Petit & Grand: doubleure
In het bos waar het een va-et-vient van honden is, treffen we twee overjarige hippies, zestigers, met een Grand Basset Griffon Vendéen. Op mijn question waarom ze nadrukkelijk kozen voor dit specifieke ras, vatten ze de hond met de knisperende haren samen als een toffe peer en een relaxte gast. De Grand Basset Griffon Vendéen is een halfzacht ei: maak je vooral niet druk. Op de bank onder het genot van een wijntje en een kaasje is hij een gemoedelijke ami, en plein public verdraagt hij zich met soortgenoten van allerlei pluimage als een pacifist die ijvert voor gelijkheid. Zijn joie de vivre is ideaal voor Francofielen, schuine streep, levensgenieters zoals wij.
Herkomst en geschiedenis
Vele jaren deelden de
uit de Franse Westkust (exactement
uit la Vendée) afkomstige Grand Basset Griffon Vendéen en de Petit Basset
Griffon Vendéen overeenkomstige papieren. Vermoedelijk omdat beide Fransozen
aanvankelijk in dezelfde nesten voorkwamen. Het verschil zat ‘m van meet af aan in de maat. De grootste van de
twee, de rechtbenige Basset Griffon (à
pattes droites) was de voorloper van de huidige Grand Basset Griffon
Vendéen. De petits met half gedraaide voorbenen (à pattes demi-tors) van de Petit Basset Griffon Vendéen.
We kunnen de klassiekers afstoffen, maar het blijft hier en daar natte vingerwerk. Volgens Paul Dezamy, de Franse fokker wiens adellijk type honden model stonden voor volgende generaties én medeoprichter van de Club du Basset Griffon Vendéen - de toevoeging ‘Basset’ (kortpotige) is in de loop der tijd geschrapt, verdienden de kleine gepassioneerde konijnenjager en de grote hazenjager ieder hun eigen standaard. In 1950 kwam het er eindelijk van. De grote garçon kreeg FCI groep 6 Lopende honden en zweethonden Sectie 1.1 nummer 33 toegewezen. Le petit chien draafde hem achterna - daar ben je een meutehond voor - in FCI groep 6 Lopende honden en zweethonden sectie 1.3 nummer 67.
Karakter
Les spécialités de la maison zijn voor de Grand Basset Griffon Vendéen: goedgemutst, stoïcijns, vriendelijk, sociaal, betrouwbaar, evenwichtig en ondernemend. In de couleur locale loopt hij vooral zijn neus, en - behept met esprit de corps - zijn groepsgenoten, achterna. Het verschilt per individu of jachtinstinct latent of sterk aanwezig. Daarbij is iedere hond een product van zijn baas en het resultaat van opgedane ervaringen. Ga je voor dit verder brave en lieve ras, dan moet je hem waarderen om wie en wat hij is. Je toont vanzelfsprekend begrip voor zijn eigengereidheid.
De eveneens vriendelijke doch moedigere Petit Basset Griffon Vendéen houdt er op bepaalde punten een andere mening op na dan zijn grote broer. Zijn talenten wijzen richting: spontaniteit, actie, bedrijvigheid, onstuimig, bijdehand, tolerant en eigenzinnig. Daarnaast un peu eigenwijs, waar je ‘gul met humor’ in dient te zien. Bij de clown binnen de familie staat plezier maken voorop: wandelen, spelletjes doen, flyball, behendigheid en zelfs voor etudes op het gebied van elementaire gehoorzaamheid is hij te porren, mits je het voordoet als zijnde nuttig. Hij is een fietsmandmaatje, haantje de voorste en een hartstochtelijke jager die avec plaisir op onderzoek uitgaat. Zijn motto: eerst doen, dan denken.
Sociaal gedrag
De twee rassen brengen
geen ‘Remi, alleen op de wereld’ voort. Integendeel: de honden moeten om zich
op hun gemak te voelen, deel uitmaken van een familie - alleen blijven kan de Grand Basset Griffon Vendéen door de zelfstandige
aard wel worden aangeleerd, de Petit Basset Griffon Vendéen heeft er wat meer
moeite mee. Het gezelschap kan bestaan uit een tableau vivant van een (gemixt)
mensengezin of dierengroep. Tijdens groepsevenementen of gemeenschappelijke
hondenuitjes luidt de leus: samen sterk. De anders zo gemoedelijke beestjes
kunnen zich ontpoppen als ware lefgozers.
Onderweg valt iedereen voor hun koddige aanblik. De honden zijn van wezen uit goedhartig en verdraagzaam voor dieren (behalve die waarop gejaagd wordt) en kinderen - leer jongens en meisjes honden op een respectvolle manier te benaderen. Bezoek wordt getrakteerd op likjes, dansjes en peepconcerten op hun meegesleepte favoriete piepspeelgoed. Als volwaardig gezinslid, is het noodzakelijk dat hij leert om zich onder de meest uiteenlopende omstandigheden te gedragen. Tip: neem bij de consequente opvoeding ook het etiquetteboek ter hand. Om het gevoel te versterken dat hij erbij hoort, kun je gezellig tegen hem aan kletsen over (dieren)ditjes en datjes. Kleine huisdieren, van (buur)poes tot kip, zijn te begerenswaardig om kennis mee te maken.
Opvoeding en beweging
Een jeugdige Grand Basset Griffon Vendéen heeft een levendig temperament. Zijn uitgesproken karakter is geschikt voor personen die bewust voor dit ras kiezen. Het is zeker geen debutantenhond, over savoir-faire beschikken is een vereiste. Wanneer (be)geleiding in de pubertijd achterwege blijft, kan hij zich aanstellen als een recalcitrante enfant terrible. Voor een Brak is hij redelijk gehoorzaam te krijgen, maar verwacht niet dat hij op de tel jouw bevelen opvolgt. Hij moet er de zin van inzien. Reden: hij kan zichzelf uitstekend amuseren. Zijn baas moet het als een uitdaging zien om hem aan het luisteren krijgen. De Grand Basset Griffon Vendéen leert, zolang hij leuk vindt wat hem gevraagd wordt te doen én er een smakelijke beloning tegenoverstaat. Voor interactieve spelletjes is zijn neus te ongedurig. Hobby’s voor de op haas gefokte jager zijn: jagen (hij doet de Tour de France in de natuur), zweetwerk (haas, konijn, ree, vos en zelfs wild zijn), mantrailing, rennen, modderen in onweerstaanbare regenpoelen en muizen in de tuin opsnorren. De Grand Basset Griffon Vendéen blaft (zwaar en vol) bij onraad, waken is echter geen halszaak. Water oefent weinig aantrekkingskracht op hem uit. Hij is een incidentele zwemmer, de stokkensjouwer is meer een natte-tenenhaler. Vrij laten lopen gebeurt weinig blijkt bij een rondvraag. De wandelgrage hond kan enkel in een omheind en veilig gebied of op een wildloze overzichtelijke plek los van de lijn. De rudimentaire driften, zeker als ze met een elkaar opjuttende meute zijn, houden hem, tegen zijn wens, aan het lijntje. Een jagende Brak (gefokt voor de drijfjacht) zoekt in meuteverband met vier tot zes andere fanatiekelingen de prooi, stoot hem op, achtervolgt hem en joelt (‘luid geven’). De Grand Basset Griffon Vendéen is de enige van alle vier de Griffon Vendéen rassen die op eerder genoemde wildsoorten proeven mag afleggen in La douce France!
De qua formaat handzamere Petit
Basset Griffon Vendéen heeft een zeer eigen willetje. Ondanks dat men zijn amabilité roemt. Hij is een geslepen, passionele jager die behendig door
kreupelhout dringt. Jagen doet hij meestal in een kwartet. De Petits proberen
het konijn dat zich (geef hem eens ongelijk) in zijn hol wil verschansen, de
pas af te snijden. Ze blaffen een ‘luid spoor’ zodat de jager zich op een
gunstige positie kan posteren om het schot te lossen. Een flinke portie
zelfstandigheid en doorzettingsvermogen zijn een voorwaarde om hun doel te
bereiken.
De Petit Basset Griffon Vendéen demarreert blaffend bij een spoor. Met dit ‘hals geven’ waarschuwt hij de begeleider. Hetzij om aan te geven dat het wild zich heeft verplaatst of om welke diersoort het zich op dat moment handelt. Als eigenaar van dit ras moet je zijn herkomst niet willen verloochenen. Omdat je je bij het loslopen geen à la bonne heure kan permitteren, (een faux pas bij te laat bemerkte contouren van zichtbaar wild en is hij disparu) ga je samen cursussen: spoor luid, konijnenjacht, cleanboot/mantrailen, of sleepspoor. De Petit Basset Griffon Vendéen vraagt een doortastende (be)geleider die, absoluut tijdens zijn education, bestand is tegen een duo aanbiddelijke knikkers. Doe iets voor, en hij doet het na. Met één restrictie: geen enkele harde haar op zijn warrige hoofd peinst over opdrachten uitvoeren die hij vervelend vindt. Voor beide honden die het vermogen hebben om zelfstandig puzzels op te lossen, geldt dat je consequent moet zijn en blijven.
Gezondheid
Les deux zijn goed geproportioneerde honden die zich, gemiddeld genomen, mogen verheugen in een goede gezondheid.
Verzorging
De kokosmat is er in een
ratatouille van kleuren: oranje (lemon)/wit, bruin/wit, bruin/zwart/wit,
zwart/wit, grijs/wit en haaskleurig/wit. De vacht wisselt constant van kleur. Bij
een keuring zijn de hoeveelheid kleur, aan- of afwezige vlekken, mantel of geen
mantel van geringere waarde. De ruwe beharing beschermt de werkhond tegen
doornen, takken en vocht. Op hun beurt brengen de dichte (bramen)struiken de vacht
weer in het gareel. In goede conditie vraagt de vacht slechts om een wekelijkse
borstelbeurt. Twee tot vier keer per jaar plukken is voldoende om dat voor
elkaar te krijgen. Showhonden worden gestript in plaats van geplukt, zodat het
machtige hoofd opgevrolijkt wordt door een kwieke kuif en een volle moustache. De Grand Basset Griffon Vendéen
heeft daarbij ruimhartigere volants dan de franje van de Petit.