woensdag 30 juli 2014

TIJGERPRINT


In het hondenbos is de bouwvak merkbaar. Een gering aantal meest vreemde auto’s, mensen en honden. De enige bekende is de goedlachse meneer van vrolijke wildebras Titus. Vandaag wordt hij vergezeld door een vakantiehond. We beoordelen diens uiterlijk als een pittige tijgermix. Titus is naar de dagopvang; een manege waar vrinden van de eigenaar het voorrecht hebben om daar op werkdagen hun hond te stallen. ‘Dan is hij niet alleen thuis als mijn vrouw en ik naar ons werk zijn’, lacht de meneer leuk. ‘Titus staat te springen van vreugde als ik ‘m daar aflever en bij het ophalen moeten we ‘m altijd ergens vandaan plukken. Het geeft je een goed gevoel wanneer je weet dat je hond zich goed amuseert, terwijl jij je op het werk vermaakt.’ 
Zucht, waren alle bazen maar zo. Hoeveel zielige honden kijken je overdag, lopend langs hun huis, vanachter het raam met trieste ogen waarin weinig te beleven valt aan. M. en ik fantaseren erop los. Meneer Titus is vanwege zijn goudmontuur óf notaris, accountant is optie twee, óf hij heeft een leidinggevende job bij een multinational waar je als medewerker graag je best voor wilt doen. Zijn Algemeen Beschaafd Nederlandse tongval doet vermoeden dat de liefde van zijn leven hem naar Limburg bracht.
'Hij, wijzend op de logé, woont sinds een jaar of vijf bij mijn dochter in de hoofdstad. Daar moet je als hond wel heel sociaal zijn, anders ben je nergens welkom. Je kan hem driedubbel in de knoop leggen. Hij gaat zelfs mee naar kantoor’, calculeert de attente meneer die ziet dat ik licht sceptisch naar de pitbulldog met een brede halsband vol stoere spikes loer, in. Terwijl hij het zegt, hebben Skip en 'het borrelnootje' zich al angefreundet. Relaxed lopen ze samen een eindje op. Hij is goedmoedigste reu die ik ooit  ben tegengekomen. Vast de invloed van de vriendelijke meneer die wel een schat van een dochter moet hebben.