Nederlanders schijnen een vrijpostig volkje te zijn dat zich nergens voor schaamt. Gluren bij de buren zit in onze volksaard. In het echie of zoals tegenwoordig ‘onschuldig’ via foto’s en filmpjes op de legio huizensites op internet. Door de massale plakwoede van folie op de ruiten waarmee men zich tegen ongewenste toeschouwers wil wapenen, de gesloten gordijnen als de avond valt, en omlaag gelaten rolluiken zou je het nog gaan geloven ook. Maar ongegeneerd digitaal koekeloeren bij een ander is niet hetzelfde als wanneer iemand indiscreet zijn smoel tegen het glas drukt om je interieur te bezichtigen.
Een hond komt goed van pas bij het naar binnen turen, mocht je daar behoefte aan hebben, verkondigde een zichtbaar afgunstig nieuwsgierig Aagje tegen mij tijdens een blokje om met de hond langs de pas gerenoveerde grijze huizenrij. ‘Met de hond aan de lijn heb je een prima excuus om voor een woning te blijven dralen om zo de inboedel goed in je op te nemen.’ Daar sprak onmiskenbaar een hondloos persoon. In onze parochie schuiven senioren met priemende ogen acuut de vitrage aan de kant, of kloppen driftig met hun knokkels op het glas alléén al bij de gedachte dat je voor hun huis halt zou houden om daar je hond de gevel of de met zorg gepote geraniums te laten bewateren. Zeker met zo een grijze dag als vandaag als het blijft sijpelen, heeft het sleuren langs deuren voor onze hond en mij geen toegevoegde waarde. Wij zien met plezier af van potentiële bezichtigingen en lopen door naar het park waar we als kleuters met onze regenlaarzen en natte hondenpoten in de plassen plonzen.