Skip is 11. Wat is de tijd omgevlogen. Negen jaar
geleden ontmoetten we een hobbyjager met zijn 11-jarige gehoorzame
Heidewachtel. We vonden het zo knap dat de jachthond op de vingerknip reageerde.
‘Dat deed hij toen hij jonger was ook niet, maar dat komt met de jaren’, zei de
hondenbaas. Hij deed een voorspelling die we destijds koffiedik kijken vonden.
‘Let maar op, die van jullie luistert op die leeftijd net zo goed’, beweerde de
man met de overtuigingskracht van een kristallen bol. Wij dachten er het onze
van: onze vrijbuiter een slaafse hond? Never
nooit niet.
Het lijkt als de dag
van gisteren dat de man die boude uitspraak deed. En de profetie kwam uit. Als
bij toverslag raakte Skip rond zijn elfde zijn wilde haren kwijt. Dwaalde Skip
voorheen bij voorkeur uit het zicht van het ouderlijk gezag, en moesten we hem
elke seconde volgen om hem niet uit het oog te verliezen, nu zijn expedities (waar
we volop van genoten hebben trouwens) wandelingen geworden. Volgzaamheid, het
op afroep terugkomen en een betrouwbare Skip die langszij loopt, wat zijn we
daar gauw aan gewend geraakt. Het mooie van die ommezwaai is dat we nu nieuwe wegen in kunnen slaan.