Ik wil
mezelf niet op de borst kloppen, maar als verantwoordelijk eigenaar ben ik me
er terdege van bewust dat een ander geen last hoeft te ondervinden van mijn
huisdier. Daarom heb ik mijn hond netjes opgevoed en houd ik me zoveel mogelijk
aan de voorgeschreven regeltjes. Buiten loopt mijn vrouwtjeshond altijd aangelijnd. Behalve op
de weinige plekken waar loslopende honden zijn toegestaan, zoals op het strand
waar we elk weekend uitwaaien. Ze jaagt niet op wild, vee of broedvogels. Ze springt
niet tegen mensen op. Speelplaatsen zijn voor haar taboe, hoe aanlokkelijk
sommige toestellen ook zijn. Ze is vriendelijk en sociaal ten opzichte van haar
soortgenoten en mag graag met hen spelen. Ze blaft zelden, zelfs niet als ze ’s
ochtends terwijl ik werk in haar eentje op het huis past. Hoogstens slaat ze kort
aan als er iemand aanbelt of voor onze deur halt houdt. Dat mag, vind ik. Haar
borstelen doe ik weliswaar buiten, maar de uitgekamde haren gaan netjes in een
zakje in de prullenbak of mee naar huis.
Mijn hond maakt gebruik van het
daarvoor bestemde hondenpad om haar behoefte te doen. Voor noodgevallen draag
ik altijd enkele poepzakjes bij me. Niet als een strikje zichtbaar aan de riem
vastgebonden – dat gaat me echt te ver – maar gewoon in mijn heuptasje. Mijn
teefje doet een of twee plasjes aan het begin van de wandeling. Liefst onder
een hoge struik en dat is het dan. Je kunt overal met haar voor de dag komen. In
een restaurant merkt niemand dat zij onder de tafel ligt, zo rustig gedraagt ze
zich.
Tijdens onze reisjes met het openbaar vervoer zijn medepassagiers heel
begripvol als Bo aarzelt voordat ze vanaf het perron op de hoge treeplank
stapt. Doordeweeks bezoek ik namelijk een aardige oudtante die in een
bejaardencentrum buiten de stad verblijft. Eigenlijk is het er voor huisdieren
verboden terrein, maar voor Bo knijpen ze graag een oogje dicht. De medebewoners zijn namelijk net zo dol op haar als
mijn oudtante. Ze zien haar graag komen, want voor hen betekent het een welkom
verzetje in hun toch ietwat grijze bestaan. Daarom drinken we meestal thee in
de gezamenlijke wintertuin, zodat alle oudjes die dat willen Bo kunnen aaien.
Zij, op haar beurt, geniet van alle aandacht. Koekjes mogen pas gegeven worden
bij ons vertrek. Dit afscheidsceremonieel hebben we in moeten lassen vanwege
een vergeetachtige dame die Bo gedurende de hele visite in het geniep
overlaadde met kluifjes. Doordat vervolgens alle senioren met wat lekkers aan
kwamen zetten, ontstond er een chaotisch lopend buffet. Door de getroffen
maatregel heerst er duidelijkheid en is iedereen happy, Bo inbegrepen.