Alles loopt op rolletjes. Hij heeft een verantwoordelijke
drukke job. Zij een parttime baantje vanwege de oude dibbes en omdat de
kinderen het huis uit zijn. De taken zijn verdeeld. Dan krijgt hij op zijn werk
te horen dat hij niet meer hoeft te komen. Een mokerslag. Van een gewaardeerd
medewerker wordt hij onvrijwillig gebombardeerd tot overbodige huisman.
Na de stadia ongeloof, verontwaardiging en (zelf)acceptatie,
stort hij zich op het afspeuren van advertenties. Er bestaan geen betaalde
vacatures voor 55-plussers: ‘vrijwilligers
gevraagd’ is wat de klok slaat. Mag je een keer op gesprek komen dan wedijver
je met tig jonge sollicitanten, zodat de moed je al bij voorbaat in de schoenen
zakt.
Toegeven tegen over je vrinden dat je gedwongen thuis naast
de hond op de bank zit te zuurpruimen, doe je niet. Ontslag, zonder uitzicht op
een baan. De zelfstandigheid lonkt. Een adviesbureau beginnen, of toch die droom
van een B&B op het Franse platteland waarmaken. Als-tie 30 jaar jonger was
geweest, had hij het wel geweten.
Thuis rondhangen en klussen met twee linkerhanden, wordt
niet gewaardeerd door moeder de vrouw die gewend was om alle dagelijkse
beslommeringen in haar eentje op te knappen. De spanningen lopen op. De midlifecrisis
waar je nog niet eens zo lang geleden van was hersteld, hangt weer boven je
hoofd.
De hond plukt er de vruchten van. Hij geniet van het gezelschap, de extra aandacht.
Zijn vroeg-uit-de-veren-ommetje wordt een lange zit. Samen met de recent
gepensioneerde buurman, die eveneens met de ziel onder zijn arm loopt, en wiens
grijze grommerd hem vanaf de eerste werkeloze dag claimt, houden ze tot
lunchtijd de houten parkbank bezet.