vrijdag 2 januari 2015

VISVOER


Ik stofzuig de restanten van 2014 weg. Skip maakt zich schaars. Voor krachtpatser Tyson, uh Dyson heeft hij ontzag. Hij vindt het lawaai irritant. W. meent dat de reden een aanvaring (statische stroomstoot) met de stofzuiger moet zijn geweest. Al het overige kan Skip niet deren. Ontploffingen, schoten, knallers, pitbulls, voortrazend verkeer en glad ijs zijn niets om je zorgen over te maken.

Op 1 januari maken we in alle vroegte een wandeling in het dal waar we op verscheidene plekken overblijfselen van afgestoken vuurwerk vinden. Arme bosbewoners. Skip pikt meteen een spoor op. Het is vast van de bever die hevig geschrokken door het mitraillerende geknal, in blinde paniek kriskras toevlucht heeft gezocht naar een veilig heenkomen. Skip is zo driftig in de weer dat hij de overgang van witte ondergrond naar broze ijspiste niet waarneemt - wij waren ervan uitgegaan dat de vijver niet meer bevroren was.

W. skiet op zijn snowboots, onderdehand zijn jas uitrekkend, de besneeuwde helling af. Ik gebruik de ijselijke noodgevalgil om Skip aan land te krijgen, terwijl mijn ogen de omgeving aftasten naar bruikbare stammen en takken voor bij een eventuele reddingsoperatie. Een leedvermaak hebbende zwaan peddelt in een smal langgerekt wak. Ik gil nog een keer. Een tel voordat W. een nat pak gaat halen, wordt de nieuwjaarsduik afgelast. Skip zet voet op vaste bodem. Cool, ik kan over water lopen, vertelt zijn opgewonden snoet me. Ik, opgelucht dat we het allemaal na kunnen vertellen: ‘Over water lopen! Jezus jongen, je was vrijwel visvoer’.