Van de vorige sneeuwperiode kan ik me herinneren dat bibberdebrrr Pop met haar dunne velletje pas zo'n beetje tegen de dooi aan, de winter accepteerde. Tijdens deze koudegolf is het niet anders. We tellen binnen de dagen tot de lente af, totdat ze onverwacht toch in is voor sneeuwpret.
Pop rust op haar bankje. Als de zon doorbreekt, is ze de witte wereld in te porren. We starten bij de uitgang. Pop blaft dat zij hier waakt. De brandgang wordt onderzocht op sporen van katten, muizen en misschien wel de vos. Ze ruikt de vogelzaden die buiten haar bereik en zicht op de muur liggen. Een gedroogde wisteriastengel is telkens goed voor minutenlang k(l)auwplezier, want ze is gauw afgeleid. Ik schep ondertussen de bevroren plasjes in een emmertje. Dat vindt ze fijn, want ze heeft haar tuin graag ordentelijk.
Pop daagt me uit voor verstoppertje en sjeest onder de bevroren
bamboestengels en besneeuwde miscanthus door. De stengel komt weer in beeld. De
afgeknabbelde stukjes 'zoethout' maken haar dorstig. Aan de regenpijp hangt een
druppende ijspegel die de dorst niet lest. Ze probeert met haar klauwtjes de
ijslaag eraf te krabben, maar de emmer is een brok ijs. Bijten geeft ook geen ijsblokjes, dan maar wat sneeuw
eten. Als een poolvos dwaalt ze door de tuin. Ze ziet dat ik haar bewonder en
ze gunt me regelmatig een fotomoment. Heel bijzonder!