vrijdag 11 juli 2014

BEVLIEGING


Tien wandelminuten verwijderd van de auto. Wolken schuiven voor de zon en geven daarmee een diavoorstelling op de weidegrond waar Skip tussen het zegge plopt. De lucht voelt klef. Waar haalt hij de energie vandaan? Vier net bezwangerde vaarzen die tevergeefs door de modder hebben gerold, zoeken steun bij elkaar. Ze zijn ontstemd. Een oneindig leger bloedzuigende vliegen plakt om hun enkels, op de donkere vlekken van de vacht (op het koelere wit zit er geen een), bij hun aars en rond de grote vochtige koeienogen waarin ze zomaar zou kunnen verdrinken. Mechanisch zwiept de door het slijk gehaalde staart de vliegen van zich af. Trillende vachten om de irritante insecten af te schudden. Hun kop gaat zover als hij reikt heen en weer. Ze worden er geschift van, ik nerveus. Bestaan er geen insectenwerende middelen voor landbouwdieren zoals een anti vliegenspray of een reuzen klamboe? Kunnen er niet net als bij paarden zebrastrepen worden aangebracht die eveneens effectief tegen dazen schijnen te helpen?

Uit compassie voer ik de dames het gedroogde gemaaide gras van de buurman. Dat leidt wat af. Gras is altijd groener aan de overkant. Als de aanstaande moeders verzadigd zijn, gebruiken ze toeven gras als vliegenmepper voor een breder bereik. Chapeau! Wat een hardnekkige vliegen. Daarom ging Skip ook op de loop: de vliegen op zijn oren en gezicht blijven zelfs plakken als ik erover wrijf. Gauw wegwezen hier.