Honden oriënteren zich voornamelijk
door zintuiglijke waarneming: geur, gehoor en zicht. Hun reukzin is fenomenaal,
voor hen is het een fluitje van een cent de neus achterna te gaan. Geluiden
nemen hond waar op een vier maal grotere afstand dan mensen – een hond schijnt
bij optimale condities het eigen autogeluid zelfs op kilometers afstand te
herkennen. Richting bepalen kunnen honden vier keer nauwkeuriger dan wij,
ondanks dat hun ingebouwde kompas beduidend slechter navigeert dan bijvoorbeeld
dat van een kat. Om de weg te onthouden slaan honden alle binnengekomen
informatie op in een interne geheugenkaart. De nucleus caudatus (de staartkern)
is een belangrijk onderdeel bij het leren en herinneren, met name de
terugkoppeling. Volgens neurowetenschapper Gregory Berns van de Emory
Universiteit wordt het gebied actiever na het ruiken van bekende geuren, en het
meest actief na het ruiken de baas. Honden onthouden allerlei visuele
zaken als oriëntatiepunten die ze saven in een soort virtuele topografische
plattegrond. Daarbij bewaren ze de door de eigenaar gegeven reisinformatie, Bijvoorbeeld:
we gaan naar huppeldepup, ginder is het altijd bingo, of standaardprocedures
zoals bepaalde kledij die hoort bij een bepaalde activiteit. De koppeling
verschaft de hond inzicht in waar een bepaalde route naartoe leidt. Een
volgende keer herkent hij feilloos waarheen de baas navigeert.
Is elke hond een TomTom
op pootjes?
Helaas vindt slechts 8
procent van de speurneuzen zelfstandig de weg terug. DomDomhonden ontbreekt het
aan het een en ander. Ze hebben onderweg niet goed opgelet, raken op vreemd
terrein hun richtinggevoel kwijt, of zijn volledig van de kaart door de
ontbrekende begeleiding. De hond rent in het wilde weg steeds verder, of laat
zich afleiden van waar hij naar toe wil. Je kunt stellen dat hoe vindingrijker
de hond, des te groter de kans dat hij terugkeert.
Aangepaste
route
De hond is een gewoontedier. Aangeleerde regelmaat en rituele
routes staan bij oplettende honden in het geheugen gegrift - het is tevens de manier
waarop blindengeleidehonden worden geïnstrueerd. Schrikt je hond zo danig dat
hij de benen neemt, dan volgt hij waarschijnlijk de bekende (vlucht)weg terug
naar start. De route aanpassen zodat je hond geen druk of gevaarlijk punt hoeft
over te steken, kan levensreddend zijn.
Aardmagneetveld
Onderzoekers van de Universiteit Duisburg-Essen (UDE)) en de Tsjechische Agrarische Universiteit in Praag hebben ontdekt dat honden naast excellent kunnen ruiken en horen, ogenschijnlijk een intuïtief gevoel hebben voor het aardmagneetveld. Blijkbaar bezitten ze het vermogen om magnetisme waar te nemen. Hierdoor kunnen honden zich bijzonder goed oriënteren. Er werd vastgesteld dat honden, net als is bewezen bij vossen, koeien en watervogels, een magneetzintuig hebben, waarmee ze zich onderweg op de Noord-Zuid as kunnen richten.