dinsdag 8 juli 2014

SCHAPENTEEK


Ik open de voordeur. Skip vertoond weinig animo als hij ziet hoe het buiten te keer gaat. Simultaan steekt Cruzer op een ander adres haar neus tussen deur en deurpost. Beide herzien hun mening als ze horen dat ze samen naar de hei gaan. Want de rebellen hebben elkaar vijf dagen moeten missen. De thermometer op het dashboard geeft 15.5 aan. Da’s niet te vergelijken met de dikke 25 graden van gisteren. Terwijl M. en ik door het gras soppen, rennen de rebellen anderhalf uur in het hondenbos. Het water loopt tappelings mijn laarzen in, M.’s schoenen zijn doorweekt. In de auto wikkelen we de honden in een badlaken dat het ergste nat absorbeert.

Thuis vind ik tijdens het afdrogen teken. Verdorie. Vijf dagen werd Skip elders uitgelaten en geen teek te bespeuren. Mijn interpretatie: er kan een verband gelegd worden tussen gebieden waar schapen grazen (of hebben gegraasd) en terreinen waar ze nooit komen. Dat klopt ook met wat er in de natuurkalender* beschreven staat. Daarom ban het schaap en daarmee de schapenteek uit wandelgebieden. Zijn we ook meteen van de enorme stinkende  keutelberg af die weer gevaar voor wormbesmetting met zich meebrengt. Gun die arme schapen een sappige weide en hou ze weg van de kale heide. En ocherm, ook niet in de ongezonde berm.