vrijdag 19 februari 2021

AKITA

Hachiko in the national museum of nature and science Tokyo

Verpletterend

De Akita neemt een vaste plek in de Japanse mythologie in omdat de hond het goede symboliseert. Hij geldt in het land van de rijzende zon als een voorbeeld en symbool van onovertroffen trouw. Laat je de hedendaagse gezelschapshond echter als een ongeleid projectiel los - je weet nooit wie er op zijn pad komt - zeg dan maar sayonara (dag met het handje). 

Herkomst en geschiedenis

De Akita Matagi (jachthond op beren) uit het noordelijk gelegen Akita-district was een middelgrote jachthond die ingezet werd voor de jacht op grofwild. De hond die zich in 1931 kwalificeerde als nationaal erfgoed kent een roerig bestaan. Hij was de vaste begeleider van de Samoerai, werd gehouden om hondengevechten aan te moedigen, verdiende zijn sporen als jacht- en sledehond en eindigt als gezelschapshond. We nemen even een loopje met de geschiedenis. De Akita kreeg een flinke (groei)scheut in- en uitheemse rassen, waardoor zijn formaat toenam. Medio 1999 maakte de FCI onder druk van de Japanse Kennel Club een splitsing tussen het erkende Japanse type (FCI groep 5 Spitsen & oertypen nummer 255 sectie 5) en het Amerikaanse slag - Akita’s die na afloop van de Tweede Wereldoorlog door Amerikanen waren meegesmokkeld en waaruit de Great Japanese Dog ontstond. Vanaf 2006 geldt binnen de FCI en de Verenigde Staten weer de naam American Akita ( FCI groep 5 nummer 344 sectie 5).

Karakter

Mede door zijn schuin geplaatste ogen, en de laag aangezette iets naar voren wijzende driehoekige oortjes krijgt de hond die typische Oosterse uitdrukking die soevereiniteit en kracht uitstraalt. De trefwoorden voor de Akita: bedaard, trouw, waardig, zelfverzekerd, ontvankelijk, moedig, onverstoorbaar, zelfstandig. Hij is volgzaam (niet slaafs) en aanhankelijk voor zijn eigen familie. Tegen onbekenden en vreemde snuiters gedraagt hij zich afstandelijk. Het rijtje van de American Akita: vriendelijk, attent, reagerend, waardig, volgzaam en moedig. De latere loggere variant behoort kneedbaarder te zijn dan zijn voorganger. De autonome Akita wordt nogal eens voor eigenwijs versleten, maar ze weten gewoon wat ze wel en wat ze niet willen en handelen daarnaar. Klikt het met je Akita, dan gaat hij voor zijn opperbaas en zijn familie door het vuur.

Sociaal gedrag

Op les bij een vakbekwame dojo (lees: hondenschool) is onontbeerlijk. Naast een goede opvoeding die elke hond nodig heeft, moeten de manieren van de Akita die best zonder baas zou kunnen, worden gepolijst. Dat wil zeggen: hem om leren gaan met andere dieren en mensen. Want mixen in gezelschap hoeft voor hem niet zo. Zeker in de relatie tot andere honden is hij lichtelijk gehondicapt en schort het aan beleefdheid. Tijdens ontmoetingen kan hij zich overheersend en arrogant gedragen. Soortgenoten herkennen weliswaar elkaars persoonlijke comfortzone, maar het hangt volledig van het individu af of die wordt gerespecteerd, of dat de koksmessen worden geslepen en de ander chop chop in hapklare sushi verandert. Bij andere hondenrassen zijn Akita’s licht ontvlambaar en kunnen ze agressief uitvallen. Hij is een ongenaakbare knokker. Een judoka die niet zozeer bijt, maar net als in de sport uitblinkt in tal van worpen, en zo de tegenpartij met zijn borst tegen de grond drukt. Bij gemeenschappelijke (club)wandelingen blijven Akita’s daarom strikt aan de lijn.

Het verpletterend mooie uiterlijk van de Akita is misleidend. Door zijn vermeende aaibaarheidsfactor en de tranentrekker Hachi, a dog’s tale wil iedereen hem aanhalen. Aaikita’s zijn een minoriteit. De eenkennige Akita trekt zich bij een uitgestoken hand terug of doet een stapje achteruit vergezeld van een alleszeggende blaf. Die combinatie blijkt een effectieve methode. Het schrikt aaiers af.

De Akita gaat fantastisch om met kinderen uit het eigen gezin (mits de verzorgers, net als bij iedere andere hond, hond en kind de geldende regels hebben bijgebracht en een oogje in het zeil houden). Vriendjes van de kinderen die op bezoek komen, tolereert hij. Wordt er gestoeid dan ziet de Akita, die zijn eigen kinderen wil beschermen, zich genoodzaakt in te grijpen.

Opvoeding en beweging

Laten we vooropstellen: Akita’s zijn geen watjes. Als baas moet je stevig in je zori’s (Y slippers) staan om niet met je te laten ringeloren. Opvoeden doe je met ‘een ijzeren vuist in een fluwelen handschoen’. Een harde aanpak van de Akita sorteert geen effect. De hond doorgronden, engelengeduld en volharding wel. Een blunder van hier tot Tokyo als je de discipline mist om consequent vol te houden en geen mentaal en fysiek overwicht hebt en tóch een Akita aanschaft. Te veel eigenaars verkeken zich op die schattige wolbaal die een maatje te groot voor ze werd. Er zijn relatief veel herplaatsers onder de Akita’s. Worden ze geadopteerd dan is het vaak weer geen blijvertje. Door gebrek aan deskundige pupbegeleiding neigen verpeste Akita’s naar domineren en agressie.

De ene Akita heeft meer neiging tot overheersen en uittesten dan de andere, maar geef de Akita een vinger, en hij neemt de hele arm met de oksel erbij. Met andere woorden: discussie is uitgesloten, hai (ja) blijft hai en ie (nee) blijft ie. Met positief belonen kom je een heel eind, maar de Akita vraagt erom om overdonderd te worden. Je moet ze niet in een knellende mal persen, maar honds op hun plek wijzen door op een natuurlijke wijze respect af te dwingen. Sta je van pup af aan niet op je strepen, dan walst de volwassen tank van zo’n 30-35 kg straks letterlijk en figuurlijk over je heen. De Akita zal niet schromen om agressie in te zetten om zijn zin door te drijven of als hij gedwongen wordt iets tegen zijn zin te doen.

Een oefening doet de hardleerse Akita enkel als hij er het nut van inziet. Het is geen gedienstige geisha. Waar de een een strebertje op gehoorzaamheidsgebied is, vraagt een ander een speelsere opleiding. Ze zijn driemaal zeven en dol op zoek- en intelligentiespelletjes. Nadeel hiervan is dat je hiermee je hoogbegaafde hond tot genie bombardeert. Hoe slimmer de hond, hoe vindingrijker de baas moet zijn. Akita’s gaan bedachtzaam, vernuftig en subtiel te werk. Dat levert resultaat op. Wil je dat hij ergens niet aan of bij kan, neem dan grondige voorzorgsmaatregelen.

Op stap gaat de Akita graag. Stad of platteland maakt hem niet uit zolang het aanbod maar gevarieerd is. Hij is gauw verveeld en gaat dan klieren. Onderweg sportief gebruik maken van de mogelijkheden die de omgeving biedt, telkens een nieuw behangetje qua route, afwisseling inbouwen en spelletjes doen het ‘m. Appartement of flat met lift geen bezwaar. Een urban explorer die aan zijn trekken komt, is thuis als alternatieve schapenvacht een rustige en stille bodembedekker. De lenigheid die nodig is bij de traditionele Japanse gevechtskunst Jiujitsu typeert het soepele Akitalijf. In de ruststand komt een diversiteit aan bizarre houdingen zoals geknoopte poten, gestrekt languit liggen, of de kin achter de hakken plaatsen, tot uiting.

Akita’s zijn uitstekende zwemmers, al zijn de praktiserende in de minderheid. Ze kunnen slecht tegen warmte en zullen pootje baden om verkoeling te zoeken. Regenplassen worden meestal vermeden, want oeps je grote teen zou eens nat kunnen worden. Bij zomerse waarden wandelt men bij voorkeur in de vroege ochtend als de grond op zijn koelst is. De taaie Akita staat op eigen benen. Hij kan binnen of buiten (bijvoorbeeld in een iglo) aarden en vindt het door zijn zelfstandige natuur niet vervelend om enkele uren per dag alleen te blijven. Ze zijn waaks zonder veel te blaffen.

Gezondheid en verzorging

Sebaceous Adenitis (SA) is een ontstekingsziekte die zich richt op de vernietiging van de talgklieren. Het gevolg: ontstekingen rondom de talgklieren, uitdroging en schilfering van de huid, het uitvallen van haarbundeltjes inclusief haarwortels, doffe als door de motten aangevreten vacht en een dikker wordende hoornlaag. Na enige tijd komt het tot verstoring van de talgklieren door lichaamseigen specifieke lymfocyten. De huid wordt zeer ontvankelijk voor een secundaire huidinfectie, die weer leidt tot enorme jeuk en vaak etterende onwelriekende huidontstekingen.

Vogt-Kayanaga-Harada Disease, afgekort VKH syndroom is een auto-immuunziekte. Bij Akita’s wordt er gesproken van uveodermatological syndrome (UDS). Een zeer verontrustende voornamelijk oog- en huidziekte die op ieder moment kan toeslaan zonder duidelijke aanleiding. Het is een genetisch probleem dat zich uit in een grote variatie. In alle gevallen worden de pigmentcellen in het lichaam aangevallen. Een vroege constatering met daaraan gekoppeld het juiste behandelplan is cruciaal.

Akita’s zijn karige eters en onder hen heb je dan ook nog de kieskauwers. Maar voor gekookte vis (met rijst) krijgt je altijd een welgemeend domo (dankjewel). Het blijft tenslotte een Nippon Inu (Japanse hond). Vooral gekookte zalm (rauwe vis geeft vitamine A problemen) is een handig trainingshulpmiddel om in te zetten bij voergevoelige Akita’s.

Ontmanteling. Tegen de kriebels mag je de hond tijdens de rui vaker borstelen. Tweemaal per jaar ontploft de vacht van de Akita. De berg wol waarvan hij zich ontdoet, is groter dan de hond zelf. Aan het geslonken volume zijn de kwijtgeraakte haren en een hogere verbranding debet. Vooral het keerpunt van het loslaten van de vacht en de nieuwe haargroei vreet energie. Gaan mensen je vragen of je hond is afgevallen dan is het tijd om hem gedurende een week of twee dubbele porties voor te schotelen.

De rui is daarbij een goed moment om de hond te wassen. Van een wasbeurt knapt de vacht op en zo verliest de hond sneller zijn haren. Tijdens warme seizoenen of het stookseizoen blijft de rui doorsudderen.

De haarkleur is rood, gestroomd of wit. Rood en gestroomd zijn voorzien van Urajiro: de witte vacht op de zijkanten van de kaak, onderkant van de kaak, onderkant van de borst, onderkant van het lichaam, onderkant van de staart en de binnenzijde van de benen.