maandag 19 april 2021

REINCARNATIE HOND

Spiegelbeeld

Reïncarnatie of verbluffende toevalligheden. Is er meer tussen hemel en aarde?

Het begrip reïncarnatie bestaat al sinds mensenheugenis en komt mondiaal in veel religies en culturen voor. Reïncarnatie (zielsverhuizing) is het geloof dat enkel de geest van een levend wezen - in de westerse wijsbegeerte doorgaans ‘ziel’ genoemd - na de dood opnieuw in een ander levend wezen wordt herboren. De idee achter reïncarnatie of wedergeboorte is dat het leven een leerschool is. Een ziel reïncarneert in een ander levend wezen om te evolueren: nieuwe ervaringen op te doen en zich verder ontwikkelen. Er zijn onderzoeken bekend waarbij de geteste personen zich verbluffende details over een vorig leven herinnerden die 100% met de werkelijkheid strookten, identieke gelijkenissen vertoonden of dezelfde capaciteiten hadden als de betrokken overledenen. Er kon geconcludeerd worden dat de feiten niet gebaseerd waren op fantasie, toeval of helderziendheid en dat er geen samenhang bleek te bestaan tussen het wel of niet geloven in reïncarnatie.

Laat ik voorop stellen dat ik ‘de nuchterheid zelve’ ben en geen bijgelovige zweefteef. Wèl ben ik een langneuzig mens die met de nodige scepsis openstaat voor mystieke zaken. ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit’ luidt immers een bekend gezegde.

Lees hier het miraculeuze relaas van Mieke.

Nadat wij onze Boxer Robbie geheel onverwacht hadden moeten laten euthanaseren, hebben wij hem thuis een nachtje laten overstaan. Het besluit namen we om onszelf wat meer tijd te gunnen afscheid van hem te nemen. Ik kan niet ontkennen dat er tevens een zweempje nieuwsgierigheid bij kwam kijken. In mijn hele leven had ik nog nooit met de dood te maken gehad. ‘Houdt het leven werkelijk op bij de dood, zoals ik altijd heb gedacht?’ Dit was een ultieme mogelijkheid om mijn persoonlijke stelling bevestigd te zien, of juist ontkracht. Bestond er inderdaad een kans dat er iets curieus zou gebeuren zoals een opstijgende ziel, een teken van gene zijde in aardse vorm, een seintje dat het goed was, misschien?

Onze gestorven hond lag roerloos op zijn eigen divan, alsof hij sliep. Mijn zintuigen stonden op scherp. Er gebeurde in dat etmaal he-le-maal niets. Zelfs de rigor mortis, de lijkstijfheid die enkele uren na het overlijden intreedt, duurde aanzienlijk korter dan gedacht. De volgende ochtend was zijn lichaam slap en nam ik Robbie nog eenmaal in mijn armen. Hij werd door mijn man in het vers gedolven graf in de tuin neergelegd. Een laatste aai als afscheidsgroet voordat de grond hem zou bedekken. De hond bleef doodstil liggen. We hadden absoluut niets bovenaards of paranormaals waargenomen. Dat kwam later pas.

Op de sterfdag van Robbie werd onze huidige Boxer afgegeven bij een asiel - die bewuste datum was ons bij de aanschaf overigens onbekend. Toen we voor het eerst zijn portret onder ogen kregen, dachten we dat het een beeltenis van onze overleden hond was, zo treffend was de uiterlijke gelijkenis. We werden bijzonder onrustig bij de aanblik van die onbekende hond op de foto die we zo goed leken te kennen. Hij wàs gewoon Robbie en we moesten naar hem toe: wat deed hij ergens in den vreemde? Een zeer onwerkelijke situatie. Tijdens de eerste ontmoeting was er van beide kanten ogenblikkelijk die klik. Hij duwde zijn snoet in mijn handen en keek me met lodderige ogen aan alsof hij wilde zeggen ‘kunnen we eindelijk naar huis?’ Diezelfde dag nog was de nieuwe hond die zo vertrouwd en eigen leek, terug in zijn - eigenlijk ons - huis.

De Boxer Box die in een kennel had geleefd, liep de eerste avond doodgemoedereerd mee naar de slaapkamer. Hij stond gebiologeerd naar zijn gedaante in de spiegeldeur te kijken, het duurde een eeuwigheid. Het leek alsof hij zichzelf voor het eerst zag. Daarna vlijde hij zich behaaglijk in de oude hondenmand die we nooit hadden weggedaan. Nadat we hem ‘welterusten’ hadden gewenst, zuchtte hij diep en vergenoegd. Net als… Het was alsof we terug in de tijd waren gereisd en alle narigheid nooit was gebeurd. Bizar.

Van meet af aan draaide de nieuwkomer mee in de dagelijkse routine. Het was alsof zijn voorganger een compleet dossier met notities had achtergelaten. Berichtjes over zijn doen en laten die de opvolger, zonder uitzondering, direct in zijn geheugen opsloeg. Zo spurtte hij op het erf bij het logeeradres  - waar ook hij naar toe zou gaan als wij op het werk waren  -meteen achterom. Hoe kon hij weten dat we de voordeur nooit gebruikten? De oppas werd zoals ‘altijd’ afgelebberd, ditmaal in een zichtbaar ontroerd gezicht. Een déjà vu? We hadden beiden tegelijk kippenvel.

Omdat de uiterlijke verschillen zo miniem waren, vergisten we ons vaak in zijn naam; hij leek het ons geheel niet kwalijk te nemen. Af en toe testte ik hem weleens om te kijken of hij speciaal op zijn oude naam reageerde. Hij staarde me op zo’n momenten indringend aan. Bedoelde hij met zijn vorsende blik dat ik hem moest herkennen? Bekende buurthonden trapten net zo in de treffende gelijkenis. Robbies grootste vijand stormde bij de eerste aanblik van ver op de nieuweling af. Hij hapte Box flink in de lies, net als hij bij Robbie had gedaan. Gaandeweg bleek dat Box identieke aversies tegen kleine witte hondjes had.

De opvallende overeenkomsten in gedrag, houding en reacties stapelden zich op. Box schijnt een exacte kopie van Robbie te zijn. Zelfs het vlekje onder zijn kin lijkt origineel. Hij heeft dezelfde voorkeur wat betreft kauwmateriaal: de zeer geliefde gifgele tennisbal. Hij blijkt net zo’n ongelovige thomas: eerst zien, dan geloven. Het ritueel om louter bij de aanwezigheid van bezoek luidruchtig te winden, beheerst hij eveneens. En ook hij ondervindt regelmatig ongemak van zijn grappig flapperende oren. Ik zou zo een hele waslijst met de meest minieme details van deze onstuimige clown (geen kloon) kunnen opsommen die parallel blijken te lopen met onze vorige oogappel.

Is onze overleden hond werkelijk gereïncarneerd in Box en wat is dan zijn bedoeling? Kwam de dood te vroeg? Wilde hij bij ons blijven omdat wij hem onmogelijk kunnen missen? En leeft hij daardoor voort in zijn opvolger? Heeft hij vanuit het hiernamaals een door hem goedgekeurde plaatsvervanger gestuurd die ons moet troosten en opvrolijken? Of berust het allemaal op puur toeval en willen wij graag dingen zien die er eenvoudigweg niet zijn? Is het mogelijk dat we ons onbewust hebben laten misleiden door de rastypische eigenschappen van de Boxer? We moeten eerlijk bekennen dat we graag wilden geloven dat Box Robbie was. Die eigenheid heeft ons intens geholpen bij de rouwverwerking. Zo bleken wij ons verdriet (en schuldgevoel?) een plek te hebben kunnen geven.

Er zijn teveel gecompliceerde vragen waar we nooit antwoord op zullen krijgen: je zou er gek van worden. De meest waarschijnlijke uitleg is dat wij door onze houding onbewust bepaalde signalen afgeven die eenzelfde reactie oproepen, zeker omdat het hier een hond van dezelfde soort betreft. Voor de rest houden we het op een samenloop van omstandigheden, tot het tegendeel bewezen is. We hebben besloten om eenvoudigweg te genieten van deze herkansing. Box is per slot van rekening geen replica: hij heeft bestaansrecht als individu