maandag 23 november 2020

NOSTALGIE

 

Dat we herinneringen uit onze kinder- en tienertijd vaker, makkelijker en beter onthouden, wordt reminiscentie-effect genoemd. Je kunt stellen dat wanneer je jong bent, je alles voor het eerst beleeft. Zo is en blijft je eerstgeborene het meest bijzonder, (eventuele) nakomertjes zijn gemeengoed. Je kunt blindvaren op je ondervinding als je voor de tweede keer ouder van een baby wordt. Bij honden is dat grotendeels zo. Je eerste eigen hond als je later groot bent, blijft de meest speciale. 

De lieverd die diepe indruk op je maakte in je jeugd, draag je voor altijd in je hart. Hij of zij bepaalt hoofdzakelijk of je later een hond aanschaft en welk type het qua uiterlijk wordt. Zoete herinneringen als aandenken zijn praktisch onbruikbaar. De opvoeding is minstens zo intensief als bij de vorige. Elke hond is uniek en vraagt om een specifieke aanpak. Zelfs hondenouders die kunnen putten uit ervaring moeten elke keer weer bijspijkeren en het wiel opnieuw uitvinden. 

Zo fietste ik als tienjarig meisje fier met mijn spierwitte godenfiks voorin in een stalen stuurmandje. Vooraf oefenen deden we niet. Het was een stukkie beklede karton op de bodem, hond erin en gaan met die banaan. De viervoeters die volgden waren te flink voor op de fiets. Dik veertig jaar later heb ik uit nostalgie een hondenformaatje aangeschaft dat fietsmandwaardig is. Nu trainen we eerst: leren stilzitten in het kratje op de grond, lopend naast de fiets met de hond in het bakkie, hierna een oefenrondje karren en als dat goed gaat pas voor het echie eropuit.