vervolg op SJRAAR 27 juli 2104
Het is vroeg in de avond. Skip
doezelt in de geopende serre. Een etage hoger soest poes. Alles senang. Skips
neus begint te wiebelen. Het ruikt, het ruikt naar … poes! Skip schiet onmiddellijk
in alarmfase 8. Hij gromt, blaft en explodeert als hij doorheeft dat een poes
op ZIJN dak huist. Doordat hij wild op zijn achterste poten joept, stoot hij
zijn kop tegen de aluminium tafelpunt, (auw, da’s hard) en schraapt hij met
zijn klauwen zowat de verf van het deurkozijn. Hij pist in elke hoek wat hij
nog NOOIT gedaan heeft en scherpt zijn nagels aan het beton. Klaar voor de
strijd. Schraar, zich van geen kwaad bewust, blikt beminnelijk omlaag: waar is
al dat tumult voor nodig?
Ik vind
een ravage: omgevallen stoelen, pies en Skip over zijn toeren en met een bult
onder zijn oog. Ik dirigeer hem naar de keuken. Hij wurmt zich tussen mijn benen door om via een omweg toch
in de binnentuin te belanden. Ik versper de doorgang en Skip geraakt in de
achtertuin. Uit pure frustratie grijpt hij een opstijgende spreeuw uit de
lucht, een pechvogel die net zijn verenkleed in het zand van parasieten had
ontdaan. KILL! Als dat geen statement is.
Skip blijft opgesloten
in de televisiekamer waar hij briesend broedt op een ontsnapping. Daar zitten
we dan met de ramen en deuren dicht, terwijl de temperatuur langzaam oploopt en
Skip overkookt. Hij kalmeert als ik diepvriesdoppertjes tegen zijn wang houd om
de zwelling te laten slinken. Poes snort al lang en breed in haar eigen mandje. Het is zo klaar als een
klontje dat Skip de uitstapjes van Schraar niet duldt. Lieve Schraar, het had zo
mooi kunnen zijn. We gunnen je de minivakanties zo. Sorry, er zullen andere
afspraken gemaakt moeten worden. Zou een bezoekregeling als Skip van huis is wat
zijn?
*Kom van dat dak af is een hit uit 1960
van en door Peter Koelewijn.