Vanaf dag één waren de langharige bruine
teckel en ik onafscheidelijk. Ik was een verlegen kind en de hond was mijn
vertrouweling. Ik maakte hem deelgenoot van mijn diepste gedachten en hij
begreep me altijd. Op een dag besloten mijn ouders dat we een verre reis zouden
maken. Waldi, een heuse hotdog zou de gloeiende warmte op zijn velletje verrukkelijk hebben
gevonden. Pakweg vijfendertig jaar geleden was
het ongebruikelijk om je hond mee naar het buitenland te nemen, derhalve werd er
een andere oplossing bedacht. Een annonce in de Koppeling met
de tekst bejaard echtpaar als oppas gezocht voor hond en huis leverde veel
animo op. Ik mocht de kandidaten ontvangen. Dat verzachtte enigszins het leed
op het vooruitzicht om voor tijdelijk afscheid te nemen van mijn innig geliefde
Waldi. Die naam had hij trouwens te danken aan de mascotte van de Olympische
Spelen die gehouden werden in zijn geboortejaar.
Ik was in mijn nopjes met de door mij
uitverkoren oppasoma en -opa en zo treinden en busten we naar zonnig Spanje. Mijn
ouders dachten toen nog met een gerust hart vakantie te vieren. Eenmaal daar
sloeg het heimwee toe. Ik miste mijn hondje vreselijk. Elke dag kocht ik een
traditionele ansichtkaart met geborduurde flamenco danseres er op. Het liefst
had ik er een met een hond erop, maar de keuze in de kaartenstandaard was zeer
beperkt. Zelfs op straat zag je daar geen hond. Voordat ik de kaart postte
wreef ik deze goed onder mijn oksels, zodat de hond mijn geur zou herkennen en
me niet zou vergeten.
Op de dag van de terugreis ontving ik de langverwachte, door Waldi zelf geschreven kaart terug dat ‘thuis alles goed was’. Helaas kon dat het vakantiedrama niet meer goed maken. Bij thuiskomst negeerde de snel beledigde kruimelveger me, tot mijn grote verdriet, volledig en het duurde twee volle dagen voor ik weer in genade werd aangenomen. Vele jaren en enkele honden verder. Voorwaarde voor eventuele vakanties is nu dat de hond mee gaat op reis of ik blijf thuis. Geen discussie over mogelijk!