Hachiko in the national museum of nature and science Tokyo
Verpletterend
De Akita neemt een vaste plek in de
Japanse mythologie in omdat de hond het goede symboliseert. Hij geldt in het land van
de rijzende zon als een voorbeeld en symbool van onovertroffen trouw. Laat je
de hedendaagse gezelschapshond echter als een ongeleid projectiel los -
je weet nooit wie er op zijn pad komt - zeg dan maar sayonara (dag met het handje).
Herkomst
en geschiedenis
De Akita
Matagi (jachthond op beren) uit het noordelijk gelegen Akita-district was
een middelgrote jachthond die ingezet werd voor de jacht op grofwild. De hond die zich in 1931 kwalificeerde
als nationaal erfgoed kent een roerig bestaan. Hij was de vaste begeleider van de
Samoerai, werd gehouden om hondengevechten aan te moedigen, verdiende zijn
sporen als jacht- en sledehond en eindigt als gezelschapshond. We nemen even
een loopje met de geschiedenis. De Akita kreeg een flinke (groei)scheut in- en
uitheemse rassen, waardoor zijn formaat toenam. Medio 1999 maakte de FCI onder
druk van de Japanse Kennel Club een splitsing tussen het erkende Japanse type (FCI groep 5 Spitsen & oertypen
nummer 255 sectie 5) en het Amerikaanse slag - Akita’s die na
afloop van de Tweede Wereldoorlog door Amerikanen waren meegesmokkeld en
waaruit de Great Japanese Dog ontstond. Vanaf 2006 geldt binnen de FCI en de
Verenigde Staten weer de naam American Akita ( FCI groep 5 nummer 344 sectie 5).
Karakter
Mede door zijn schuin geplaatste ogen,
en de laag aangezette iets naar voren wijzende driehoekige oortjes krijgt de
hond die typische Oosterse uitdrukking die soevereiniteit en kracht uitstraalt.
De trefwoorden voor de Akita:
bedaard, trouw, waardig, zelfverzekerd, ontvankelijk, moedig, onverstoorbaar, zelfstandig.
Hij is volgzaam (niet slaafs) en aanhankelijk voor zijn eigen familie. Tegen
onbekenden en vreemde snuiters gedraagt hij zich afstandelijk. Het rijtje van
de American Akita: vriendelijk, attent, reagerend, waardig, volgzaam en moedig.
De latere loggere variant behoort kneedbaarder te zijn dan zijn voorganger. De
autonome Akita wordt nogal eens voor eigenwijs versleten, maar ze weten gewoon
wat ze wel en wat ze niet willen en handelen daarnaar. Klikt het met je Akita,
dan gaat hij voor zijn opperbaas en zijn familie door het vuur.
Sociaal
gedrag
Op les bij een vakbekwame dojo (lees: hondenschool) is
onontbeerlijk. Naast een goede opvoeding die elke hond nodig heeft, moeten de
manieren van de Akita die best zonder baas zou kunnen, worden gepolijst. Dat
wil zeggen: hem om leren gaan met andere dieren en mensen. Want mixen in
gezelschap hoeft voor hem niet zo. Zeker in de relatie tot andere honden is hij
lichtelijk gehondicapt en schort het
aan beleefdheid. Tijdens ontmoetingen kan hij zich overheersend en arrogant
gedragen. Soortgenoten herkennen weliswaar elkaars persoonlijke comfortzone,
maar het hangt volledig van het individu af of die wordt gerespecteerd, of dat
de koksmessen worden geslepen en de ander chop
chop in hapklare sushi verandert. Bij andere hondenrassen zijn Akita’s licht
ontvlambaar en kunnen ze agressief uitvallen. Hij is een ongenaakbare knokker.
Een judoka die niet zozeer bijt, maar net als in de sport uitblinkt in tal van worpen,
en zo de tegenpartij met zijn borst tegen de grond drukt. Bij
gemeenschappelijke (club)wandelingen blijven Akita’s daarom strikt aan de lijn.
Het verpletterend mooie uiterlijk van de
Akita is misleidend. Door zijn vermeende aaibaarheidsfactor en de tranentrekker
Hachi, a dog’s tale wil iedereen hem
aanhalen. Aaikita’s zijn een
minoriteit. De eenkennige Akita trekt zich bij
een uitgestoken hand terug of doet een stapje achteruit vergezeld van een
alleszeggende blaf. Die combinatie blijkt een effectieve methode. Het schrikt
aaiers af.
De Akita gaat fantastisch om met
kinderen uit het eigen gezin (mits de verzorgers, net als bij iedere andere
hond, hond en kind de geldende regels hebben bijgebracht en een oogje in het
zeil houden). Vriendjes van de kinderen die op bezoek komen, tolereert hij. Wordt
er gestoeid dan ziet de Akita, die zijn eigen kinderen wil beschermen, zich
genoodzaakt in te grijpen.
Opvoeding
en beweging
Laten we vooropstellen: Akita’s zijn
geen watjes. Als baas moet je stevig in je zori’s
(Y slippers) staan om niet met je te laten ringeloren. Opvoeden doe je met ‘een
ijzeren vuist in een fluwelen handschoen’. Een harde aanpak van de Akita sorteert
geen effect. De hond doorgronden, engelengeduld en volharding wel. Een blunder
van hier tot Tokyo als je de discipline mist om consequent vol te
houden en geen mentaal en fysiek overwicht hebt en tóch een Akita aanschaft. Te
veel eigenaars verkeken zich op die schattige wolbaal die een maatje te groot
voor ze werd. Er zijn relatief veel herplaatsers onder de Akita’s. Worden ze
geadopteerd dan is het vaak weer geen blijvertje. Door gebrek aan deskundige pupbegeleiding
neigen verpeste Akita’s naar domineren en agressie.
De ene Akita heeft meer neiging tot
overheersen en uittesten dan de andere, maar geef de Akita een vinger, en hij
neemt de hele arm met de oksel erbij. Met andere woorden: discussie is
uitgesloten, hai (ja) blijft hai en ie (nee) blijft ie. Met
positief belonen kom je een heel eind, maar de Akita vraagt erom om overdonderd
te worden. Je moet ze niet in een knellende mal persen, maar honds op hun plek
wijzen door op een natuurlijke wijze respect af te dwingen. Sta je van pup af
aan niet op je strepen, dan walst de volwassen tank van zo’n 30-35 kg straks letterlijk
en figuurlijk over je heen. De Akita zal niet schromen om agressie in te zetten
om zijn zin door te drijven of als hij gedwongen wordt iets tegen zijn zin te
doen.
Een oefening doet de hardleerse Akita
enkel als hij er het nut van inziet. Het is geen gedienstige geisha. Waar de een
een strebertje op gehoorzaamheidsgebied is, vraagt een ander een speelsere opleiding.
Ze zijn driemaal zeven en dol op zoek- en intelligentiespelletjes. Nadeel
hiervan is dat je hiermee je hoogbegaafde hond tot genie bombardeert. Hoe
slimmer de hond, hoe vindingrijker de baas moet zijn. Akita’s gaan bedachtzaam,
vernuftig en subtiel te werk. Dat levert resultaat op. Wil je dat hij ergens
niet aan of bij kan, neem dan grondige voorzorgsmaatregelen.
Op stap gaat de Akita graag. Stad of
platteland maakt hem niet uit zolang het aanbod maar gevarieerd is. Hij is gauw
verveeld en gaat dan klieren. Onderweg sportief gebruik maken van de
mogelijkheden die de omgeving biedt, telkens een nieuw behangetje qua route,
afwisseling inbouwen en spelletjes doen het ‘m. Appartement of flat met lift
geen bezwaar. Een urban explorer die aan
zijn trekken komt, is thuis als alternatieve schapenvacht een rustige en stille
bodembedekker. De lenigheid die nodig is bij de traditionele Japanse
gevechtskunst Jiujitsu typeert het soepele Akitalijf. In de ruststand komt een
diversiteit aan bizarre houdingen zoals geknoopte poten, gestrekt languit
liggen, of de kin achter de hakken plaatsen, tot uiting.
Akita’s zijn uitstekende zwemmers, al zijn
de praktiserende in de minderheid. Ze kunnen slecht tegen warmte en zullen
pootje baden om verkoeling te zoeken. Regenplassen worden meestal vermeden,
want oeps je grote teen zou eens nat kunnen worden. Bij zomerse waarden wandelt
men bij voorkeur in de vroege ochtend als de grond op zijn koelst is. De taaie Akita
staat op eigen benen. Hij kan binnen of buiten (bijvoorbeeld in een iglo)
aarden en vindt het door zijn zelfstandige natuur niet vervelend om enkele uren
per dag alleen te blijven. Ze zijn waaks zonder veel te blaffen.
Gezondheid en verzorging
Sebaceous Adenitis (SA) is
een ontstekingsziekte die zich richt op de vernietiging van de talgklieren. Het
gevolg: ontstekingen rondom de talgklieren, uitdroging en schilfering van de
huid, het uitvallen van haarbundeltjes inclusief haarwortels, doffe als door de
motten aangevreten vacht en een dikker wordende hoornlaag. Na enige tijd komt
het tot verstoring van de talgklieren door lichaamseigen specifieke lymfocyten.
De huid wordt zeer ontvankelijk voor een secundaire huidinfectie, die weer
leidt tot enorme jeuk en vaak etterende onwelriekende huidontstekingen.
Vogt-Kayanaga-Harada
Disease, afgekort VKH syndroom is een auto-immuunziekte. Bij Akita’s wordt er
gesproken van uveodermatological syndrome (UDS). Een zeer verontrustende voornamelijk
oog- en huidziekte die op ieder moment kan toeslaan zonder duidelijke aanleiding.
Het is een genetisch probleem dat zich uit in een grote variatie. In alle
gevallen worden de pigmentcellen in het lichaam aangevallen. Een vroege
constatering met daaraan gekoppeld het juiste behandelplan is cruciaal.
Akita’s zijn karige eters en onder hen heb
je dan ook nog de kieskauwers. Maar voor gekookte vis (met rijst) krijgt je
altijd een welgemeend domo
(dankjewel). Het blijft tenslotte een Nippon
Inu (Japanse hond). Vooral gekookte zalm (rauwe vis geeft vitamine A
problemen) is een handig trainingshulpmiddel om in te zetten bij voergevoelige
Akita’s.
Ontmanteling. Tegen de kriebels mag je de
hond tijdens de rui vaker borstelen. Tweemaal per jaar ontploft de vacht van de
Akita. De berg wol waarvan hij zich ontdoet, is groter dan de hond zelf. Aan
het geslonken volume zijn de kwijtgeraakte haren en een hogere verbranding
debet. Vooral het keerpunt van het loslaten van de vacht en de nieuwe haargroei
vreet energie. Gaan mensen je vragen of je hond is afgevallen dan is het tijd
om hem gedurende een week of twee dubbele porties voor te schotelen.
De rui is daarbij een goed moment om de
hond te wassen. Van een wasbeurt knapt de vacht op en zo verliest de hond sneller
zijn haren. Tijdens warme seizoenen of het stookseizoen blijft de rui doorsudderen.
De haarkleur is rood, gestroomd of wit.
Rood en gestroomd zijn voorzien van Urajiro:
de witte vacht op de zijkanten van de kaak, onderkant van de kaak, onderkant
van de borst, onderkant van het lichaam, onderkant van de staart en de
binnenzijde van de benen.