zondag 15 maart 2015

I.M.


Merels krijgen veilig achter door mij gespannen draad vliegles.

uit de oude doos: Noorse Buhund prequel dogtales 23
Hemelsblauwe lucht, een vriendelijke zon en zomerse waarden. Het is voorjaar en wat voor een. De dieren voelen het net zo. De merels die normaal gesproken nu nog aan de leg zijn, voeden nu hun kroost al op. Elk jaar is het weer the same old song. Het ouderpaar is geen enkele moeite te veel om een nest te bouwen, de eieren uit te broeden en vervolgens af en aan te vliegen met wormen voor hun hongerige kroost. Als het tijd voor ze is om uit te vliegen worden ze bruut door de ouders overboord gekieperd. Door de vrije val leren ze vliegen. Bij onze tuinmerels lukt dat hoogst zelden. De jonge merels vallen flatsch op de bodem waar ze zich klapwiekend staand proberen te houden. Terwijl ze bescherming zoeken onder de struiken kwetteren ze er lustig op los. Ze hebben steeds meer voedsel nodig. Het lijken wel zwarte minikippetjes zoals ze soms dagenlang door de tuin hippen en wat in het zand badderen. Intussen liggen de likkebaardende buurtkatten al op de uitkijk en probeer ik alles in goede banen te leiden, zodat de jongen nog enigszins een kans hebben om te volgroeien.

Skip kan met moeite op zijn plaats blijven liggen als de hongerige verwende merels onbeholpen waggelend door de tuin schreeuwen. Hij is een vurig pleitbezorger voor een vliegverbod boven onze tuin en verklaart de merels vogelvrij. In onze tuin komt zijn weergaloze jachtpassie gelukkig wat minder tot uiting dan in het vrije veld, maar uiteindelijk wint deze oerdrift en de jonge merel wordt genekt.

Omdat ik zo te doen heb met deze hopeloze merelfamilie met opvoedingsproblemen – het is een jaarlijks terugkerende tragedie – lig ik de hele dag in de tuin op de loer of de merels nog veilig zijn. Zo niet dan help ik ze. Deze keer probeerde het door Skip opgejaagde jong weg te komen, door de draadafzetting met de buren. Wonderbaarlijk genoeg luisterde hij toen ik hem terug floot. Helaas had ik niet gerekend op de snelle actie van de zwarte buurhond in wiens bek het mereljong met een grote hap verdween. Was hier sprake van goed op elkaar ingespeeld teamwork met of zonder voorbedachte rade of betrof het een toevalstreffer? Helaas gold voor deze jonge merel eenzelfde noodlot als zijn andere nestgenoten.

Zodoende hadden we ook dit jaar weer een I.M.: een Intens verdrietige Moedermerel. De hele dag hoorden we nog luide alarmeringssignalen van de vertwijfelde jonge moeder die haar jong fluit, maar allang weet dat ze geen antwoord meer gaat krijgen. Hoewel de lentezon ons naar buiten lokte, heb ik lafhartig de tuindeur achter me dicht getrokken om haar jeremiade niet meer te horen. Ik draai de volumeknop van radio extra hoog. Het verbaast me allerminst dat ik Lullaby of birdland in de versie van Count Basie hoor.




Van de Vogelbescherming heb ik na een telefoontje begrepen dat merels het natuurlijk verlies incalculeren en dit compenseren door extra veel jongen groot te brengen in meerdere nesten per jaar. Het advies luidt om de natuur haar eigen gang laten gaan. De volgende ochtend zien we I.M. al weer vrolijk flirten met een zwartglimmend merelmannetje. Hoera, de deur kan weer open!