Kuil die bij golfslag of hoogwater verdwijnt
‘Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in’, luidt
een bekend gezegde. Als dieren buiten een gat graven, kunnen wandelaars of
honden lelijk wegzakken. Hoe vaak ik al niet voor eventjes één korter pootje
hebt gehad door een konijnenpijp die afgedekt was met dor blad of overhangend
gras … Knap dat onze rebellen tijdens
het jagen nog nooit de nek hebben gebroken over een van de honderdduizenden
konijneningangen.
Skip
graaft meestal niet diep. Voor mollen hanteert hij de sluizenmethode: het
vanuit twee kanten toewerken, vlak aan het aardoppervlak, naar het centrum. Bij
het ontginnen van muizengaatjes draait hij in de rondte, zodat alles vanzelf weer
wordt dichtgegooid. Bij konijnenholen kan hij, als hij de tijd van mij krijgt,
weleens de diepte ingaan. Om valpartijen te voorkomen, demp ik na gedane arbeid
de kuil. Skip vindt dat respectloos van mij. Al dat werk zomaar teniet doen.
Het moest niet mogen.