zaterdag 1 november 2014

ALLERHEILIGEN

Zeg nou zelf: wie is er bang voor zo'n schattig hondje?

Ik heb net mijn eigen stoepje schoongeveegd. Die van de wederzijdse buurtjes gingen in een moeite mee. Skip ligt vooraan in de gang op wacht. Een gepimpte golf met buitenlands kenteken wordt voor onze deur geparkeerd. Dat mag (helaas); onze straat is de eerste vanaf het stadscentrum met - nog wel - gratis parkeren. Op Allerheiligen is er elk jaar een Duitse invasie. Ik groet de passagier die uit de zwarte auto voorzien van toeters en bellen, stapt. De met goud behangen jongeman knikt omdat hij zich gedwongen voelt. Skip kwispelt hevig: leuk! bezoek! Ze komen niet voor ons, maar om te shoppen.

Zijn chickie blijft achter het getinte glas zitten. Ik maak eruit op dat ze een afkeer voor honden heeft. ‘U kunt gerust uitstappen, mijn hond gaat niet voorbij de dorpel’, laat ik weten. Daar heeft ze geen boodschap. Het autoraampje kiert open. Gebiedend gebarend en in een onverstaanbare taal maakt ze mij duidelijk dat ik de hond achter slot en grendel moet zetten.

Ik ben de beroerdste niet, maar op die manier voel ik me daartoe niet geroepen. Bovendien ligt Skip binnenshuis. Het toeval wil echter dat ik buiten klaar was. Ik had dolgraag de vervolgstap geweten: de dienst blijven uitmaken, volharden in wachten, of wegrijden.