De eerste weerkundige winterdag is een lauwe
grauwe herfstdag. We doen een rondje visvijver. We veronderstellen dat Skip ons
als een brave hond volgt. Dat is zo totdat we, totaal verrast, Skip doodleuk aan
de overkant van de plomp in de afgebladderde hangende tuinen van Babylon zien.
Hij moet zich tegen de steile wand schrap zetten. Zich overal aan vastgrijpend stuit
de alpinist voorwaarts. Koortsachtig scannen zijn ogen de omgeving af: waar is
de geurigheid te vinden?
Skip dwaalt te ver af en we sporen
hem aan terug te komen. Wij blijven op de vlakte. En dat vind ik dan
weer knap. Geen retourtje daltarief voor Skip. In plaats van de moeilijke weg
terug zoekt Skip het hogerop. Daar kan hij via de onverharde en beter begaanbare
weg eenvoudig naar ons toe.