Bewolkt en 28 graden. We
blijven dicht bij huis. In het veld waar mollen en muizen huizen is de bodem
van stro. Vanaf de dijk zien we een wannabe- Norrbottenspets* aan het werk. Als
een vosje zo perfect maakt ze onafgebroken muizensprongen. De van oorsprong
buitenlandse eigenaar formuleert voorzichtig zijn antwoorden in koeterwaals
wanneer ik probeer een gesprek aan te zwengelen. Er is geen touw aan vast te
knopen en de naam van de hond is een tongbreker. Met handen en voeten geven we aan
dat we elkaars hond lief, leuk en aardig vinden. Het muizenhondje vangt bot,
ondanks dat ze erg gruizig is. Skip doet voor hoe het moet. Met zijn alerte lichaam
als een spin in een web plet hij lukraak een vette muis onder zijn voorpoten. Tjap
en hap. Hij raakt begeesterd en bij elke snoekduik moet ik de riem laten
vieren. Zij kijkt beteuterd als Skip zijn derde muis in nog geen vijf minuten
vangt: is ze nou haar officiële titel kwijt? ‘Ja, jij maakt prima sprongen, maar vlak de techniek
van de lijnende Skip niet uit, bewierook ik mijn eigen hond, ‘hij zet door tot minstens
één muis in zijn ‘kluis’ zit. Skip is gevuld. Hij hapt wat grassprieten weg en
nipt aan het rivierwater. We steken de streekweg over. Op zijn elfendertigst
begeven we ons naar het tochtgat tussen de twee torenflats waar Skip vijf
minuten de tijd neemt om zich door te laten blazen.
* Oneerbiedig zou je kunnen stellen dat het exterieur van de Norrbottenspets een mix is tussen een Noorse Buhund en een Jack Russell. Oftewel zoals een hondenkind van Skip en Cruzer eruit zou zien.
* Oneerbiedig zou je kunnen stellen dat het exterieur van de Norrbottenspets een mix is tussen een Noorse Buhund en een Jack Russell. Oftewel zoals een hondenkind van Skip en Cruzer eruit zou zien.