oplettend, waaks, pienter en zelfstandig, een krachtige drang tot beschermen. De Español (reu circa 80 kg met een schofthoogte van 70 cm) hangt sterk aan zijn gezin en is iets rustieker en nobeler dan zijn maatje meer. De Mastín del Pirineo ( reu 55 – 70 kg met een schofthoogte van 78 cm) is weer wat zachtaardiger en mensvriendelijk. Hij maakt zich minder snel druk. Gezonde honden bereiken gemiddeld een leeftijd van acht à negen jaar. De uiterste houdbaarheidsdatum is tien jaar.

Sociaal gedrag

De Mastínes zijn, mits keurig opgevoed en goed gesocialiseerd, prettig in de omgang met huisgenoten, zowel mens als dier. De hond mist het jachtinstinct maar kan wel prooidrift vertonen. Fladderende kippen hebben voor de Mastín hetzelfde effect als een wapperende muleta op een stier. Kinderen geen bezwaar? Voor eigen kinderen (die geleerd hebben om respectvol met een hond om te gaan) is hij een prima familiehond. (Spelende) kinderen die niet tot zijn gezin behoren, kan hij als mogelijke vijand beschouwen. Net als bij elke andere hond, is voorzichtigheid met kinderen geboden. Tegenover onbekenden is de onverschrokken magnum uiterst wantrouwend. Op privéterrein zal hij nooit voor vreemden wijken. Hij verdedigt huis en haard (en vee) met zijn leven. Onderweg is de wollige reus voor andere honden benaderbaar: een korte begroeting van zijn kant, waarna hij de hond verder geen blik waardig gunt. De zelfverzekerde goeiige gigant gebruikt zijn tankpower gedoseerd, omdat hij zich van zijn fysieke superioriteit bewust is. Alleen als het onafwendbaar is, vecht hij.

Opvoeding en beweging

Mastínes zijn buiten in hun element. Niet zo verwonderlijk gezien de dikke vacht en hun oorspronkelijke habitat. Het liefst lummelen ze overdag om het huis op een megagrote omheinde lap grond. Het is hun favoriete bezigheid, naast liggen; van de boel in de gaten houden wordt je ook (geestelijk) moe. Pas als de zon ondergaat, komt het bakbeest tot leven. De baas hoeft in bed geen schaapjes te tellen. Hij weet dat zijn hond onafgebroken avonddienst draait. De beschermheer of -vrouw waakt en bewaakt, maar is geen overdreven blaffer. Hij slaat alleen alarm als het echt nodig is. Reuen zijn soms meer territoriumbewust en kunnen wat vaker hun donkere blaf die diep uit hun borstkast komt, laten horen. Bij indringers staat de Mastín vierkant achter zijn opgetrommelde baas die hoort wanneer het menens is. Ondanks de vrije uitloop mogen de beweeglijke Mastínes voor de broodnodige variatie graag op stap gaan: op het Nederlandse equivalent van de pampa wel te verstaan. Voor stedelijk gebied zijn ze volkomen ongeschikt. Ondanks dat het geen ruziezoekers zijn, is het veiliger het gevaarte aan de lijn te houden. Punto uno: omdat hij komt wanneer hm dat zin. Consequentheid, en luid en indringend toespreken om hem te motiveren om te luisteren geven het beste resultaat. Punto dos: met een grote hond ben je altijd de pineut als er wat gebeurt. Hij hoeft slechts zijn gewichtige kilo’s op een onderdeurtje te zetten en … 

Voor beide rassen geldt dat ze commando’s niet subiet opvolgen. Ze zijn gewend autonoom te werken en hun eigen beslissingen te nemen. Als je je daarover druk maakt, is de Mastín ongeschikt voor jou. De Mastín Español is een hond voor (ver)gevorderden, omdat hij, eerder dan de Mastín del Pirineo, de confrontatie zal zoeken. Hij vraagt een flegmatieke eigenaar die van nature overwicht uitstraalt.

Een hond met een sterke wil die qua gehoorzaamheid moeilijker te regeren is dus. Maar een harde of onrechtvaardige aanpak kan bij de hond minder prettige eigenschappen aan de oppervlakte brengen. Voer je de druk op dan zal hij tegendraads reageren. Bovendien heeft hij een geheugen als een olifant. Hem kwetsten of slecht behandelen, geeft een blijvende deuk in het wederzijds vertrouwen.

De grotere en zwaardere Mastín del Pirineo komt pas laat tot wasdom. Zo rond de leeftijd van drie tot vier jaar is de laatbloeier fysiek en mentaal volwassen. Voor ervaren hondenbezitters is de dikke beer redelijk naar je hand te zetten. Aanstaande problemen gaat hij veeleer uit de weg. Hij is een fijne gezinshond die wel, zoals gesteld, permanent zelfstandig beslissingen zal blijven nemen.

Gezondheid en verzorging

Het ras heeft te kampen met HD. Heupdysplasie betekent letterlijk: heupmisvorming. Het komt voor bij (middel)grote rashonden, bastaards en kruisingen. HD is een aandoening met een multi-factoriële oorsprong. Dat wil zeggen dat er géén eenduidige oorzaak voor de aandoening is aan te wijzen. Het kan ontkiemen door erfelijke factoren (25%), uitwendige invloeden (voeding en onstuimigheid van de hond) en een bepaalde ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Doordat er teveel beweeglijkheid tussen dijbeenkop ten op zichte van de heupkom is, treedt vervroegde slijtage in het heupgewricht op die uiteindelijk leidt tot pijnlijke artrose.

Maagtorsie is een voorkomende doodsoorzaak bij de Mastínes. De officiële term voor een verdraaiing of kanteling van de maag is maagdilatatie-volvulus (MDV). Bij een maagtorsie draait de maag om zijn as waardoor de in- en uitgang worden afgesloten. Er zijn verschillende oorzaken die het risico op een maagtorsie vergroten. Een kleine opsomming: de kenmerken van een hond (grootte, gewicht)

Mastínes zijn allesbehalve grootverbruikers. Het voert waarschijnlijk terug naar tijden van weleer waar ze genoegen moesten nemen met wat onderweg voorradig was - denk hierbij aan de nageboorte van lammeren. Als huishond nuttigen ze twee karige maaltijden per dag. Om de geperste brokken appetijtelijker te maken, kan men er bouillon of een lepel sappige blikvoeding doormengen.

Bijzonder: teven worden slechts eenmaal per negen maanden tot een jaar loops.

Vacht

Naast het kleurverschil is er onderscheid in structuur. De Mastínes kennen per jaar twee ruiperioden. Bij beiden vereist de vacht regelmatige kam- en borstelbeurten.

De vacht van de Mastín Espaňol is van top tot teen dicht, grof en glad. Het is stevig dekhaar met overvloedige onderwol. Het haar over de rug en op de staart is langer dan aan de zijkanten van het lichaam. De kleur is blond met nuances naar rood, wolfsgrauw, zwart, black and tan, en gestroomd. Deze vacht behoeft iets minder onderhoud. Als je de haren in de rui laat zitten, ontstaan er dotten, net als bij bizon en kameel, die je kan afpellen.

De vacht van de Mastín del Pirineo is zwaar en dik, zacht zonder wollig te zijn. De grondkleur is wit met gekleurde platen op het hoofd, rond het oog, op de wangen, en op het kruis bij de staartaanzet. Je blijft aan het borstelen. Bij verharing moet de onderwol zo spoedig mogelijk verwijderd worden. Klitten en hotspots liggen op de loer.

Vertegenwoordiging

De belangen van de Mastín Espaňol worden officieel behartigd door de Mastíno Napoletano Club Nederland. Een erkende rasvereniging die acht Molosserrassen vertegenwoordigt, en waar de Mastín eigenlijk een buitenbeentje is: www.mncn.nl. Vreemd genoeg is de Mastín del Pirineo er niet ondergebracht. Hij heeft geen erkende Nederlandse rasvertegenwoordiger.

In Spanje bestaat een show- en werktype. In Nederland komt van de volbloeden enkel het showtype dat gezeglijker en minder zwaar is, voor. De voorkeur bij het fokken gaat tegenwoordig weer uit naar een lichter slag hond. Opvallend is dat er een opmars gesignaleerd wordt van papierloze honden zonder referenties. Naar stamboomhonden is minder vraag, omdat buitenlandse mengelingen - aangeboden via adoptie-organisaties op internet - de markt doorkruisen.

zaterdag 26 juni 2021

IDYLLISCHE PLEKJES

 


Plekjes waar de hond blij van wordt

vrijdag 25 juni 2021

CHICKEN RUN

chicken run, barnevelder

Barnevelders scharrelen ouderwets rond op het erf. De hond rust onder de tafel waar haar baas en de buurman genieten van een bolknak. Alles is plattelands pais en vree op deze zomerse namiddag. Totdat het gesprek gaat over twee recent 'verdwenen' hoenders: een zwarte Spaanse haan en een Barnevelder die de Witte Herder eerder de verkeerde kant op, richting buren, heeft verjaagd. Alsof ze oren heeft, springt de Witte Herder op. Ze is er als de kippen bij om de overgebleven hoenders richting het vosbestendige toevluchtsoord te drijven. De tegendraadse hennen die nog helemaal niet op stok willen, laten zich niet zo simpel in hun vrijheid beknotten. Hysterisch kakelend zetten ze het op een nichterig rennen: hun plompe lijf op stakerige satéstokjes, de iele tenen telkens uitgespreid neerzettend alsof ze te grote flipflops dreigen te verliezen. Anderen fladderen als een kip zonder kop op hilarisch hoge poten rondom de ren waar de poort toe is. Twee avontuurlijk chicks houden zich verborgen in de schuur. Het exootje, een zwarte Lola, gilt vanuit een hoge balk moord en brand - er zijn altijd theatrale chickies die extra aandacht van de boer willen. Die trapt erin en sluit haar in zijn armen. Kip, ik heb je! De kloeken worden achter slot en grendel veiliggesteld. De zwarte kip mag even bijkomen op de schoot van de baas. Het herderinnetje dat zo haar best had gedaan, mokt na onder de tafel: zij had die ereplaats verdiend!

donderdag 24 juni 2021

KATTITUDE

 

Samen met je hond op bezoek bij katteneigenaars. Wij verwachten een katvriendelijke bejegening, maar hoe ziet de hond dat eigenlijk? Het is zorgeloos weer. Behalve een paar overdrijvende wolken is er geen vuiltje aan de lucht. Hond en Poes spelen een beestige variant op kiekeboe: je ziet me wel, je ziet me niet. Poes wast ongegeneerd en uitdagend haar pootjes op de vensterbank. Ze doet een beetje uit de hoogte. De hondse visite houdt haar activiteiten vanuit het bordes nauwlettend in de gaten. Ongedurig gaat hij steeds verliggen, het is best moeilijk voor hem om zijn oerdrift te trotseren. Toch weet hij zich gastwaardig gedragen. 

Na een overdreven manicurebeurt, stapt Poes met veel grandeur in het kattenluik. Haar beide achterpootjes laat ze provocerend aan de buitenkant bungelen. De hond kan haar niet langer weerstaan. Vliegensvlug staat hij op, zet zijn poten op de vensterbank en snuffelt aandachtig aan haar voetjes. Poes trekt tierig haar hangende pootjes en zwaaiende staart naar binnen. De hond heeft het nakijken. Vrijwel meteen komt Poes weer te voorschijn. Ze hoefde alleen maar het hoekje om. Wie wordt er hier voor het (f)lapje gehouden? Ettelijke malen herhaalt ze het kunstje, totdat de hond het eindelijk door heeft. Terwijl ze wederom met een air van ‘ik ben de enige echte verdwijnpoes’ het kattenluik binnenglipt, beent de hond door de openstaande deur de kamer in om zich te vergewissen dat Poes zich domweg aan de andere kant van de muur bevindt. Gesnapt.

woensdag 23 juni 2021

GLAMPING

glamping, kamperen met de hond, staycation
uit en thuis kamperen

Kamperen is voor de een totale vrijheid, voor de ander is het afzien. Voor honden is kamperen: glamping, een samenvoeging van glamorous en camping. Niet vanwege het in de natuur verblijven in een combinatie van weelde en een bijzondere sfeer, maar de luxe van rond de klok doorbrengen bij de baas (en zijn gezin).

Voorbereidingen treffen

Menige hond vindt kamperen het einde. De reden daarvoor is dat hij in de nabijheid van zijn mens(en) mag blijven: close met je baas, wat wil een hond nog meer. Probeer vóór de grote vakantie een nachtje op een camping in eigen land uit. Test desnoods in eigen tuin. Vooraf oefenen is een spannend feestje. Sla het tijdelijke bivak op als het ’s nachts warm genoeg is en als er geen onweer of regen op komst is. Sleep een matras of een (zelf opblazend) thermo matje, en lekker veel kussens mee de tent in om comfortabel languit te luieren. Van stretchers en luchtbedden zijn niet alle honden gecharmeerd. Voor honden die normaliter niet in de slaapkamer of op bed mogen, is op gelijke hoogte slapen met je baas je van het. Het is een aparte gewaarwording voor hond en baas om in het holst van de nacht onder de Melkweg weg te zeilen en oog in oog met de Grote Beer en Kleine Beer te liggen. Laat over die uitheemse bosbewoners geen misverstand bestaan: voor je het weet blijft de hond in de waakstand. Beleef het nachtleven in je eigen achtertuin waar jullie je in het hart van een minibiotoop bevinden: onbekende raadselachtige geluiden thuis brengen, sporadisch verkeer in de verte, het ruisen van de wind door de bomen, ritselende blaadjes waar muizen en egels trippelen, en katten op de loer. Wij zien weinig in het donker, een hond ziet, ruikt en hoort ALLES. Doe er een schepje bovenop door op de tast fluisterend op ontdekkingstocht te gaan; zo verstoor je tevens de nachtdieren niet. Bij het ochtendgloren worden jullie gewekt door de bedrijvigheid van kwetterende vogels. Oefen alvast met je hond om ontspannen aangelijnd rond de tent te blijven, op de camping zul je daar straks je voordeel mee doen. Op een kampeergelegenheid zijn veel onbekende en onverwachte prikkels. Het is er levendig en een drukte van jewelste. Ga je voor het eerst, boek dan bijtijds een standplaats of vak uit de loop. Alleen een lakmoesproef kan bevestigen of jullie vakantie waar je intens met elkaar opgetrokken hebt, voor herhaling vatbaar is.

Staycation

Laat de portemonnee het niet toe, of lijkt het je gewoon een uniek experiment om buitenshuis quality time met je hond doorbrengen, kies dan voor een thuisvakantie. Tover je tuin om tot private minicamping. De jeugd helpt mee. Een buitenverblijf bouw je van lakens (gordijnen, dekbedhoezen) die je met wasknijpers aan gespannen lijnen bevestigt. Een boomhut of speelhut van takken en bladeren kan ook doen dienst als nachthuisje. Van een kartonnen witgoeddoos fabriceer je een speelse schuilhut met openingen waar de hond en jij je in kunnen verbergen. Met een zelf ontvouwende pop-uptent die geen scheerlijnen en haringen behoeft, kun je zelfs op het balkon van je appartement bivakkeren. Geen tuin of balkon? Geen nood. Samen met je hond en een zaklamp onder het dekbed of de klamboe is dolle pret en geeft het gewenste saamhorigheidsgevoel. Voor het klepraam waar wolken voorbij spoken, huilen jullie gezamenlijk naar de felverlichte volle maan, staren jullie eindeloos naar de sterren en snuiven jullie vakantiegeurtjes op.

Op de camping

Kamperen is een perfecte combinatie van beweging (buiten zijn), plezier en avontuur. Via internet knobbel je van te voren grondig uit aan welke faciliteiten de hondvriendelijke camping en de omgeving moeten voldoen. Aanwezige voorzieningen zoals: te huren mobiele afzettingen voor vrije beweging rondom tent of caravan, een hondenstrand, hondenspeeltuin, terrein voor sanitaire stops, een (omheind) uitlaatgebied waar honden veilig los mogen gaan, een hondendouche voor een schoon binnenverblijf.

De ligging van de camping is bepalend voor de activiteiten. Wil je boslucht inademen dan heb je veelal te maken met teken. Kies je ervoor om ’s nachts onder een heldere hemel met een oceaan aan sterren bij zand en zee te vertoeven, dan zoek je overdag (het hete of winderige) strand en duin op. Een (stilstaande) zoetwaterbron zoals een meer ter verkoeling, trekt overvloedig muggen aan. Informeer naar de basisregels op de camping van jouw keuze. Zaken als hoeveel stuks je mee mag nemen, rassendiscriminatie, of in welke seizoenen honden welkom zijn, vergelijk je voor je reserveert. In het hoogseizoen als de tent vol is, gelden soms andere regels. Tarieven verschillen vanwege prijs-kwaliteitverhouding en op populaire campings hebben huisdierloze gasten soms zonder pardon voorrang. Noteer adres en telefoonnummer van een dierenarts in de buurt voor noodgevallen. Stel thuis vast een digitale opsporingsposter met duidelijke foto samen die je onmiddellijk kunt laten afdrukken om overal op te hangen als je hond de weg kwijt is.

Of jullie onder zeil of onder dak verblijven, zal de hond veelal worst wezen. Van belang is dat jullie er zijn, dat er gebarbecued wordt en dat hij redelijk koel en beschut kan rusten. Bomen of de luifel filteren zonlicht en houden de boel droog. Laat de hond na de lange rit uitkuren, terwijl jullie je settelen. Mocht een beter wetende buurman de tent mee willen opzetten, maak dan alvast een kennismakingsrondje met de hond in de omgeving. Vanzelfsprekend bezorgen campinggasten elkaar zo min mogelijk overlast. Een opgevoede sociale hond die niet onnodig blaft en die bij voorkeur buiten het campingterrein zijn behoefte doet, is een ware ambassadeur voor alle honden. Zouden vakantievierders met kinderen beseffen dat voor hen hetzelfde geldt?

Slaapopties

De hond in de auto laten slapen is af te raden omdat je geen zicht op ‘m hebt. Daarbij is er het temperatuurprobleem: is de auto voldoende koel en geventileerd? Bij opengeschoven autoraampjes bestaat het risico van diefstal. Bovenal is een auto voor de hond een te behappen object om te verdedigen en te bewaken. Waarschijnlijk zal jouw 'alarmsysteem' bij elke voorbijganger met of zonder toiletrol in werking treden. Het meest voor de hand liggend is om de hond veilig bij zijn vertrouwde baas(jes) te laten slapen. De kans dat hij dan van zijn ereplaats uit de tent gelokt wordt, is praktisch nihil. Als de flappen van een bescheiden een- of tweepersoonskoepeltje opengeritst zijn, kan de hond voor de ingang posten. Hier kleeft echter de kans van onrust (voor beiden) aan. Onder de blote hemel staat de hond bloot aan weer en wind, naderend onweer, prikkels van buitenaf, beperktere bewegingsvrijheid door de lijn die aan de verankerde grondpen verbonden is. De mogelijkheid dat de hond zich los wurmt of de lijn doorbijt en wegloopt is aanwezig. De hond heeft in ieder geval een isolerende zachte onderlaag zoals de meegenomen mand of een uitrolbare reisdeken nodig tegen optrekkende koude en vocht. Ik heb zelfs weleens twee hondjes op een opgevouwen picknickdeken in de bolderkar zien maffen.

Insecten

Gezoem en geprik. Niets zo irritant als een doorwaakte plaknacht door vampierende vrouwtjesmuggen. Jij hebt je goed beschermd met een smeerseltje of spray. Bij gebrek aan een makkelijke maaltijd steken bloeddorstige muggen hun zuigsnuit net zo lief in de dunne, gevoelige en weinig behaarde hondenhuid. Meestal zal dat slechts een zwellinkje tot gevolg hebben dat zich uitbreidt als de hond eraan krabt. Wapen jullie met insectenlamp, klamboe, horren, en een elektrische vliegenmepper tegen de bloedzuigers.

Rondom de Middellandse Zee en in landelijke gebieden of beboste zones van zuidelijk Europa (en Azië, Afrika en Zuid-Amerika) kan de Phlebotomus, bekendstaand als zandvlieg, ziekten overbrengen. Deze muggenfamilie draagt de wel te behandelen, maar niet te genezen Leishmaniose over. Deze door besmetting met een parasiet veroorzaakte aandoening treft de huid, slijmvliezen, lever, milt of klieren naargelang de ontwikkelde vorm. Preventie is gebaseerd op het voorkomen van gestoken worden. Dat kan met behulp van het dragen van een speciaal daarvoor ontwikkelde tekenband.

dinsdag 22 juni 2021

VEILIG ZWEMWATER


Bij aangename watertemperaturen is zwemmen een plezierige en verfrissende uitspanning. Het is gezond voor mens en hond. Bovendien verbeteren zwemslagen mobiliteit, stabiliteit, coördinatie en conditie. Zomerse waarden nodigen honden extra uit om het water op te zoeken. Dompel je eerst onder in waterweetjes en ga dan veilig baden.

Blussen

Zonnige temperaturen boven de 15 graden vinden honden al warm. Honden transpireren nauwelijks. Zij voeren voornamelijk hun lichaamswarmte af door hijgen (warmte wordt via ademhaling aan de omgeving afgegeven), en door geheel plat op een koude ondergrond te gaan. Tussen het verliggen, zal de hond willen drinken: door het hijgen, verliest hij immers vocht. Verkwikkend zwemwater (H2O dat kouder is dan de omgevingslucht) is een van de oplossingen om te blussen, mits de hond minimaal met de buik, oksels en liezen onderstaat. De voetzolen bevatten te weinig zweetklieren om een heel hondenlijf af te koelen. Enkel pootjebaden (alleen de voeten in het water) is weinig zinvol; de bloedvaten in de onderpoten zullen toeknijpen. Tip: koel een watervrezende oververhitte hond af door een nat strandlaken over hem te draperen.

Aquatherapie

Op het droge maakt een hond abrupte bewegingen zoals plots afremmen. Tijdens het zwemmen bewegen gewrichten vloeiend en zonder dat ze belast worden. Vooral voor (senior)honden met artrose is het een gezonde manier om in beweging te blijven. Beweging vormt meer gewrichtsvloeistof dat het kraakbeen voedt en de gewrichten smeert. Sterke spieren laten gewrichten goed op elkaar laten aansluiten. Daarnaast masseert stromend water de spieren én ondersteunt zout zeewater het helingsproces bij huidproblemen. Het trainen van de spieren gebeurt bij: waden (je hond loopt of wiegt in water dat tot net onder of aan zijn schoft reikt), tegen stroming of golven in te laten lopen, en zwemslagen maken met de voetjes van de vloer - er zijn controlfreaks die per se contact willen houden met de bodem en een teentje aan de grond houden. Heeft jouw hond de zwemmanie te pakken? Zwemmen put uit, bouw langzaam uithoudingsvermogen op.

De gevaren van open water

Voor honden bestaan er helaas vrijwel geen speciale officiële zwembaden. Je bent afhankelijk van natuurbaden zoals zee, rivier(arm), diep, kanaal, vijver, meer en vennetje. Kies voor bewegend water dat minder gevoelig is voor het ontstaan van ziekmakers. Te hard stromend water brengt het gevaar met zich mee dat de hond afdrijft. Onderstroming kan een hond onverwacht meesleuren. Zwemmen aanleren doe je bij voorkeur in een overzichtelijke en spiegelgladde plas met een langzaam aflopende oever waar de hond eenvoudig het water in en uit kan. Een tuig kan een handig hulpmiddel zijn om de hond vast te houden, uit het water te vissen of om een lange lijn aan te knopen. Bij het dragen van een halsband of tuig bestaat het risico om ergens achter te blijven haken. Schat zelf in wat in die specifieke situatie wenselijk is.

Denk aan de omgeving

Leer je waterrat dat hij niet zonder meer het water in mag, maar pas als jij dit toestaat. Want van tevoren moet jij tot op de bodem uitzoeken of er zich geen obstakels in het water bevinden. Denk hierbij aan: gedumpte winkelwagentjes of fietsen, rechtopstaande palen, takken, puntige keien, glasscherven et cetera. Alleen op jouw signaal erin dus. Oefen het goed, het kan zijn leven redden.

Honden die op een plezierjacht vertoeven, doe je bij voorkeur een zwemvest om. Het is een geschikte drijfhulp voor honden die niet in het bezit van een zwemdiploma zijn, of die van schrik vergeten hoe het ook alweer zat met de borstcrawl en schoolslag, wanneer ze pardoes in het water terechtkomen. NB Niet elke hond kan automatisch zwemmen, bovendien zijn er verschillende technieken bekend bij individuele rassen zoals al watertrappelt en rondturend vooruitkomen. Pups en jonge honden hebben nog een geringere spiermassa dan volwassen honden. Ze hebben minder kracht en raken sneller vermoeid. Laat ze liever wat poedelen en spelen in laag water. Bouw het zwemmen vanaf een leeftijd van ongeveer 7 maanden langzaam op.

De kwaliteit van het zwemwater

Filmachtige laagjes op of kleuring van het water kunnen duiden op bacterievorming. Helder of troebel water zegt niets over de betrouwbaarheid van het water. Riskante chemicaliën bijvoorbeeld laten water zuiver ogen, terwijl modder onschuldig drabbig water verdacht maakt. Bij aanhoudende temperaturen tussen 20 en 30 graden in combinatie met windstil weer steekt blauwalg (cyanobacterie) de kop op. Vooral stilstaand water dat veel stikstof en fosfaat bevat en weinig (zuiverende) waterplanten is ontvankelijk. Blauwalg herken je aan de stinkende olieachtige groene brij met het blauwkleurige schuim. Al drinkt je zwemmende hond niet van het water, hij kan later bij het droog/schoon likken van de vacht toch gifstoffen binnenkrijgen. Symptomen zijn: geïrriteerde huid en (ernstige) maag- en darmklachten. Spoel je hond sowieso na elke duik thuis zorgvuldig met schoon water af.

De ziekte van Weil (Leptospirose) is een zoönose. Voornamelijk stilstaand water (zoals beken en sloten) en vochtige (landbouw)grond kunnen besmet raken met urine van geïnfecteerde dieren (onder andere rat, egels, rund, paard, varken). Dankzij het vaccinatiebeleid komt Leptospirose bij honden weinig voor. Symptomen van besmetting zijn nier- en leverfalen wat zich in eerste instantie uit in een afnemende urineproductie en braken/diarree.

Honden zijn weinig gevoelig voor botulisme. Toch is het onverstandig om je hond in het water te laten als er dode vissen in drijven of als er dode vogels langs de kant liggen. Waarschijnlijk zijn de dieren overleden aan een overdosis binnengekregen gif dat zorgt voor een blokkade van de signaaloverdracht van zenuw naar spier wat uiteindelijk leidt tot verlamming. Aan de kadavers snuffelen of ervan snoepen en aan besmet water laten lebberen, voorkom je vanzelfsprekend.

Olievlek? Net als jij waarschijnlijk, heb ik me menigmaal afgevraagd waar de olie die op poeltjes in natuurgebieden drijft vandaan komt. Ik hield er in ieder geval de honden altijd verre van. Was de door de bossen scheurende pick-uptruck van de boswachter de boosdoener of motorcrossers? De oorzaak bleek iets genuanceerder, nadat ik bij Stichting Natuurmomenten had geïnformeerd. Olievervuiling middenin de natuur is meestal loos alarm. De vliesje op het water is geen olie, maar afkomstig van bacteriën die ijzer afbreken. Je ziet het vaak in gebieden met kwelwater - kwelwater is ijzer bevattend water dat uit de aarde opborrelt. Bij twijfel bestaat er een handig testje. Steek een stokje of je vinger in het water. Bij olievervuiling vloeit het vlies snel dicht, bij ijzerbrekende bacteriën blijft het open staan.

Waterwild

Honden kennen hun eigen grenzen niet tijdens plezier maken. Voor de ene hond zijn watervogels totaal oninteressant. Voor de ander is het zonder nadenken in het diepe springen en erachteraan. En honden die graag rondsnuffelen op plekken waar de eendjes worden gevoerd om een graantje mee te pikken, zijn er plenty. Ken je hond. Bouw een vast ritueel in waarbij de hond pas op jouw goedkeuring richting de waterkant mag. Houd een plezierjager onder appel of aangelijnd alvorens hij de 'oceaan' oversteekt, en roep de gehoorzame verstokte zwemmer terug voordat hij (over)vermoeid raakt.

Strand

Bij zomerse hitte doe je de hond geen plezier met een dagje strand. Evenals andere zonaanbidders die weinig gecharmeerd zullen zijn van rondvliegend zand op hun net ingeoliede gebronsde lijf door een uitschuddende vacht. Maak liever een (water)wandeling in de schaduw, nachtelijke uren, en tijdens koele uren als de zon niet hoog aan de hemel brandt. Neem in elk geval bij een strandwandeling drinkwater mee (of blijf in de buurt van een drinkwaterpunt). Houd je (niet ingeënte) hond uit de buurt van een zieke of dode zeehond. Zeehonden kunnen besmet zijn met het dodelijke zeehondenziekte virus dat verwant is aan de hondenziekte.

Watervergiftiging

Bij het populaire naar de straal uit de tuinslang snappen, ligt watervergiftiging op de loer. Evenals bij het wild en woest het water doorklieven om het weggeworpen speeltje op te halen. Ongewild wordt je hond een ferry die met geopende laadklep ongemerkt water maakt. Met zout en zoet water en drinkwater moet een hond matigen. Door een teveel aan binnengekregen vocht ontstaat watervergiftiging. Het lichaam is niet in staat het water vlot op de juiste manier kwijt te raken, waardoor er allerlei lichaamsprocessen op gang komen waarbij water uit lichaamscellen worden onttrokken. De hond droogt in rap tempo uit en komt hiermee in een levensbedreigende situatie.

Zeewater drinken zullen de meeste honden na de eerste gulzige slok voortaan wel achterwege laten. Onopgemerkt kan door in de branding naar de golven te happen toch zeewater binnenkomen. Zilt water onttrekt vocht uit het lichaam: terwijl je drinkt, droog je uit. Door het binnengekregen zeewater raakt de waterhuishouding ontregeld en de zoutbalans verstoord. Gevolg: de hond voelt zich hondsberoerd – soms moeten honden zo excessief braken dat de dierenarts er aan te pas moet komen. Honden kunnen overlijden aan watervergiftiging.

maandag 21 juni 2021

LUIAARDS

luieren is gezond, rust roest, ontspannen voorpoten, relaxte hond,moeten honden altijd bezig zijn
Relaxen: ontspannen voorpoten 

Lui of inactief? Luieren is gezond en rust roest. Moeten honden altijd wat?

Balans

Honden die (buiten) voldoende aan hun trekken komen mogen (binnen) best lui zijn. Naast geestelijke en lichamelijke inspanning hebben honden slaap en rust nodig. Ontspanning is onontbeerlijk voor het herstel van lichaam en geest. Door de juiste balans te vinden tussen rust en actie, leert de hond relaxen. Een uitgeslapen hond is veel beter in staat om leerstof in zich op te nemen.

Rust

Er zijn hondenrassen die bekend staan om hun van nature rustige aard. Zelfs zulke ingetogen honden worden blij van aandacht, afleiding en (gedoseerde) beweging.

Aandacht

Honden die weinig aandacht krijgen en veel alleen gelaten worden, en die zich ogenschijnlijk aan deze schrijnende situatie aanpassen, kunnen apathisch worden. Denk ook aan een (waak)hond die zijn dagen ergens achteraf op het erf slijt in een ren met als enig vertier de voerbak of die toevallige passant. Honden waar weinig mee wordt gedaan, schikken zich helaas te vaak, geven de hoop op, waardoor ze nog minder gezien worden. Ze lijken zich in hun lot te berusten, niets is minder waar: ze zijn gewoon depressief. In de Verenigde Staten zou zo een hond Prozac voorgeschreven krijgen. Beter dan symptoombestrijding is het probleem bij de bron aanpakken: de hond perspectief bieden. Dat kan een nieuwe eigenaar zijn die wel interesse in de hond toont, of de hond eindelijk de liefde, aandacht en beweging geven die hij verdient.

Beweging

Honden die te weinig bewegen en te veel eten, worden vadsig. Door hun corpulentie bewegen ze nog minder en belanden zo in een vicieuze cirkel. Ze worden voor luie donders aangezien, terwijl ze best zouden willen spelen, rennen of gewoon wandelen. Helaas zit hun gewicht (pijnlijk) in de weg. Denkspellen waarmee het bijzettafeltje zijn voer moet zien te bemachtigen, zijn kostelijk als aanloop naar actievere bezigheden.

Gemakzuchtig

Honden die genoegen moeten nemen met even aan de overkant een plasje doen. Honden die een pokkehekel aan regen schijnen te hebben en dan niet willen wandelen. Wie kent ze niet? Is hier sprake van luiheid? Zo ja, van wie dan: baas of hond? Wees eerlijk: had jij geen tijd voor meer dan een blokje om. Ben jij die mooiweerloper?

Lui maken

Toegewijde hondenmamma’s en -pappa’s maken onbewust hun hond lui door ze overdreven te verwennen. Ze lezen de wensen van zijn ogen af. Nog voordat de hond aanstalten kan maken om het kauwbotje dat van de bank af viel te pakken, hebben ze het al voor hem opgeraapt. Door steeds zijn zaken te regelen, wordt de hond - geef hem eens ongelijk - gemakzuchtig. De eigenaar is er vast van overtuigd dat zijn hond geen uitslover is, terwijl hij op die manier een luie hond creëert.

Slim

Honden zijn meesters in het africhten van hun eigenaar. Door je eigen ongeduld hoeven zij zich niet in te spannen. Denk maar aan de weggeworpen tennisbal die de hond zogenaamd niet kan vinden en die jij trots van het grasveld afplukt. De hond deed alsof hij ‘m niet zag, omdat: hij geen zin meer in het spelletje had, of omdat jij hem gunt lui te wezen 

Actie

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hoe meer je met de hond bezig bent, hoe actiever hij wordt. Door de hond constant te animeren wordt hij of moe, hyper, of laat het afweten. Honden worden zo overprikkeld dat ze moeite hebben met ontspannen. Doseer activiteiten en bouw bewust verplichte rustmomenten in. Voor diegenen die het niet kunnen laten: van rusten kun je ook een oefening van maken. Werkhonden vragen uiteraard om meer fysieke en mentale uitdagingen dan de doorsnee huis- of showhond. 

Senior

Honden kunnen tot hoge leeftijd actief blijven. Laat de gezondheid het afweten, en/of gun je jouw hond zijn welverdiende rustige ouwe dag, dan ben je gauw geneigd hem volop van zijn pensioengerechtigde leeftijd te laten genieten. Echter de ouwe dibbes is geen meubelstuk, hij wil gewoon meedraaien. Gelijk heeft-ie, want: rust roest. Over de dag verdeeld kort en onbelast bewegen, draagt eraan bij om de hond zich fit(ter) en gewaardeerde te laten voelen.


zondag 20 juni 2021

DE GROTE ONBEKENDE

 grote zwitserse sennenhond
Grote Zwitserse Sennenhond

De Grote Zwitserse Sennenhond, de naam zegt het al, komt uit het land van Heidi, alpenhoorns en (Milka)koeien. In Nederland is de hond met de wakkere uitdrukking met een populatie van ongeveer 450 vrij onbekend. De levenslustige driekleur werd voorheen in eigen land als werkhond gewaardeerd vanwege zijn pk en uithoudingsvermogen. Tegenwoordig valt hij overal in de smaak als huishond vanwege zijn neutrale houding.

Herkomst en geschiedenis

Over de herkomst van de Grote Zwitserse Sennenhond en zijn drie broers (de Appenzeller, de Berner en de Entlebucher), lopen de versies uiteen. Aangenomen wordt dat de voorouders van de Grote Zwitserse Sennenhond de vroeger in Midden-Europa wijdverspreide, dikwijls als Mâtin aangeduide krachtige driekleurige (soms zwartbruine of gele) slagershonden waren. Ze werden ingezet door de Metzger, veehandelaren, boeren en handwerkers. Omdat de honden vooral werden gefokt als gebruiksdier was hun uiterlijk ondergeschikt en daarom niet eenduidig. De verpauperde Zwitserse landbouwtak in de bergen en dalen maakte graag gebruik van de honden omdat ze goedkoper waren dan arbeiders. Hun taken waren de kar trekken, vee drijven, hoeden en waken. Ter gelegenheid van de jubileumtentoonstelling in 1908 van de S.K.G. (Schweizerische Kynologische Gesellschaft) werden voor het eerst twee vermeende kortharige Berner Sennenhonden aan professor Heim voorgesteld. Deze beschermheer van de Zwitserse Sennenhonden herkende er meteen de verloren gewaande Grote Sennenhond oftewel slagershond in. De hond werd door de S.K.G. als apart ras erkend en onder de naam Grosser Schweizer Sennenhond of Grand Bouvier Suisse in 1909 ingeschreven in het Zwitsers hondenstamboek. In 1912 zag de Klub fűr Grosse Schweizer Sennenhunde het licht. Die hiel zich vanaf toen bezig met de zorg over en de bevordering van het ras. Dat laatste werd vooral bemoeilijkt door de smalle fokbasis. De prima verdiensten die de honden tijdens de Tweede Wereldoorlog bewezen, zorgden voor aanwas. Later onder invloed van de belangstelling voor (buitenlandse) rashonden en de industrialisatie (de hond werd ingeruild voor een machine) begreep men pas dat de Sennenhond behoorde tot het Zwitsers erfgoed. Zo ontstond hernieuwde interesse. De verzamelnaam is afgeleid van 'Senne' een veehouder die ’s zomers op de alpenweiden woont en in de late herfst naar de dalen terugkeert met zijn dieren. De Senne woonde tegen betaling op grote boerenhofsteden.

De Grote Zwitserse Sennenhond is de grootste van de vier Sennenrassen: hoogte 60-72 cm en staat in de FCI vermeld in rasgroep 2 sectie 3 nummer 58. Vroeger werd de in zijn thuisland algemeen voorkomende Metzgerhund genoemd omdat de waakhond dus vaak als trekhond van slagers geëxploiteerd werd. Hij was een krachtige locomotief op stoom, geroemd om zijn bedaarde uitstraling. Zijn onomkoopbaarheid, zijn kaken blijven ferm gesloten als het Zwitsers bankgeheim, was een noodzakelijk eigenschap om zelfstandig zijn oorspronkelijk taak te kunnen uitvoeren. Omdat de hond in alle contreien van Zwitserland voorkwam, werd gekozen voor de naam Grote Zwitserse Sennenhond. Het bijna uitgestorven ras kent tegenwoordig weer een redelijk bestand, waarbij opgemerkt kan worden dat het huidige uiterlijk en zijn oorspronkelijke aard wat van hun authenticiteit verloren lijken te hebben. De bouw is soms minder robuust en het karakter lijkt temperamentvoller dan voorheen.

Karakter

In het oog vallende eigenschappen zijn: zeker, opmerkzaam, waakzaam, en onbevreesd in alledaagse situaties. Een goedmoedige lobbes voor vertrouwde personen: betrouwbaar als een Zwitsers uurwerk en multifunctioneel als het over de hele wereld geprezen Zwitserse zakmes.

De Grote Zwitserse Sennenhond is in tegenstelling tot pakweg 25 jaar geleden een temperamentvollere en zelfbewuste hond geworden die evenwichtigheid en rust uitstraalt. Hij wordt vaak als stoer en (kaas)koppig beschreven, maar kan zich volgzaam tonen als u op de juiste manier met hem omgaat. Hij weet zich prima aan te passen aan de heersende situatie. Zoals wel vaker bij de XL-uitvoeringen onder de honden heeft de Zwitserse gigant eveneens een zachtaardig karakter. De bassige toon van de beweeglijke hond zult u door zijn spaarzame blaf weinig horen.

Sociaal gedrag

De Sennenhonden behoren tot de zogenaamde klassieke hof- en erfhonden met als bijkomend voordeel dat de Grote Zwitserse kolos weinig neiging tot zwerven heeft. Dat betekent dat hij zeer gehecht is aan eigen huis en haard. Hij is niet het type allemansvriend en gedraagt zich tegenover vreemden zelfverzekerd. Maar: uw vrienden zijn ook zijn vrienden. Hij maakt graag kennis met andere honden waar hij doorgaans sociaal mee omgaat. Of u nu op het platteland woont of in de stad, een druk gezin heeft of met zijn tweetjes bent, de Grote Zwitserse Sennenhond heeft het vermogen in zich om, mits er ook naar hem wordt geluisterd, zich met souplesse te voegen.

Opvoeding en beweging

Het opbouwen van een vertrouwensband tussen u en uw Grote Zwitserse Sennenhond is een eerste vereiste. De hond heeft veel contact met zijn eigenaar nodig om zich optimaal te ontwikkelen: samen door een deur kunnen en de juiste match staan voorop. Het is een hond voor gevorderden, en voor beginners die zich goed in het karakter van de Grote Zwitserse Sennenhond hebben verdiept. U moet flink investeren als u wilt dat de eigenwijze hond u gehoorzaamt. Opvoeden doet u door hem met liefde en een natuurlijk overwicht te begeleiden tijdens zijn ontwikkeling tot hij volgroeid is. Een autoritaire opvoeding werkt averechts en zou de hond onzeker kunnen maken. Het is een hond die de grens opzoekt, maar uw 'tot hier en niet verder' zonder morren accepteert. Van u als eigenaar wordt doorzettingsvermogen verwacht: opvoeden zien als een uitdagende hobby. Het spreekt voor zich dat de gewichtige Alpenhond voor hij zijn jeugdige stadium verlaat, volgzaam moet zijn. Een tegenstribbelend volwassen lijf van 59-61 kg brengt u niet zomaar op andere gedachten. Wandelingen maakt hij graag. Hij stapt wijdbeens met ruime passen. In draf bewegen de ledematen in rechte lijn. Bij het gaan en bij opwinding wordt de tamelijk zware hangende staart hoger en licht gebogen gedragen. Van scharrelen op eigen erf geniet hij ook vooral als er in mest of andere voor de mens onwelriekende zaken te rollen valt. Als recreatieve bezigheden kunt u 'speurwerk' doen of – wat men niet zo gauw zou verwachten – 'behendigheid' (geen wedstrijden) voor hem uitzoeken. De basiscursus Gehoorzaamheid zult u eventueel nog cum laude met hem af kunnen sluiten. Echter bij vervolgcursussen waarbij eentonige handelingen herhaald moeten worden, haakt hij af. Generaliserend gesteld is onder appel staan niet zijn ding, evenals het saaie apporteren. Uiteraard bevestigen uitzonderingen de regel. De hond is geen liefhebber van water. Zwemmen zult u hem niet zien doen, wel pootjebaden zolang het waterwatje maar grond onder zijn korte ronde voeten voelt.

Gezondheid en verzorging

De Grote Zwitserse Sennenhond is stevig, compact en harmonisch gebouwd met goed ontwikkelde spieren. Toch zijn traplopen en springen bezwaarlijk voor hem. In contrast met de oorspronkelijke versie is de huidige huishond ongeschikt om buiten te houden. Zijn driekleurige jas is verkrijgbaar in één dessin: zwart/wit/tan volgens een vast patroon.

De levensverwachting voor de Grote Zwitserse Sennenhond is opmerkelijk hoog: 10 - 11 jaar. Een kwaliteitsvoer is essentieel voor zijn ontwikkeling. Gezien zijn achtergrond als slagershond zal hij vers vlees (in kleinere stukken van 3 à 4 cm gesneden) op prijsstellen. Maar op een (geperste brok) gedijt hij ook. Het voer kunt over twee of drie porties per dag verdelen.

De Grote Zwitserse Sennenhond heeft stokhaar met dicht, middellang dekhaar en verder een dichte bij voorkeur donkergrijze tot zwarte ondervacht. De huidige in Nederland gefokte generatie heeft doorgaans minder ondervacht dan zijn vroegere Zwitserse familie die buiten vertoefde. Van temperatuurschommelingen heeft hij weinig last. En koud of warm is hem om het even. Onderhoud van de vacht is onnodig. Tijdens de halfjaarlijkse ruiperiode kunt u de vacht kammen om het verharen sneller te laten verlopen. De jaarlijkse wasbeurt is ook een geschikt moment om de hond emmers vol haar te doen kwijtraken. Bovendien is uw hond meteen weer heerlijk schoon.

Aandachtspunten bij de gezondheid:

De Grote Zwitserse Sennenhond is niet vrij van oogproblemen zoals distichiasis, entropion, PRA en PPSC.

Distichiasis is een aandoening van het oog waarbij er een of enkele haren op de ooglidrand zitten op plaatsen waar ze niet horen. Vaak zijn deze haartjes dunner en doorzichtig. Soms zijn ze onzichtbaar doordat er een beetje slijm omheen zit. Er zijn meestal twee soorten haartjes die op de ooglidrand kunnen groeien: zachte en harde. De harde haartjes geven problemen omdat ze et hoornvlies beschadigen.

Onder de erfelijke aandoening entropion verstaan we het naar binnen krullen van (een deel van) de ooglidrand. Er bestaan verschillende vormen, ingedeeld volgens de uitgebreidheid van het omkrullen. Vaak is enkel het onderooglid omgekruld. Men spreekt van een mediaal entropion als het ooglid langs de neuskant is omgekruld. Soms krullen zowel de boven- als de onderoogleden om.

PRA, Progressieve Retina Atrofie of retinadegeneratie is een groep van netvliesafwijkingen die tot blindheid leidt. Het begint meestal met slecht zien in het donker (nachtblindheid) en leidt uiteindelijk na enkele jaren tot volledige blindheid. Er bestaat geen behandeling voor PRA. PRA ontwikkelt zich vaak pas na het derde of vierde levensjaar. Voor die tijd is er aan de hond niets te merken en bij het oogonderzoek ook niet te zien.

PPSC (Posterior polair subcapsulaire cataract) Vertroebeling van de lens die is gesitueerd in het midden van de gezichtsas, juist voor de achterkant van de lens. Meestal beiderzijds voorkomend. De witting heeft de vorm van een driehoekje, vandaar ook de naam driehoekjescataract. 

Epilepsie is een aandoening die zich voordoet in een grote variatie van aanvallen en frequenties. Het is een redelijk vaak voorkomend neurologisch probleem bij de hond. Bij een epileptische aanval vindt een ontsporing van de elektrische hersenactiviteit plaats. Dit leidt uiteindelijk tot een soort ontlading in de hersenen. De frequentie van de aanvallen kunnen variëren tot eens in de zoveel jaar tot enkele weken of zelfs dagen.

Elleboogdysplasie (ED) Onder de noemer elleboogdysplasie vallen vier aandoeningen van de elleboog waaronder LPC (los processus coronoideus) en OCD (osteochondrose dissecans). Wat ze gemeen hebben is dat wanneer ze niet in een vroeg stadium (bij de jonge hond) ontdekt en behandeld worden onvermijdelijk leiden tot een gewricht met artrose.

Voor meer informatie: www.sennenweb.nl

vrijdag 18 juni 2021

WATERHONDEN

waterhond 
Wat voor type is jouw hond?

De waterrat: is helemaal crazy van water. Zomer of winter, hij laat geen gelegenheid voorbij gaan om ‘een nat pak te halen’.

De surfer: een hippe hond en watersporter bij uitstek, die altijd op zoek is naar de hoogste golf.

De pootjebader: is een voorzichtig type, dat graag vaste grond onder de voeten heeft. Hij verblijft zodoende in ondiep water en moet altijd minstens met een pootje de bodem voelen; zijn buik wordt zelden of nooit nat. Blaft graag tegen onstuimige golven.

De strandwacht: vind je bij voorkeur op het droge. Is oplettend en alert, en gaat alleen het water is als het echt nodig is; bijvoorbeeld bij heet weer, om af te koelen.

Het waterwatje: heeft absoluut koudwatervrees en bekijkt water, het liefst, zoveel mogelijk van een afstand. Deze hond gaat bij regen absoluut niet naar buiten en mijdt zorgvuldig elk poeltje. Kort gezegd: hij blijft altijd op het droge. Bij het woord ‘bad’ gaan meteen alle alarmbellen rinkelen en is hij in geen velden of wegen meer te bekennen.

De badmeester of waterjuffer: deze instructeur m/v is een geoefend zwemmer die het goede voorbeeld geeft en zo andere honden de fijne kneepjes van het zwemmen leert.

De schoonspringer: is een echte ‘performer’. Hij watertrappelt, vlindert en draait de mooiste pirouettes tijdens het waterballet. Deze uitblinker wordt graag bewonderd.

De snorkelaar: is vaak een Labrador die graag duikt en daarom, met kop en al, onder water verdwijnt. Zelf ziet hij dit gedrag als aangeboren talent.

De zeehond: is een echte mazzelaar. Hij woont vlakbij het strand en geniet daardoor elke dag van zon, zee en zand.

donderdag 17 juni 2021

DUIFIES, DUIFIES


Extreem hoge zonkracht zonder een zuchtje wind. Geen ritje naar het bos, maar een schaduwblokje om. Aanvankelijk zet Pop de pas erin. Halverwege de straat zakt haar lust om naar het stadspark te gaan al weg. Wat wil je met zo'n ijsberenbontjasje en 32 graden.

Zo'n beetje het gehele wagenpark van de politie jaagt op een voortvluchtige. Samenwerkende scooterrijders belemmeren de achtervolging en steken hun middelvinger op. Pop heeft van dit alles geen weet. Zij ziet iets onweerstaanbaars: een stadsduif tussen geparkeerde wagens. In luttele secondes vogelt ze uit hoe ze de onbeweeglijke duif de loef afsteekt. De duif merkt haar op en met een soort van nonchalance paradeert deze langs de stilstaande BMW's, MINI's en andere luxe merken. Pop achtervolgt in slakkengang. 

Ik ben benieuwd hoe haar benadering is. Wanneer de duif links afslaat, volg ik 'm automatisch. Pop niet, zij slaat juist rechtsaf. Natuurlijk! Wat een uitblinker in het duiven sluipen is ze toch. Zo kan ze de duif zonder dat-ie het merkt tussen BMW en Porsche tegen het lijf lopen door linksaf te slaan. De duif, ook slimmer geworden, anticipeert hierop. Niet door zich onder het chassis te verbergen, maar het hete asfalt op te lopen. Een patrouillewagen rijdt aan ons voorbij. Een opdoffer. Ik kijk niet achterom. Pop is teleurgesteld dat het spelletje zo snel ten einde is. Voor de speurders moet de ontknoping nog volgen.

woensdag 16 juni 2021

WAAR IS DE MOL?

friese stabij, stabijhoun, stabij 

Onze overbuurjongen is een atypische Stabij. Een immer opgewekte en ongecompliceerde joris-goedbloed die wanneer wij als oppas fungeren, zich zo kan aanpassen dat het voelt of hij al jaren onze lieverd is. Helaas heeft hij wel de kenmerkende gevoeligheid voor harde, schelle geluiden, ondanks een liefdevolle opvoeding en uitstekende socialisatie. Daarom bladblazeren of grasmaaien we niet wanneer hij bij ons logeert en duimen we na een hete zomerdag dat het niet gaat donderen en bliksemen.

De Stabijhoun werd in de Friese volkshond van oudsher al liefkozend 'Bijke' genoemd. De middenslag formaat zwartbonte deed in vervlogen tijden - toen buitenlandse jachthonden nog niet zo in de mode waren als nu - dienst als mollenhond, bunzingvanger, ongedierteverdelger, waakhond en stropershond bij de gewone man. Door zijn attractieve voorkomen en zijn prettige natuur wordt de Stabij nog steeds gewaardeerd, hetzij dan voornamelijk als gezelschapshond en viervoeter voor jachttraining.

Herkomst en geschiedenis

De toegewijde Stabij voelt zich thuis in FCI rasgroep 7 Staande Honden Sectie spanieltype. Dit omdat het aannemelijk is dat zijn voorouders gezocht kunnen worden bij de spanjoel (of spaniel) die tijdens de Spaanse bezetting meekwam naar noordelijk Nederland. De veelzijdige jachthond zoals wij hem tegenwoordig kennen, is afkomstig uit Friesland en dan vooral uit De Friese Wouden in het oosten en zuidoosten van deze provincie. Om allround gebruikshonden te krijgen, werden Stabij en Wetterhoun met name in de jaren dertig van de vorige eeuw niet zelden met elkaar gekruist. Na de Tweede Wereldoorlog zag men daarom nog geregeld bij de Stabij de verwerpelijke krulstaart of een licht gekrulde vacht die toch echt bij het uiterlijk van de Wetterhoun horen.

De Stabij stond het wild voor en ging mee met de jacht op haar- en veerwild. Verondersteld wordt dat Stabij een verkleinwoord is van sta-mij-bij, te interpreteren als de hond die de jager bijstaat tijdens de jacht, houn is Fries voor hond. Vóór 1900 werd de (toen nog flinke) gebruikshond op grote schaal ingezet als mollen- en bunzinghond vanwege de groeiende vraag naar bont. Omstreeks 1914 van de vorige eeuw was mollenvangen voor duizenden armlastige gezinnen soms zelfs meer dan een bijverdienste omdat het lucratiever was dan de werkverschaffing. Vanwege de concurrentie begaven de mollenvangers zich met 'Bijke' door het hele land. Vanwege de lange afstanden werd een kleiner type Stabij gefokt. Deze ging mee op de fiets in een kistje of een korf met dubbele bodem waar op de terugweg de mollenvellen in verstopt werden. Na 1945 was er veel verschil van mening over welk type Stabij te fokken. Er braken voor het ras turbulente tijden aan. Dat het na decennia nog steeds de gemoederen bezighoudt, blijkt uit de recente oprichting van een tweede rasvereniging: Onze Stabijhoun.

Karakter

De Stabij behoort schrander, aanhankelijk, zacht en lief te zijn, maar er komen, door diverse oorzaken, ook nerveuze en onzekere types voor. Voor zijn eigen mensen en bekenden is hij buitengewoon toegenegen, vriendelijk en enthousiast. Naar vreemden toe kan zijn aard omschreven worden als toch wel terughoudend. Niet eenkennig, maar gewoon selectief in wie tot zijn vriendenkring behoren. Door selectie ontwikkelde de Stabij zich in de loop der jaren tot een eigenzinnige hond die graag voor de baas zo veel mogelijk op zelfstandige wijze werkt. De Stabij is open en draagt het hart op de tong waardoor hij af en toe best vinnig uit de hoek kan komen. Zijn fysieke gestel en hart liggen bij het buitenleven, ongebonden in de buitenlucht komt de hond het meest tot zijn recht.

Sociaal gedrag

Doordat hij op het boerenerf werd gehouden, ontstond een hond die voor eigen volk en 'vee' over het algemeen zeer verdraagzaam is, maar kortaf kan reageren als hij ergens geen zin in heeft. Hij is waaks waarbij kan worden opgemerkt dat het kabaal dat de Stabij veroorzaakt, bedoeld is om de eigenaar te waarschuwen die vervolgens stappen mag ondernemen. De hartstochtelijk jagende Stabij heeft meer interesse in wild dan soortgenoot hond: het is kenmerkend voor het gros van de jagende honden.

Net als vele rassen wordt de Stabij aangemerkt als een ideale gezinshond omdat hij zo kindvriendelijk is. Een Stabij zal, als het moet, zijn grenzen aangeven. Juist doordat het een hond is die erg aan zijn eigen mensen hangt, geeft hij soms laat zijn eigen grenzen aan. Zorg er dus voor dat uw Stabij, al is hij nog zo lief, niet in een positie komt waarin hij geen andere uitweg ziet dan snauwen.

Opvoeding en beweging

Er kan in algemene zin gesproken worden van twee verschillende types: de zelfstandige Stabij die graag alleen op onderzoek uitgaat en daarbij alles vergeet behalve datgene dat hij najaagt, en de baasgerichte Stabij die opvallend attent en dichtbij zijn eigenaar blijft en oplet wat er van hem wordt verwacht. Al naar gelang het type leert de Stabij moeiteloos of moeilijker. Hij is simpel te motiveren, maar blokkeert als de aanpak niet bij hem past. Een goede begeleiding zonder te veel druk en een duidelijke en consequente opvoeding met ruimte voor afwisseling zijn nodig voor de graag zelfstandig opererende Stabij. Om van uw eigenzinnige Fries een redelijk gehoorzame hond maken, wordt het volgen van een bij zijn aanleg en aard passende gehoorzaamheidstraining aanbevolen.

Indien de passie voor graven en jagen zich manifesteert, is dat niet af te leren; zie het als onontbeerlijk tijdverdrijf én pluspunt. De zelfstandige Stabij heeft de neiging vooral dingen te doen waar hij zelf het nut van inziet. En van ongedierte jagen, in eigen tuin graven of in de vrije natuur, soms ook groot wild najagen, ziet de gemiddelde Stabij nu eenmaal het voordeel van in.

De Stabij vraagt een sportieve baas die net als hij graag in de vrije natuur vertoeft. Ruime beweging en samenwerking met zijn baas zijn noodzakelijk. Vier keer per dag een aangelijnd blokje om is echt onvoldoende, u maakt uw hond die het liefst uren in het veld vertoefd er ongelukkig mee. Lekker modderen, vrij rennen en wateractiviteiten maken de Stabij gelukkig. Wroeten naar mollen hoort als vanzelfsprekend bij hem en kan uren duren. Steekt de hond zijn hoofd in een molshoop of ril en ziet u dat hij zijn ene voorpoot langzamer voortbeweegt dan de andere, dan weet u dat hij de geur van de mol te pakken heeft. De Stabij ruikt een mol op 100 meter afstand, van dichtbij hoort hij de mol graven. Tijdens uitjes maakt de Stabij een alerte, vrolijke en levendige indruk waarbij hij licht en soepel op zijn eigen specifieke wijze stapt. De staart wordt in actie horizontaal gedragen, tijdens zoeken piekt de kenmerkende witte pluim al dan niet bewegend hoog, in rust draagt hij zijn locatievlag laag. Bij thuiskomst zult u vieze poten en natte haren voor lief moeten nemen. Stel bij uw terugkeer een ritueel in van poten en vacht afdrogen.

Gezondheid en verzorging

De bescheiden populatie zorgt bij het fokken onvermijdelijk voor een hoger inteeltpercentage dat weer kan leiden tot juist méér erfelijke gezondheidsproblemen. Het ras kent de volgende gezondheidsproblemen:

De hartaandoening Persisterende Ductus Arteriosus (PDA) manifesteert zich op de leeftijd van 6 à 7 weken. De dierenarts hoort een 'machinekamergeruis' aan de linkerzijde van het hart. Oorzaak is het niet sluiten van een belangrijk bloedvat rond de geboorte. De oorzaak kan spontaan en geïsoleerd tot één geval zijn, maar ook erfelijk bepaald zijn. Indien niet behandeld, sluit het bloedvat zich na enkele maanden of overlijdt de patiënt uiteindelijk aan hartfalen. Bij tijdig operatief ingrijpen is de prognose uitstekend. Preventief onderzoek naar dragers is helaas nog onmogelijk.

 

Neurologische afwijking

Een relatief nieuw probleem met nog onbekende oorzaak. Er wordt uitgegaan van een erfelijk neurologisch probleem. Rond de 6 weken gaan pups afwijkend en dwangmatig gedrag vertonen: steeds dezelfde beweging herhalen, rondjes draaien, achteruit of heen en weer lopen. Lijders hebben een overmatige bewegingsdrang, eten slecht, vermageren sterk en overlijden binnen enkele maanden.

 

Von Willebrands Disease, Type I (VWD) is een bloedstollingafwijking die in 3 types voorkomt. Bij de Stabij is de meest milde vorm Type I geconstateerd. Hierbij is er een verminderde aanmaak van een bepaalde stollingsfactor waardoor honden een verlengde bloedtijd kunnen laten zien. De honden lopen weinig tot geen risico, maar kunnen bij hele grote verwondingen en operaties problemen krijgen. Er is een DNA-test beschikbaar die lijders, dragers en vrije honden kan identificeren.

Net als bij veel andere rassen kunnen HD (Heupdysplasie), Elleboogdysplasie (ED) en Epilepsie ook bij de Stabij voorkomen.

Vacht en onderhoud

De lange sluike vacht is er in de erkende kleuren: zwart of bruin (en zelden oranje) met witte aftekening waarin schimmeltekening is toegestaan. Opvallend is dat het hoofd vrijwel altijd eenkleurig is, terwijl de rest van de hond bont is. Buiten de ruiperiode (zeker tweemaal per jaar), verliest de vacht tussendoor haren. De vacht behoeft weinig onderhoud: de halflange beharing houdt geen vuil vast. Een wekelijkse borstelbeurt is afdoende. Wel zult u regelmatig de gevouwen tegen het hoofd gedragen oren, de bossige staart (de dikke vacht is overal even dik en lang), plus de broek, op takjes en andere ongerechtigheden moeten nakijken.

Rasinformatie via: www.nvsw.nl en www.onzestabijhoun.nl. Het voor de (toekomstige) Stabijbezitter onmisbare naslagwerk ‘De Stabij - Bijke in alle opzichten’ voorzien van fraaie foto’s is voor 15 euro (excl. porto) te bestellen via: wmdooper@ziggo.nl

dinsdag 15 juni 2021

VAKANTIEVLUCHTEN

 vakantievluchten weer op gang

een zorgeloze zonnige dag mag eeuwig duren

mild en aangenaam 

26 graden bij een droge atmosfeer

zonnestralen

een zachte bries streelt je blote huid

ever changing moods van the style council 

de antieke pendule tikt de tijd weg

eindeloze azuurblauwe lucht met een witte veeg

de eerste vakantievlucht verpest ons zomergevoel niet


Pop ziet ze vliegen