Het is iets voor
negenen. De gevaarlijke hitte is al tastbaar. Te laat om ver te gaan wandelen.
We zijn niet de enigen die er zo over denken. Slome retrievers, een nauwelijks enthousiaste Shih Tzu, en een forse druktemaker die normaliter uitvalt
tegen andere reuen, maar zich nu mak gedraagt. Een rare gewaarwording.
Skip muist dichtbij huis in het schaalloos
grasland waar St. Janskruid de boventoon voert. Het had net zo goed de Sahara kunnen zijn. Ik wankel op de uit
voorzorg meegenomen driepoot. Voortdurend als ik (vanwege de haas) achter de
ronddalvende Skip aan verhuis, zakt minstens één poot in een van de ontelbare gaten.
Bij tijd en wijle komen hondenvriendjes een kijkje nemen. Berner Sennen Jessie verdrijft
Skip uit zijn minigroeve. Een tandenknarsende Skip geeft geen krimp. Na een
summiere schouw snapt ze niet waarom iedereen er zo gewichtig over doet. Ze gaat.
Skip wil het werk hervatten. Hij steekt zijn neus in de kuil, trekt een vies
gezicht en stuit op. Goeie grutten! Had die Jessie me daar een partijtje
zweetvoeten.
Noodgedwongen
trekken we verder. We kunnen een eindje onder bomen van dezelfde statuur en
jaarringen waar het zonlicht ons niet kan
vangen. Skip
mag van de lijn. Voor een sprint is het toch te warm.