In Nederland zul je de nauw verwante Mastín Español en Mastín del
Pirineo niet zomaar tegen het lijf lopen. Mocht je deze knuffelbeer in de vrije
natuur tegenkomen, dan valt zijn eigenwijsheid het meest op. Hun uiterlijk
nodigt uit om ze aan te halen, maar de muy
grande perro heeft doorgaans geen boodschap aan andere mensen en honden.
Herkomst en
geschiedenis
De Mastín stamt af van de vroegere vecht- en drijfhonden die
sinds mensenheugenis in Europa voorkomen. In Spanje werd de hond een
verdienstelijk kuddebewaker en begeleider van schaapskudden. De zelfstandig
werkende Mastín drijft zijn kudde niet bijeen, maar roept de schapen voor hun
veiligheid bij zich. Op kilometerslange trektochten van de hoger gelegen
weidegebieden naar de markt- en slachtplaatsen in de bewoonde wereld,
beschermde de massieve hond de pluizige herkauwers tegen wolven, beren en
veedieven. De hoeder kon ’s nachts rustig zijn ogen sluiten, de Mastín telde de
schaapjes. In Spanje staat de Mastín Español ook bekend als Mastiff van Leon
(noordwestelijke provincie), Mastiff van de Extremadura (regio in het
binnenland) en Mastiff van La Mancha (historische regio Castilië – La Mancha
gelegen in het zuidoosten.) Zijn noordelijke broer de Mastín del Pirineo, of
Pyreneese Mastiff is idem dito een molossernakomeling, vandaar dat ze
opeenvolgende nummers hebben gekregen: FCI groep 2 nummer 91 (Español) en 92
(del Pirineo), sectie 2.2.
Karakter
De Mastínes hebben een goudeerlijke inborst. Zomaar wat
stekwoorden die op beide teddyberen toepasbaar zijn: tranquilo, (zacht)moedig,
extreem oplettend, waaks, pienter en zelfstandig, een krachtige drang tot
beschermen. De Español (reu circa 80 kg met een schofthoogte van 70 cm) hangt
sterk aan zijn gezin en is iets rustieker en nobeler dan zijn maatje meer. De Mastín
del Pirineo ( reu 55 – 70 kg met een schofthoogte van 78 cm) is weer wat
zachtaardiger en mensvriendelijk. Hij maakt zich minder snel druk. Gezonde
honden bereiken gemiddeld een leeftijd van acht à negen jaar. De uiterste
houdbaarheidsdatum is tien jaar.
Sociaal gedrag
De Mastínes zijn, mits keurig opgevoed en goed
gesocialiseerd, prettig in de omgang met huisgenoten, zowel mens als dier. De
hond mist het jachtinstinct maar kan wel prooidrift vertonen. Fladderende
kippen hebben voor de Mastín hetzelfde effect als een wapperende muleta op een
stier.
Kinderen geen bezwaar? Voor eigen kinderen (die geleerd hebben om respectvol met
een hond om te gaan) is hij een prima familiehond. (Spelende) kinderen die niet
tot zijn gezin behoren, kan hij als mogelijke vijand beschouwen. Net als bij
elke andere hond, is voorzichtigheid met kinderen geboden. Tegenover onbekenden
is de onverschrokken magnum uiterst wantrouwend. Op privéterrein zal hij nooit
voor vreemden wijken. Hij verdedigt huis en haard (en vee) met zijn leven.
Onderweg is de wollige reus voor andere honden
benaderbaar: een korte begroeting van zijn kant, waarna hij de hond verder geen
blik waardig gunt. De zelfverzekerde goeiige gigant gebruikt zijn tankpower
gedoseerd, omdat hij zich van zijn fysieke superioriteit bewust is. Alleen als
het onafwendbaar is, vecht hij.
Opvoeding en beweging
Mastínes zijn buiten in hun element. Niet zo verwonderlijk
gezien de dikke vacht en hun oorspronkelijke habitat. Het liefst lummelen ze
overdag om het huis op een megagrote omheinde lap grond. Het is hun favoriete
bezigheid, naast liggen; van de boel in de gaten houden wordt je ook
(geestelijk) moe. Pas als de zon ondergaat, komt het bakbeest tot leven. De
baas hoeft in bed geen schaapjes te tellen. Hij weet dat zijn hond onafgebroken
avonddienst draait. De beschermheer of -vrouw waakt en bewaakt, maar is geen
overdreven blaffer. Hij slaat alleen alarm als het echt nodig is. Reuen zijn
soms meer territoriumbewust en kunnen wat vaker hun donkere blaf die diep uit
hun borstkast komt, laten horen. Bij indringers staat de Mastín vierkant achter
zijn opgetrommelde baas die hoort wanneer het menens is. Ondanks de vrije
uitloop mogen de beweeglijke Mastínes voor de broodnodige variatie graag op
stap gaan: op het Nederlandse equivalent van de pampa wel te verstaan. Voor
stedelijk gebied zijn ze volkomen ongeschikt. Ondanks dat het geen ruziezoekers
zijn, is het veiliger het gevaarte aan de lijn te houden. Punto uno: omdat hij
komt wanneer hm dat zin. Consequentheid, en luid en indringend toespreken om
hem te motiveren om te luisteren geven het beste resultaat. Punto dos: met een
grote hond ben je altijd de pineut als er wat gebeurt. Hij hoeft slechts zijn
gewichtige kilo’s op een onderdeurtje te zetten en …
Voor beide rassen geldt dat ze commando’s niet subiet
opvolgen. Ze zijn gewend autonoom te werken en hun eigen beslissingen te nemen.
Als je je daarover druk maakt, is de Mastín ongeschikt voor jou. De Mastín
Español is een hond voor (ver)gevorderden, omdat hij, eerder dan de Mastín del
Pirineo, de confrontatie zal zoeken. Hij vraagt een flegmatieke eigenaar die
van nature overwicht uitstraalt.
Een hond met een sterke wil die qua gehoorzaamheid
moeilijker te regeren is dus. Maar een harde of onrechtvaardige aanpak kan bij
de hond minder prettige eigenschappen aan de oppervlakte brengen. Voer je de
druk op dan zal hij tegendraads reageren. Bovendien heeft hij een geheugen als
een olifant. Hem kwetsten of slecht behandelen, geeft een blijvende deuk in het
wederzijds vertrouwen.
De grotere en zwaardere Mastín del Pirineo komt pas laat tot
wasdom. Zo rond de leeftijd van drie tot vier jaar is de laatbloeier fysiek en mentaal
volwassen. Voor ervaren hondenbezitters is de dikke beer redelijk naar je hand
te zetten. Aanstaande problemen gaat hij veeleer uit de weg. Hij is een fijne
gezinshond die wel, zoals gesteld, permanent zelfstandig beslissingen zal
blijven nemen.
Gezondheid en
verzorging
Het ras heeft te kampen met HD. Heupdysplasie betekent letterlijk:
heupmisvorming. Het komt voor bij (middel)grote rashonden, bastaards en
kruisingen. HD is een aandoening met een multi-factoriële oorsprong. Dat wil
zeggen dat er géén eenduidige oorzaak voor de aandoening is aan te wijzen. Het
kan ontkiemen door erfelijke factoren (25%), uitwendige invloeden (voeding en
onstuimigheid van de hond) en een bepaalde ontwikkelingsstoornis van de
heupgewrichten. Doordat er teveel beweeglijkheid tussen dijbeenkop ten op
zichte van de heupkom is, treedt vervroegde slijtage in het heupgewricht op die
uiteindelijk leidt tot pijnlijke artrose.
Maagtorsie is een voorkomende doodsoorzaak bij de Mastínes. De
officiële term voor een verdraaiing of kanteling van de maag is
maagdilatatie-volvulus (MDV). Bij een maagtorsie draait de maag om zijn as
waardoor de in- en uitgang worden afgesloten. Er zijn verschillende oorzaken
die het risico op een maagtorsie vergroten. Een kleine opsomming: de kenmerken
van een hond (grootte, gewicht)
Mastínes zijn allesbehalve grootverbruikers. Het voert
waarschijnlijk terug naar tijden van weleer waar ze genoegen moesten nemen met
wat onderweg voorradig was - denk hierbij aan de nageboorte van lammeren. Als
huishond nuttigen ze twee karige maaltijden per dag. Om de geperste brokken appetijtelijker
te maken, kan men er bouillon of een lepel sappige blikvoeding doormengen.
Bijzonder: teven worden slechts eenmaal per negen maanden
tot een jaar loops.
Vacht
Naast het kleurverschil is er onderscheid in structuur. De Mastínes
kennen per jaar twee ruiperioden. Bij beiden vereist de vacht regelmatige kam-
en borstelbeurten.
De vacht van de Mastín Espaňol is van top tot teen dicht,
grof en glad. Het is stevig dekhaar met overvloedige onderwol. Het haar over de rug en op de staart is
langer dan aan de zijkanten van het lichaam. De kleur is blond met nuances naar
rood, wolfsgrauw, zwart, black and tan, en gestroomd. Deze vacht behoeft iets
minder onderhoud. Als je de haren in de rui laat zitten, ontstaan er dotten,
net als bij bizon en kameel, die je kan afpellen.
De vacht van de Mastín del Pirineo is zwaar en dik, zacht
zonder wollig te zijn. De grondkleur is wit met gekleurde platen op het hoofd,
rond het oog, op de wangen, en op het kruis bij de staartaanzet. Je blijft aan
het borstelen. Bij verharing moet de onderwol zo spoedig mogelijk verwijderd
worden. Klitten en hotspots liggen op de loer.
Vertegenwoordiging
De belangen van de Mastín Espaňol
worden officieel behartigd door de Mastíno Napoletano Club Nederland. Een
erkende rasvereniging die acht Molosserrassen vertegenwoordigt, en waar de
Mastín eigenlijk een buitenbeentje is: www.mncn.nl. Vreemd genoeg is de Mastín
del Pirineo er niet ondergebracht. Hij heeft geen erkende Nederlandse
rasvertegenwoordiger.
In Spanje bestaat een show- en
werktype. In Nederland komt van de volbloeden enkel het showtype dat
gezeglijker en minder zwaar is, voor. De voorkeur bij het fokken gaat
tegenwoordig weer uit naar een lichter slag hond. Opvallend is dat er een
opmars gesignaleerd wordt van papierloze honden zonder referenties. Naar
stamboomhonden is minder vraag, omdat buitenlandse mengelingen - aangeboden via adoptie-organisaties op internet - de markt doorkruisen.