Noorse Buhund prequel dogtales 16
Sinds begin jaren negentig loop ik met mijn honden meestal een
vaste route langs de Maas. Sindsdien is er helaas veel veranderd. Van woeste
natuur in de oude beemden naar asfaltpaden en aangelegde natuur. De kronkelige,
modderige paadjes voerden door weilanden met paarden en je moest soms over
slordig gespannen prikkeldraad heen stappen. De honden konden er gemakkelijk onderdoor
of sprongen er overheen. Sporadisch was er toegang door een poortje en
aangepaste kleding en schoeisel was noodzakelijk. De vaste wandelaars in dit
gebied hadden zelf benamingen bedacht om de diverse stukken route aan elkaar te
duiden. Vossenveld, bijdepaardjes, ganzenweitje: iedereen wist feilloos waar je
bedoelde. Het oude wandelpad lag er al die tijd naamloos bij. Het voornaamste
was echter dat je door de ruigte van het gebied slechts wandelaars tegen kwam
met honden - een
enkele vogelaar daar gelaten – waardoor je hond er ongestoord los kon rennen.
We hebben er vele gezellige ontmoetingen gehad.
Moeder Maas gooide roet in het eten door steeds vaker
buiten haar oevers te treden. Er werden terecht maatregelen genomen tegen de
overstromingen. Maar zoals het vaak gaat met de overheid moet natuurlijk schoon
worden ‘beschermd’, aangelegd of verlegd. Er wijzigde nog iets. Onze IJslander
kreeg een Noorse Buhund als opvolger en weer lopen we dezelfde weg. Het
idyllisch paadje werd een drukbezocht geasfalteerd pad voor wandelaars én
fietsers. Voordeel is wel dat we nu niet meer elke dag de klei van broek en
laarzen hoeven te schrapen. Nadeel is dat je pas na de ochtendspits kunt
wandelen omdat het er anders te druk is. Er is een voordeel: Skip geen vroege
vogel.
Langzamerhond kent iedereen Skip. De vrolijke Buhund is er
een graag geziene gast, zo lang hij maar beneden door het struikgewas rent en
niet onaangelijnd loopt op de verhoogde dijk zelf. Bij regenweer, gladheid of
als het rustig is en we niemand hinderen, zijn we graag burgerlijk ongehoorzaam
en loopt Skip gewoon los. Enkele joggers trakteren zelfs steevast op
hondenkoekjes. Skip helpt mee aan de dijkbewaking door de aanwezige konijnen-
en mollenpopulatie in bedwang te houden. Voor de zuurkijkende ochtendfietser op
weg naar zijn werk zorgt hij voor een vrolijke noot met zijn grappige
huppeltje.
Plompverloren staat er op een dag een ijzeren paal met een
gloednieuw naambordje erop bevestigd: VIKINGPAD. Even stond ik perplex en dacht:
goh, wat enig, het pad is naar onze blonde Viking vernoemd. Of het zo had
moeten zijn, droeg ik het fototoestel bij me. Het werd een onofficiële
onthulling zonder publiek en fanfare. Vol trots poseert de prille VIP met het
straatnaambordje voor de camera. Ietwat verdwaasd en opgetogen wandelen we daarna
door.
De droom spat snel uit elkaar als we een stuk verderop het
gebouw van de plaatselijke kanovereniging zien liggen. Het houtwerk krijgt net
een fris likje verf. Op een rond bord dat tegen de gevel gehangen wordt, lees
ik kanovereniging Viking. Het lijkt me aannemelijker dat het pad daar naar is
vernoemd. Ik besluit geen navraag te doen bij de gemeente hoe het werkelijk
zit. Soms is fantasie leuker dan de realiteit. Voor ons is het voortaan Skips
paadje.