Bij uitzondering werd de ochtendwandeling verzet naar de
middag. Het is toch anders. De konijnen hadden zich, beu van het ellenlange
wachten (waar blijven de rebellen nou!) teruggetrokken voor de siësta. De dolende bende vindt na een grondige zoekactie één konijn:
een spelbreker die blijft zitten waar-ie zit. Het wordt een driehoeksspel. Elke
rebel beheert een uitgang. Kippetje zou je zeggen, ware het niet dat de
holbewoner niet van zijn plek roert.
De stemmen komen los. Tijdens het inzingen wordt onmacht ten
gehore gebracht. Er wordt stuivertje verwisseld, gedubbeldekkert, overlegd, zand verplaatst, maar vooral uit volle borst gescat*. De gouden keeltjes
schreeuwen moord en brand in een muzikale dialoog. De uitsloverij levert niets
op. Het konijn, vast geen muziekliefhebber, is vanwege geluidsoverlast allang
met de noorderzon vertrokken. En oh wat vlamt die novemberzon nog vurig. *Scatten is een vocale impressie in de jazz.