vrijdag 12 december 2014

WITTE ZWANEN


Noorse Buhund prequel dogtales
Young master Skip bracht de vrije weekendjes van zijn toenmalige baas samen door in hun vakantiehuis, zeg maar villa, in Kortgene. Hij mocht er graag snoekduiken, pootje baden en zwemmen in ondiep water. Het spannendst waren warme dagen aan het water. Dan zocht de lokale zwanenpopulatie het toerisme aan de waterkant op. Bij voorbaat schuwde de ongetemde Skip de witte zwanen niet: voor hem waren ze zowel een lokkertje vanwege het gevoerde brood dat hij ook lustte, als een uitdaging. De baas - die de blazende en krachtig met de vleugels slaande zwanen best wel eng vond - beval dat hij uit de buurt moest blijven, voordat ze hem zouden bezeren. Skip blafte net zolang de zwanen uit tot ze opgaven en zich omdraaiden.


Skip was pas kort bij ons toen de Maas tijdelijk land veroverde. Tussen de rivier en de beemden was een smalle landtong niet ondergelopen. Omdat Skip uitsluitend zou zwemmen zolang hij grond onder de voeten voelde, en het koud was, durfde ik het te wagen hem af te lijnen. Hongerige eenden en zwanen landden waar het pad overliep in water. Skip was geen spat veranderd. Hij was wild op watervogels, dook zonder nadenken de koude rivier in en joeg ze al zwemmend op. Hij keek pas om toen hij wist dat hij te ver was gegaan. De overkant bereiken was een hemelsbrede oversteek en gevaarlijk in verband met de drukke scheepvaart. Het dichtste bij was een spontaan ontstaan eilandje waar ik, zonder nat te worden, niet kon komen. Skip koos optie twee. Door uitzinnig met mijn armen te zwaaien en te roepen, kon ik hem bewegen naar mij toe te zwemmen.


Zwanen kunnen wel twintig worden. Ze blijven als koppel en als familie bij elkaar op hun vaste stekkie. Skip en de zwanen hebben door de jaren heen ontzag voor elkaar gekregen. Skip kan bij hen het water instappen. Zij blijven geheel op hun gemak dobberen en hij houdt zijn bek.