Merels krijgen veilig achter door mij gespannen draad vliegles.
uit de oude doos: Noorse Buhund prequel dogtales 23
Hemelsblauwe lucht,
een vriendelijke zon en zomerse waarden. Het is voorjaar en wat voor een. De
dieren voelen het net zo. De merels die normaal gesproken nu nog aan de leg
zijn, voeden nu hun kroost al op. Elk jaar is het weer the same old song. Het ouderpaar is geen enkele moeite te veel om
een nest te bouwen, de eieren uit te broeden en vervolgens af en aan te vliegen
met wormen voor hun hongerige kroost. Als het tijd voor ze is om uit te vliegen
worden ze bruut door de ouders overboord
gekieperd. Door de vrije val leren ze vliegen. Bij onze tuinmerels lukt dat hoogst zelden. De
jonge merels vallen flatsch op de bodem waar ze zich klapwiekend staand proberen
te houden. Terwijl ze bescherming zoeken onder de struiken kwetteren ze er
lustig op los. Ze hebben steeds meer voedsel nodig. Het lijken wel zwarte minikippetjes
zoals ze soms dagenlang door de tuin hippen en wat in het zand badderen. Intussen
liggen de likkebaardende buurtkatten al op de uitkijk en probeer ik alles in goede
banen te leiden, zodat de jongen nog enigszins een kans hebben om te volgroeien.
Skip
kan met moeite op zijn plaats blijven liggen als de hongerige verwende merels onbeholpen waggelend door de
tuin schreeuwen. Hij is een vurig pleitbezorger voor een vliegverbod boven onze tuin en verklaart de
merels vogelvrij. In onze tuin komt zijn weergaloze jachtpassie gelukkig wat
minder tot uiting dan in het vrije veld, maar uiteindelijk wint deze oerdrift
en de jonge merel wordt genekt.
Omdat ik zo te doen
heb met deze hopeloze merelfamilie met opvoedingsproblemen – het is een
jaarlijks terugkerende tragedie – lig ik de hele dag in de tuin op de loer of
de merels nog veilig zijn. Zo niet dan help ik ze. Deze keer probeerde het door
Skip opgejaagde jong weg te komen, door de draadafzetting met de buren. Wonderbaarlijk
genoeg luisterde hij toen ik hem terug floot. Helaas had ik niet gerekend op de
snelle actie van de zwarte buurhond in wiens bek het mereljong met een grote
hap verdween. Was hier sprake van goed op elkaar ingespeeld teamwork met of
zonder voorbedachte rade of betrof het een toevalstreffer? Helaas gold voor
deze jonge merel eenzelfde noodlot als zijn andere nestgenoten.
Zodoende hadden we
ook dit jaar weer een I.M.: een Intens verdrietige Moedermerel. De hele dag
hoorden we nog luide alarmeringssignalen van de vertwijfelde jonge moeder die
haar jong fluit, maar allang weet dat ze geen antwoord meer gaat krijgen. Hoewel
de lentezon ons naar buiten lokte, heb ik lafhartig de tuindeur achter me dicht
getrokken om haar jeremiade niet meer te horen. Ik draai de volumeknop van
radio extra hoog. Het verbaast me allerminst dat ik Lullaby of birdland in de versie van Count Basie hoor.
Van de
Vogelbescherming heb ik na een telefoontje begrepen dat merels het natuurlijk verlies
incalculeren en dit compenseren door extra veel jongen groot te brengen in
meerdere nesten per jaar. Het advies luidt om de natuur haar eigen gang laten
gaan. De volgende ochtend zien we I.M. al weer vrolijk flirten met een
zwartglimmend merelmannetje. Hoera, de deur kan weer open!