De straffe knar met kale klets is alleenstaand, maar niet alleengaand. Al bijna 14 jaar vergezelt montere Max, vernoemd naar het Duitse geïllustreerde verhaal Max und Moritz, hem. Tweemaal op een dag wandelen ze samen door weer en wind over de dijk de bruggenroute. De zwarte middenslag schnauzer laat zich nergens door afleiden: hij heeft slechts oog voor zijn 89-jarige baas die als Leitmotiv heeft: wie loopt, die blijft! Tot op heden heeft hij het geluk en het gelijk aan zijn kant.
Herkomst en geschiedenis
De ruwharige schnauzer is het verlengstuk van de glimmend gladde Duitse pinscher. Met de oprichting van de Pinscher Club in 1895 zat de Wurttembergse hond in de lift. De toegewijde stalhond/huisgenoot/paardenliefhebber was gedienstig als verdelger van ratten en muizen. De naam schnauzer (je spreekt het op zijn Duits uit als: Schnautzer) heeft hij te danken aan het Duitse woord voor snuit: Schnauze. In de volksmond werd de hond met de markante gezichtsbeharing van Schnurrbart in combinatie met Augenbrauen Rattler genoemd. Uit wetenschappelijk onderzoek door mijzelf moet de bijnaam voor de bliksemsnelle wendbare hond die ongedierte in een oogwenk vangt en doodt, een brug slaan tussen Ratte (rat) en het Engelse werkwoord rattle dat ‘snel bewegen’ betekent. Terugblikkend op de lineaire genealogie van de schnauzer zou je ergens in de familieketting een terriër verwachten die het Engelse woord en de terrier aard zou verklaren, maar die stelling moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. ‘Ze Germans’ gaven hun instemming voor de classificatie van de waak- en begeleidingshond in FCI nummer 182 groep 2 pinschers, schnauzers, molossers en sennenhonden, sectie 1.2.
Karakter
Een dwarsdoorsnede van de gezins-, waak-, en gebruikshond met de kenmerkende ondoordringbare façade met ovale beloken ogen: eigenzinnig, wakker, pittig, bedachtzaam kalm, bedrijvig, praktisch geluidloos waaks (de schnauzer is een medium blaffer), speels, onverschrokken, en goedaardig. De schnauzer is opperbest in relatiebeheer. Hij is baasgericht, voelt zich onlosmakelijk verbonden met zijn gezin en toont zich aanhalig. Hij houdt van aandacht, maar niet van vreemdelingen. Bij (ongenode gasten) en Fremden is hij scherp van uitdrukking; hij toont zich vrij gesloten en afwachtend. Echter: je treue Kumpel blijft immer höflich: er zit geen greintje agressie bij. Als de persoon in kwestie eenmaal het stempel ‘goedgekeurd’ heeft gekregen, is de wantrouwigheid over.
Sociaal gedrag
De schnauzer houdt van Gemütlichkeit (knusheid) en is een ideale hond voor sportieve personen. De hond is zeer lief voor kinderen; er vanzelfsprekend van uitgaand dat je jouw eigen en gastkinderen correct om leert gaan met huisdieren. Andere honden? Ja! De schnauzer kun je als enige hond houden (alleen blijven moet wel aangeleerd worden), maar zijn voorkeur gaat uit naar een hele bubs soortgenoten. Hij gedraagt zich uitstekend binnen een groep: thuis, in het woefwoud of het blafpark. Natuurlijk heeft elk individu zijn persoonlijke voorkeuren en kan het best zo zijn dat hij met een bepaald slag weinig en met een ander meer opheeft. Als hij de juiste maat hond die tegen een stootje kan tegenkomt, is het heerlijk contactsporten: lomp en lijfelijk (met de poten erbovenop) spelen. Labradors lopen met hem weg. Kleine honden vinden hem vaak te druk: iets om op te anticiperen tijdens een losloopwandeling.
Opvoeding
De HeimatHund is geschikt om af te richten. De opvoedkundige boodschap
voor je huishond breng je over met doortastend optreden, grenzen stellen en
door Sturm und Drang (handelen naar
gevoel). Soms speelt de kwestie: doet-ie ’t of doet-ie ’t niet? Mocht je een
hartig woordje met hem willen wisselen dan doe je dat niet door te schnauzen (bevelen en schelden) maar
door op een consequente en zachte manier door te pakken. De devote schnauzer
beloon je met aandacht (een aai) en je stem. De ultieme verleiding voor de
zogenaamde onomkoopbare eigenwijzerd is hem een worst voorhouden: dat kan immers
geen enkele Duitser weerstaan.
De meest beoefende buitensactiviteit in Duitsland is wandelen in de vrije natuur. Duitsers trekken er het liefst elke vrije minuut op uit. De Schnauzer is eveneens lauffreudig en heeft een uitstekend uithoudings- en weerstandsvermogen - geen enkele weersomstandigheid vormt een beletsel voor hem. Lang met elastisch en elegant gangwerk loslopen in het groen kan, omdat de onvermoeibare niet af te leiden, onophoudelijk oplettende hond zijn snor niet drukt als de baas roept, maar pünktlich arriveert. Na voldoende uitloop slaapt hij rustig een aantal uren in zijn mand. Favoriete occupaties: diep graven in de tuin naar muizen en ratten (indien ongewenst vanaf het begin de kop indrukken door een wel gewenste vervangende bezigheid aan te bieden), pieppopjes eindeloos inknijpen en speelgoed verzamelen. Naar gelang de persoonlijkheid en omstandigheden houdt de rouwdouwer van sporten zoals: zwemmen, behendigheid, mantrailen, joggen en langs de fiets rennen (ongeschikt voor de nog jonge garde) en showen.
Gezondheid
Het ras heeft een ijzersterk gestel. Het kent weinig gezondheidsproblemen en met een beetje geluk wordt je snorbaard 15 of 16 jaar. Dit met dank aan de zorgvuldige selectie van ouderdieren en misschien wel hoofdzakelijk omdat hij geen gewild modedier is. Niet iedereen kan het exterieur van de schnauzer bekoren: je houdt van ‘m of niet. Toch verdient de übercoole hond het om (op gezonde wijze) populairder te worden. Kijken ze door die Germaans woeste Frisur heen en zien zij ook dat guitige monsterende scheve kopje met de ‘wat heeft het Frauchen oder Herrschen nou weer voor leuks voor mij in petto blik’? Liefhebbers vinden die snoet met de ruwharige hangoren, het opvallende driehoekige harige afdakje boven de onaflatende attente kijkers en de overvloedige baard die bestaat uit een hoefijzersnor met geitensik: einfach klasse, en ein super (spreek nadrukkelijk uit als: Zoepahr) Hund.
Verzorging
Het schnauzer lijfboek schrijft een ‘reglementair jasje, complementair dasje’ voor. Het haar is draadachtig hard en dicht ingeplant. De vacht bestaat uit een dichte onderwol en ruw kort dekhaar dat goed aanligt. Het haar op de schedel en de hangoren is kort. Beenharen zijn zachter, de voorsnuit verlangt een ruige baard, en de borstelige wenkbrauwen overschaduwen licht de ogen. Het perfecte uniform om de onverwacht zachte binnenkant mee te maskeren bestaat uit: zuiver zwart met zwarte onderwol of peper&zout waarbij een gemiddelde schakering van gelijkmatig over het lichaam verdeelde goed gepigmenteerde pepering en grijze onderwol, of kleurnuances van donker ijzergrauw tot zilvergrijs. Bij alle kleurnuances behoort een donker masker, dat de uitdrukking accentueert en die in harmonie moet zijn met de te onderscheiden kleurslag. Een vakkundig getrimde (plukken NIET scheren) schnauzer wordt vier keer per jaar door een in dat ras gespecialiseerde trimster onder handen genomen. Zij/Hij weet ook precies hoe te toiletteren voor show. De schnauzervacht neemt niet gemakkelijk vuil op. Wassen doe je alleen als hij niet fris ruikt (es ist toll om in de viezigheid te rollen) en borstelen geen soelaas biedt. Uitgezonderd de peper&zout-uitvoering met keihard haar die nog weleens wil verharen als de vacht weer wat langer groeit, ruit de Schnauzer die gründlich wordt bijgehouden (kammen en ontwollen) door trimster en eigenaar nauwelijks tot niet. De enige dennennaalden die je in huis vindt zijn die van de ruizelende Weinnachtsbaum tijdens de gezellige winterse feestdagen.