donderdag 31 december 2020

PROEFWEEKEND

 

Vickie Nelson - the nose knows

Roderick, een Basset bastaard, is een eenkennig individuutje dat in en rond het huis scharrelen prefereert boven uitlaten. Zijn beweeglijke baas is behoorlijk ondernemingsgezind. Hij wil joggen, flink doorstomen tijdens een strandwandeling, weekendjes weg en geregeld op reis. Van meet af aan waren ze niet echt close. De wil was er bij beiden wel: ze hadden alleen afwijkende behoeften en interesses. Roderick, in het dagelijks leven doorgaand als Rikjuh, bleef bij voorkeur thuis in zijn vertrouwde omgeving. Een pension verafschuwt hij. Zijn baas wilde kilometers langs de kust maken en de treuzelende Roderick moest verplicht aan de lijn. Waardoor de hond op zijn beurt de goed geproportioneerde flaporen in de wind gooide, tegenstribbelde en tot slot de rem erop gooide. Zijn baas wist zich geen raad met de vermeende koppigheid. Toen de losse huid van de hond gespannen kwam te zitten, besloot hij de hond ter adoptie aanbieden. De man begreep dat ze als stel ongeschikt waren.

Dezelfde avond nog meldde zich telefonisch een weduwe van stand die al een adellijk Bassetteefje genaamd Claire bezat. De iets te gezette Claire heeft een rustige inborst. Ze zocht een huismusserige vrind om Rundumhause mee te dollen. De dame drong nadrukkelijk aan op een spoedig proefweekend omdat de even oude reu haar de perfecte kandidaat leek. Roderick wilde zoals gewoonlijk in eerste instantie helemaal niet mee. Dat veranderde toen hij de grote ommuurde bomentuin van de monumentale stolp betrad en Claire zag. Ze vielen als een blok voor elkaar. Het proefweekend wordt zijn langste vakantie ooit - beiden waren in een handomdraai weer op hun streefgewicht. Hij keerde begrijpelijkerwijs nooit meer terug. Dit was waar hij wilde blijven: met een lieve speelse amice, een geheime tuin en nooit meer de deur uit.

woensdag 30 december 2020

GAAT-IE MEE?

Rusty (spreek uit: roest-ie?) is een aanhankelijke en sportieve hond die gezegend is met een bovengemiddeld aantal roestvlekken, helemaal niks mis mee. Hij verkeert altijd en overal in de buurt van zijn vrouwtje. Waar zij is, is hij. Gelukkig wordt die affectie dubbel en dwars gedeeld. Beiden houden ze van buiten spelen, wandelen, onzin uithalen en eropuit trekken. Ze hoeft maar ‘mee’ te roepen en de hond staat al in de startblokken. Soms grapt en grolt ze met vervangwoordjes als ‘saté’ of ‘kopje thee?’ Maar Ruschinski, zoals hij bij passende gelegenheden wordt genoemd, laat zich niet gek maken. Alles wat rijmt op ‘é’ klinkt voor zijn zwarte geknakte puntoren goed genoeg om door te gaan voor ‘mee’. Samen hebben ze al heel wat van ons kleine kikkerlandje gezien. Duinen, strand en zee, heuvels, bossen en samen cityshoppen, hij vindt het allemaal prachtig zolang hij maar mee mag.

Vakantie en uitstapjes staan synoniem voor dag en nacht samen: volop genieten dus. Buitenlandtripjes worden echter verijdeld. Over de landsgrens kan de gevlekte hond niet aarden. Uitheemse geuren of misschien wel de vreemde taal brengen hem van de wijs. Het onbekende eng, waar hij zijn vrouwtje zomaar uit het oog kan verliezen, doet zijn eetlust volledig verdwijnen. Wat ze ook probeert, de hond krijgt geen hap binnen. De voedselweigering gaat zo ver, dat ze al na luttele dagen met de hongerstakende hond huiswaarts moet keren. Thuis valt Rusty meteen op precies diezelfde meegenomen brokken aan. Noodgedwongen, maar uit liefde, vieren ze vakanties in Nederland. Af en toe zetten ze tijdens een wandeltocht langs de Zeeuwse kust stiekem een voet en een poot op Belgische bodem. De hond weigert acuut elke vorm van voedsel, het aangeboden koekje dat zij bij de bestelde koffie op het terras krijgt, meegerekend.

dinsdag 29 december 2020

KAPPEN



Door kapwerkzaamheden is het een zooitje in het bos - straks wordt het bos daardoor veel doorzichtiger. We mijden de door rupsbanden blubberige paden. Voor de konijnen en eekhoorns en Pop is het bekende bos getransformeerd in een grote speeltuin waar je heerlijk verstoppertje kan spelen. Het is zo leuk dat het moeilijk is om naar huis te gaan. Op een gegeven moment wint de vermoeidheid het. Haar vacht onder het zand en plakkerig van de hars verhaalt van topexpeditie.


maandag 28 december 2020

MACHO MAN

 

Sjors heeft een even groot halfbroertje: Jimmy. Als ze naar elkaar kijken, zien ze zichzelf. Uiterlijk variëren ze totaal: dropjeszwart/plomp versus blanke vla/elegant. Onbetwistbaar het resultaat van twee verschillende vaders. Innerlijk komen ze geheel overeen. Beiden zijn onverstoorbare snuffelaars. Het doel van hun reukorgaan: het opsporen van aantrekkelijke wijfjes. Ze gaan daar zo ver in dat ze de wereld om hen heen compleet vergeten. Hun baasjes opperen weleens dat hun aanwezigheid tijdens wandelingen volslagen overbodig wordt gevonden. Hun desinteresse in spelletjes met soortgenoten is een ander raakvlak. Doordat de twee haantjes samen één front vormen, lopen de meeste reutjes met een boogje om hen heen. Sjors en Jimmy laten immers onverholen doorschemeren - door op hun tenen te lopen en te borstelen - dat ze opdringerige kerels storende elementen vinden. 

Ze hadden echter niet gerekend op nieuwkomer en ladykiller Mikey. Hem zinde het niks dat hij zich tevreden moest stellen met een soloplek aan de zijlijn. Hij vatte het diabolische plan op om een wig tussen de twee broers te drijven. Zo kon het gebeuren dat tijdens een chaotisch moment in de aanwezigheid van flink wat honden hij zijn kans schoon zag. Geniepig besprong hij Jimmy onbehouwen van achteren, greep hem stevig in zijn kraag en was in een flits verdwenen. De argeloze Sjors die zich naast Jimmy bevond, kreeg in eerste instantie onterecht de schuld. Er ontstond kort gekrakeel. Al rap hadden de gezworen kameraden in de gaten dat de bewuste actie kwade opzet was geweest. Boosdoener Mikey werd canis non grata verklaard en droop gedwongen met de ruigharige staart tussen de poten aangeslagen af. Eensgezind gingen Sjors en Jimmy verder op pad, op zoek naar geschikte chickies.

zondag 27 december 2020

BEJAARDE BINKEN

Op-en-top kattenmensen gingen overstag toen hun vrienden een Border Collie namen. Pas op dat moment realiseerden ze zich hoe leuk het is om een hond om je heen te hebben. Het had ook een praktische reden: ze waren recent verhuisd naar een afgelegen boerderij. Hun keuze viel op een 'bokser' omdat die geroemd wordt om zijn aangeboren geschiktheid als bewaker. Een hond die zonder de minste aarzeling, bereid is om tot actie over te gaan als zijn baas, huis of erf verdedigd dienen te worden.

Ze kwamen veel bij elkaar over de vloer: uit pure noodzaak moesten de beide reuen wel vriendjes worden. De eerste twee jaren was alles pais en vree tussen hen. De honden speelden samen, deelden kluiven en haalden kattenkwaad uit. Totdat een smeulend conflict tot onenigheid leidde. Waren het opspelende hormonen? Het resultaat was dat de honden elkaar niet meer konden luchten of zien. Telkens was het spitsroeden lopen en afwachten hoe en wanneer de heren elkaar weer in de haren zouden vliegen. Heel vervelend, want de frequentie van de ontmoetingen tussen vrienden kwam daardoor op een wel heel laag pitje te staan.

Op een onverwachte dag een decennium later troffen ze elkaar spontaan in het bos. Geschrokken riepen ze beiden te laat hun loslopende honden terug. Maar de inmiddels bedaarde bejaarden deden het voorkomen of er nooit iets onverkwikkelijks tussen hen was gebeurd. Een voorzichtige snuffel, een kwispel, een lik. Ongetwijfeld viel het hen op dat ze zich allebei verzoend hadden met het feit dat hun mannelijkheid tanende was. Beide heren sleten hun oude dag nog dikwijls in elkaars gezelschap en hun bazen pakten de versleten draad van hun vrindschap net zo moeiteloos op als de twee oudjes.

zaterdag 26 december 2020

ZWIJGEN IS GOUD

Een zorgzame zakenman die veel en vaak van huis is, schaft voor zijn bangelijke echtgenote een waakhond aan. Hij kiest goedbedoeld voor de flinke Berner Sennenhond: een trouwhartige beer van een hofhond die zijn kudde waar hij aan gehecht is, met liefde bewaakt. Zo heeft zijn eega wat om handen en meteen gezelschap. De huisvrouw is eigenlijk een beetje bang voor honden. Uit ongegronde vrees dat hij haar niet aardig zal vinden, durft ze geen grenzen te stellen. Hem uitlaten waagt ze al helemaal niet: het massieve trekvermogen van het zwaargewicht is veel te krachtig. Bovendien siddert ze alleen al bij het idee dat ze andere vreemde enge honden tegen het lijf kan lopen. 

Uit pure verveling neemt de hond in zijn eigen kleine wereldje zijn aangeboren taak als bewaker en beschermer veel te serieus. Ongeremd blaft hij lustig naar alles wat in de buurt van zijn vrouwtje, hun huis of tuin komt. Thuis stuitert de hond 24 uur per dag achter de ruiten. Elke voorbijganger wordt driftig uitgescholden. Succes verzekerd, want iedereen loopt, rent of rijdt verder. Het halve vensterglas zit vol met kwaad spuug; er is nauwelijks meer doorheen te kijken. De zelfbedachte hobby van haar constant opgewonden hond drijft de jonge vrouw tot wanhoop. Van alles heeft ze al geprobeerd om het blafmonster het zwijgen op te leggen: vriendelijk gevraagd of hij alsjeblieft wil stoppen met dat irritante geblaf, een sjaal om zijn beide oren geknoopt, de radio hard aan om buitengeluiden te maskeren en de onderkant van de ramen afgeplakt met folie. Ten einde raad consulteert de vrouw een therapeut. Die doorziet de situatie en adviseert haar de hond meer afleiding te geven. De vrouw vertaalt dit naar een speelkameraadje. Nu wordt ze dag en nacht op dubbele blafconcerten getrakteerd. Ze heeft uiteindelijk wel de oplossing gevonden: permanent oordopjes in.

vrijdag 25 december 2020

WAAKHOND

Een aantrekkelijke advocate die kantoor aan huis houdt, wil na haar scheiding graag een waakhond. ‘Je weet tegenwoordig nooit wat voor volk je in huis haalt’, luidt haar verweer. Voor haar eigen gemoedsrust en dat van haar uitwonende zoon vindt ze het wel zo veilig om een waakhond te hebben waarvan een preventieve werking uitgaat. Ze adopteert een Spaanse pup omdat ze daarvan verwacht dat hij een trouwe beschermer zal worden. De hond van onbekende ouders groeit uit tot een uit de kluiten gewassen slungel. Zijn exterieur heeft de rankheid van een Greyhound, de golvende haren komen overeen met die van een Golden Retriever, de kop en de duizelingwekkende pootlengte vertonen sterke gelijkenis met een Kangal. De manshoge hond blijkt een joris-goedbloed. Zo eentje die kwispelend de dief helpt de te stelen spullen mee naar buiten te sjouwen.

De zakenvrouw zoekt een hondenschool uit waarvan zij hoopt dat ze haar hond een beetje pit kunnen bijbrengen. Na anderhalf jaar trainen is haar hond nog steeds een zacht ei. Bovendien geeft hij nog steeds geen kik. Op de hondenschool stellen medecursisten aan de trainer slechts een en dezelfde prangende vraag: hoe leer je een hond het blaffen af. Op haar vraag ‘Hoe léért een hond een grote bek op te zetten’, krijgt ze als antwoord: ‘Als het er niet inzit, kunnen we het ook niet naar boven halen.’ Quasi vertwijfeld grapt ze hoe de hond zelfs bij de meest ongure types zijn kolossale kop goedmoedig op het bureaublad legt. En verschijnen er cliënten aan haar voordeur dan gaat er zelfs geen alarmbelletje rinkelen. Erger nog, de hond blijft ontspannen en zonder met de ogen te knipperen op de bank liggen. Ze is de risee van haar hondenkennissen. ‘Hij hoeft dus niet te rekenen op een plekje op de loonlijst’, besluit ze haar slotpleidooi lief lachend tegen ons.

SEASON'S GREETINGS

 


donderdag 24 december 2020

CAUGHT ON CAMERA


Caught on camera when she woke up
It's pooring and that's so boring
(No, I won't go outside, until it stops raining cats and dogs)



woensdag 23 december 2020

RETOURTJE

Moppie, een honnig uitziend klein krengetje gedroeg zich aan het lijntje nogal onbeleefd. Op die manier maakte ze zich op zijn zachts gezegd ongeliefd bij andere hondenbaasjes en hun honden langs de Maasoever. Die ontweken de scheldkanonnades liever en liepen met een grote boog om haar heen. De inschikkelijke baas gunde haar de vrijheid als er even geen andere viervoeters in de beurt zijn. Onverwacht kwam er toch een donkere flinkerd op hen af. Wat bleek: los van de lijn ontpopte Moppie zich als een verdraagzaam zachtaardig wezentje. Voortaan mocht Moppie los. Ze vergat dat ze ooit een hekel aan soortgenoten had. Lang ging het goed. Totdat Moppie haar interesse verlegde naar veerwild. Roofvogels in de lucht werden nageblaft, heggenmussen en fazanten achternagezeten, en watervogels langs de kant de majjem (rivier) ingejaagd. 

Op een kwade dag hartje winter, zwom ze de opgejaagde eenden die westwaarts vlogen achterna. De baas hield zijn hart vast en de adem in. Aangekomen op de wallenkant schudde ze wild haar doorweekte witte lokken uit, stapte in het water voor de terugweg en overbrugde opnieuw zo’n slordige 300 meter. Onder de wanhopige pogingen tot aanmoediging van haar ongeruste baas die duimde dat zijn lichtgewicht hondje niet werd verzwolgen door de golven, zwom ze heldhaftig en zich van geen gevaar bewust, door het ijskoude water terug. De baas draaide haar moederlijk in zijn sjaal en droeg haar huis. Moppie hield er lichamelijk niets van over. Wel kwam het overmoedig geworden beestje door haar hang naar avontuur nu echt nooit meer van de lijn.

dinsdag 22 december 2020

ENKELTJE

 

De beide vriendinnen laten twee keer per dag gezamenlijk hun honden uit. De Labrador reu en het bouvier wijfie kennen elkaar dus vanaf prille puptijd; waren zij mensen geweest dan zou men zeggen dat ze nog samen geknikkerd hebben. ’s Ochtends snuffelen ze in rustig tempo omdat Labrador Zoey vrij regelmatig last heeft van met de verkeerde poot uit bed stappen. In de nanoen dollen hij en Zeppi de bouvier tijdens hun tweede wandeling langs de rivieroever. 

Puppy's zijn het allang niet meer. Je zou ze eerder als dikbevriende groen-als-gras-pubers bestempelen. In het voorjaar werd Zeppi voor het eerst loops. Zoey wist niet wat hem overkwam en was meteen tot over zijn oren in love. Om een ongewenste zwangerschap en de onvermijdelijke gevolgen daarvan te voorkomen, wandelden de eigenaressen tijdelijk apart. Wel op ongeveer hetzelfde tijdstip omdat de honden dat zo gewend zijn. Zij met de teef aan de westelijke oever, de ander met de reu aan de oostkant. 

De rivier bleek geen onoverbrugbare hindernis te zijn voor een smoorverliefde vent. Hij sprong in het snelstromende water en zwom of zijn leven er vanaf hing naar de overkant. Het had tragisch af kunnen lopen als de logge lab tussen de drukke scheepvaart had moeten zigzaggen. Na de overtocht vertoonde de wellusteling geen spoortje van vermoeidheid en stortte zich meteen op zijn smachtende hartsvriendin. De bazin kon het stelletje in haar eentje moeilijk uit elkaar houden. Zo kon het gebeuren dat ondanks alle voorzorgsmaatregelen, het jonge koppel na 63 dagen trotse ouders werd.

maandag 21 december 2020

COOKIE


Voor de pasgetrouwde echtelieden, beide parttime werkzaam in de ICT-branche, stond onomstotelijk vast hoe ze hun aanstaande lekkerbekje zouden gaan noemen: cookie. Voor de digibeten onder ons is een cookie simpelweg de Engelse vertaling van: koekje. Computeraars weten dat een achtergelaten cookie een handige marketingtool is om op de hoogte te blijven van uw en andermans internetgebruik. Dat de betekenis van de dubbelzinnige benaming cookie dus voor verwarring ging zorgen, was niet bij hen opgekomen. Want de Cookie spaniël, zoals zij hun rashond noemen, is niet de enige hond die komt aandraven bij het horen van die snoeperige naam. Uit alle windstreken komen de aanwezige viervoeters in het park op het geroep van haar bazin af. ‘Echt handig lijkt me die naam niet’, zeg ik tegen haar, ‘of zijn je zakken goed gevuld?’ ‘Hoezo?’ vraagt ze. ‘Nou, welke hond verkeert er nou niet in een permanente staat van lekkere trek?!’ is mijn verweer. Niet begrijpend antwoordt ze dat het niet koekie, maar Cookie is. Ze spelt het ook nog: c o o k i e. ‘Maar Cookie klinkt toch als koekie? Dat verschil horen de honden toch niet?’ probeer ik nog. Deed ze alsof of begreep de bazin het echt niet? Ik snapte het wél. Was zij een golden retriever (en niets slechts over dit ras) dan zou ze zonder enige twijfel Blondie heten!

zondag 20 december 2020

WHAT'S IN A NAME

 

Maanden van gedegen voorbereiding. Zoveel vragen die beantwoord moeten worden, komen op ze af. Welke hondenras zullen ze nemen? Wordt het weer de mainstream labrador en voor welk sausje kiezen ze: chocola, karamel, of drop? Of wordt het toch een handzamer formaat; ze worden immers een dagje ouder. Met welke fokker zullen ze in zee gaan? Opteren ze voor een pup of een volwassen herplaatsing? Na lang wikken en wegen is de voor de hand liggende beslissing: de klassieke zwarte labradorpup. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De ongeboren pup schrijven ze alvast bij hun favoriete hondenschool in en een oppasadres wordt geregeld. Aan werkelijk alles wordt gedacht. Nu het leukste en lastigste: het verzinnen van een passende naam. Zouden ze hem heel stereotiep vernoemen naar zijn voorganger, of een nieuwe extravagante roepnaam bedenken? Iedereen in hun omgeving werd gevraagd een originele naam te opperen, het internet werd afgestruind en namenboekjes uitgepluisd. Dat alles om de ultieme naam te vinden. De pupperdepup arriveert en het grote genieten kan beginnen. Tijdens een blokje om ontmoeten we de trotse eigenaar van de doddige zwarte labby, knap Kooltje of klassiek Moriaantje? Ik barst van nieuwsgierigheid als ik lollig vraag: ‘En, hoe heet de kleine roetmop?’ Verliefd klinkt het: ‘Sam.’ Sam! Van alle denkbare namen, hebben ze de populairste hondennaam van onze wijk uitgekozen!

zaterdag 19 december 2020

EDDIE

 

Eddie heeft een langlopend project buiten de deur. Zonder uitzondering graaft de hutspot-van-vele-liefdes sinds 9 jaren elke middag aan dezelfde kuil in het wandelplantsoen. Je zou het een verslaving kunnen noemen. Eddie is een hond van de klok. Door de vaste werktijden van zijn baas graaft hij volgens een vast rooster. Komt zijn baas een tikkeltje te laat, wat zelden voorkomt, dan gunt Eddie hem tijdens de wandeling geen blik waardig. Ter compensatie neemt zijn toeschietelijke baas weleens een professionele leren voetbal mee om onderweg een balletje te trappen. Maar de eigengereide Eddie ziet die uitnodiging als een onnodig oponthoud: van langer uitstel kan geen sprake zijn. Eddie stiefelt gezwind naar zijn kuil om verder te zwoegen. Iedereen mag langskomen, kijken wat hij aan het doen is, en commentaar geven. Zolang ze Eddie maar niet storen. Hij moet gefocust blijven op de opgraving, hulp kan hij daar niet bij gebruiken. Voor de breedgeschouderde Eddie is de kuil een onuitputtelijke schatkamer waar hij wroet, delft en spit totdat hij de perfecte edele steen tegenkomt. De voor een mens gewone kei draagt hij fier en behoedzaam in zijn bek mee naar huis. Daar wordt het kostbare kleinood toegevoegd aan zijn alsmaar uitdijende collectie.

De baas had hem niet durven te vertellen dat ze binnen afzienbare tijd twee dorpen verderop zouden verkassen. Hij hoopte dat door het dozen in- en uitpakken en het verkennen van zijn kersverse ruimere thuis, de hond zijn kuilfixatie zou vergeten. Op de grote verhuisdag had Eddie zijn poten vol aan zijn meegenomen stenenverzameling die voorheen op het flut balkonnetje gerangschikt lag. Nu mocht hij ze in de joekel van een tuin onderbrengen. Joepie! De dag erna wachtte een enigszins nerveuze baas met spanning af of zijn hond het in het bomenrijke buurtpark wel naar zijn zin zou hebben. Maar Eddie stond al bij de voordeur te popelen om de wijk te schouwen. In tegenstelling van wat de baas dacht, voelde Eddie zich bevrijd. Hij was blij dat hij van de kuil af was! Al langer had hij willen stoppen; hij had immers alles wat erin zat, eruit gehaald. Was hij bang geweest voor imagoschade of gingen bij hem gewoon de jaren tellen?

vrijdag 18 december 2020

POP JUBILEUM

 pop jubileum

HieperdePop hoera! De allerliefste Pop viert vandaag haar vijfde verjaardag.
Today is the birthday of the sweetest girl in the world.

donderdag 17 december 2020

OPLETTEN

Waren gezelschapshonden vroeger anders? Tegenwoordig zou je het niet in je hoofd halen een kind maar één tel alleen te laten met een hond. Uit het oogpunt van kind én hond. Het is onverstandig om erop te vertrouwen dat je hond zich niet met het kind bemoeit. Net zoals je onwetend van het feit bent of je eigen vlees en bloed rare dingen uithaalt met de hond. Een hond hoeft niet oneindig alles toe te laten; iedereen heeft zijn grens. Ik kan me nog goed een krantenbericht voor de geest halen van knutselende kinderen die de flaporen van hun hond aan elkaar hadden geniet.

Manlief en ik hebben huisje-boompje-baby-beestje voor ogen. We zijn van mening dat dieren je leven aanvullen en dat kinderen er empathischer door worden. We willen dolgraag een hond, maar wachten liever tot de kinderen wat ouder zijn. Voorlopig doen we het met de bejaarde Sjaak Russell van opa die meekomt als mijn ouders bij ons thuis oppassen als wij beiden buiten de deur werken.

Het gebeurde in een onbewaakt ogenblik. Oma was met ons zoontje die vanwege de mazelen niet naar de crèche mocht, op het toilet. Mijn vader nam de rinkelende telefoon die in de keuken lag, op. Onze jongste spruit lag in de woonkamer op een speelkleed op de grond. De oude Sjaak lag zoals gewoonlijk diep in slaap op het wollen tapijt tegen de bank aangeschurkt. Mijn vader liet onmiddellijk de telefoon uit zijn hand vallen toen hij schaterend geluid hoorde. Het bleek dat onze baby van acht maanden besloten had om die dag te gaan tijgeren. En wel richting Sjaak. Wie nou wie getackeld had, zal nooit worden opgehelderd. Feit was dat de oude terriër, plots frisky, en een van plezier kraaiende baby in een innige omhelzing verstrengeld over elkaar heen gebuiteld op de parketvloer lagen.

woensdag 16 december 2020

OPPASSEN

 

In een ver verleden hadden vermogende echtparen een gouvernante voor hun kroost. Nu huurt men een inpandige au pair in die trendy als nanny wordt voorgesteld. Mijn ouders die tijdens de hippietijd een goedlopend cafetaria bestierden, hadden een op het oog nogal buitenissige babysit voor mij. Dat kwam zo. Mijn tante die met een ongewild nestje cocker spaniëls van haar teef zat, zocht daarvoor eigenaars. Natuurlijk kregen mijn mama en papa (haar broer) een rood pupje in de schoot geworpen. ‘Dat was straks leuk voor het kind om mee op te groeien.’ De werkelijke reden was uiteraard omdat zij met een nestje van vijf zaten. Joe Cocker spaniël kwam ons gezin zowat samen met mijn geboorte verrijken.

Tegenwoordig laat je het wel uit je hoofd om een hond met je kind alleen te laten, laat staan als kinderoppas in te zetten, maar Joe ontpopte zich als de ideale oppasser. Hij waakte op de drempel van mijn roomwitte babykamertje. Ik hoefde maar een kik te geven en hij vloog de trap af naar beneden om een van mijn ouders in de keuken te waarschuwen: een vliegende keep uitvoering van de babyfoon. Op het moment dat ik mijn eerste zelfstandige pasjes deed, volgde hij me als een hondje op de voet. Hij blafte als ik een stapje verkeerd zette. In de grote tuin waar ook dwerggeitjes rondliepen (de liefhebberij van mijn opa) dribbelde ik met mijn modderige laarsjes niet in zeven sloten tegelijk dankzij mijn bodyguard. We stoeiden samen, en deden het tussendoor-slaapje bij hem in de mand of ik gebruikte zijn warme harige lijf als steun. Ik las hem sprookjes voor en hij hoorde toe. We deelden het bordje pap, later mocht hij aan tafel aanschuiven in het kinderstoeltje waar ik uitgegroeid was. Andere kindjes hadden een kindermeisje en een beer als knuffel, ik had Joe.

dinsdag 15 december 2020

BLOND

 


Tijdens het koken is de keuken no go area voor de blonde labrador Marie. Geen probleem, ze wacht onwankelbaar als een good girl op haar hondenbed dat daarom expres aan de drempel grenst. Geregeld stopt haar bazin haar een appetizer toe in de vorm van een groentje of iets fruitigs. Althans, als ze braaf blijft liggen.

Terug van een winterse wandeling wordt het stoofpotje dat de ganse nacht had staan pruttelen, voor het avondeten opgewarmd. Marie, nog nastomend van het takken sjouwen, zoekt verkoeling op de terracotta plavuizen. De bazin maant haar op het orthopedisch bed te gaan liggen, anders worden de ouwe gewrichten stram. Dat wil de likkebaardende oldtimer pertinent niet. Ze fingeert dat ze het verzoek niet begrijpt en speelt geconditioneerd het ruilspelletje: zij apporteert plenty tennisballen en knuffels in ruil voor een itsy bitsy teeny weeny hapje van de geurige lamsbout. De bazin die voor hetere vuren heeft gestaan, laat zich niet bedotten. ’Doe maar lekker blond Marie’, slaakt ze quasi hoofdschuddend een zucht. Als de belegen blondine mokkend op haar hondenbed is gezonken, moet de overgebleven knuffel het ontgelden.

maandag 14 december 2020

KLEUR BEKENNEN

 

Frêle Fien is een voormalige meutehond die oneervol werd ontslagen door haar Franse jagende patron. Zo kwam ze als adoptiehond in ons land terecht waar ze, pak ‘m beet vijf jaar geleden, liefdevol werd opgenomen door haar huidige eigenaresse. De (weg)lopende chien dreef haar in het begin tot wanhoop: toujours jagen en graven. Die grote gordijnen van oren sloten ongetwijfeld haar gehoorgang af, want luisteren deed Fien niet.

Voor Fini, haar toepasselijke troetelnaam, was het nooit ‘over en uit’. Ze kreeg een sprayband om. Een schot in de roos. Fien leerde dat wanneer ze gehoorzaamde het best bon was om te jagen. Soit, zand erover, want inmiddels is ze bijna 11 en volgzaam.

Fien heeft net als de meeste jagende honden meer belangstelling voor wild dan voor soortgenoten. Voor zwarte honden is ze zelfs bang. À propos: Fien is zelf, op haar wit uitgeslagen onderpoten en snoet na, noir! Op de vraag aan de eigenaresse waarom Fien zwarte honden discrimineert terwijl ze zelf zwart is, antwoordt ze zelf verbaasd: ‘Het was voor mij zo vanzelfsprekend. Ik heb er nooit aan gedacht om haar te vertellen dat ze zwart is.'

zondag 13 december 2020

ROZE WOLK

 

Een jonge moeder duwt een kinderwagen die ze zachtjes op en neer laat deinen. Naast haar huppelt zorgeloos een gespierde witte pup met beige kringen op de flank. Passanten lopen met een boog om het setje heen. De vrouw wordt aangesproken door een goede kennis die tactloos de blije pupperdepup negeert door overdreven luid en aanstellerig tegen de zuigeling te oelepetoelen. 

De man is van het toneel is verdwenen. Wandelaars met hond passeren het dubbele prille geluk. De honden schelden de pup van ‘gevaarlijke komaf’ zonder aanwijsbare aanleiding uit. Is het de geur die hen niet aanstaat, zijn stigmatiserende reputatie die angst inboezemt, of wordt hij afgestraft op de onbevreesde blik die bij soortgenoten de stoppen doet doorslaan? De sullige pup die enkel aardig gevonden wil worden, kijkt onderhand moedeloos. Zou hij voelen dat anderen niets van hem moeten hebben, hem bij voorbaat al afschilderen als vechthond? Voor zijn eigenaresse moet dat op zijn zachts gezegd allesbehalve leuk zijn. Ik hoop dat de pitpup ondanks zijn negatieve ervaringen met de buitenwereld, open en vrolijk blijft. En vooral dat hij de bestaande vooroordelen niet bevestigt door een vechtersmentaliteit te kweken van ‘wacht maar tot ik later groot ben’. Zou jij het hem kwalijk nemen?

zaterdag 12 december 2020

ELFJE


Het aankleden van honden is ooit begonnen. Het zullen de nineties zijn geweest. Ik ben niet zo van het aankleden (en ook niet van kerst), of het moet functioneel zijn. Tiga lag bij de kerstcadeautjes. Katur kreeg  een kerstmuts op zijn hoofd gepland voor de kerstkaart. Skip poseerde in kerstsfeer voor het tijdschrift Hondenmanieren. Dus moet Pop om de traditie in ere te houden er ook aan geloven.

Dat is met een cameraverlegen hond nog niet zo gemakkelijk. Terug van een anderhalf uur durende snuffelwandeling - en een door de lijn op een haartje na close encounter met een eekhoorn - valt ze thuis als een blok in slaap. Met de smartphone in de aanslag zet ik de muts op haar hoofd in de hoop dat ze haar mooie grote poppenogen opent en ik op het exacte moment knip. De list lukt en ze staat er als een lief elfje op.

TARZAN

 

Ik zie de man zo nog voor me: op geruite opapantoffels schuifelend op het trottoir met zijn rood gekuifstrikte Yorkshire Terriër. Langer dan anderhalf decennium kwam ik het verder gesoigneerde gezette heerschap op zijn vaste rondje om het blok, op de hoek van onze straat tegen. Hij, indrukwekkend Goliathpostuur met matching rood nondejuke om zijn nek, torste zijn Yorkie tegen zijn de borstkast. Hij hield de keffende kleine die hij met een stevige hand omvatte, zo hoog dat-ie boven elke hond die ze gingen ontmoeten, uittorende. Tarzan, zoals de hond heette, en zijn baas hielden wel van een dolletje. 

Bij naderende vreemde lui liet de bourgondiër zijn Yorkie vóór de hoek wachten om vervolgens bars te roepen: Tarzan, blijf! Hiermee joeg hij angsthazen en schijterds de stuipen op het lijf. Behoedzame hondeneigenaars die geen confrontatie wensten met een hond wiens naam een imposant postuur deed vermoeden, spoedden zich onnodig naar de overzijde van de straat of keerden om. De Yorkie die zich respectabel waande, speelde maar al te graag het spelletje van zijn baas mee. Want het verrassingseffect was veelal hilarisch: verhitte mensen die een giga gevaarlijke hond verwachtten, zagen zichzelf op de vlucht slaan voor een trippelend onbeduidend geproportioneerd maatje.

vrijdag 11 december 2020

JAN DE BOUVIER


Jan-de-bouvier-hond luidde de verhaspeling in de hoogtijdagen van de bekendste interieurarchitect van Nederland

Haar hele leven had in het teken van ‘boeviers’ gestaan. Dat mijn luid tetterende buuv vanwege haar doofheid volhardde om bouvier niet op zijn Frans uit te spreken had zijn charme. Vanwege haar aanzienlijke leeftijd koos de kwieke tachtigjarige na de dood van haar laatste ‘boevier’ Rudi (naar de slungelige showmaster Rudi Carell) voor een afgedankt asielig hondje. De zevenjarige jachthond had haar leven doorgebracht in een donkere verstikkende voormalige kippenstal van een malafide fokker waar ze het ene na het andere nestje had moeten baren. ‘De draagmoeders hadden zelfs geen namen, ze werden allemaal ‘hond’ genoemd. Kan je je ook niet vergissen’, ‘grapte’ de gladde hondenverkoper. Hij was de enige die lachte. 

Het doodsbange dier kende alleen het stukje gras waar ze amper de kans kreeg om haar behoefte te doen, en haar kille verblijf in het duister. Bij opoe lag ze de godganse dag in de logeerkamer met gesloten gordijnen onder het eenpersoonsbed te bibberen. Zo gauw de zon onderging, werd de hond behoedzaam aan de voorpoten over het zeil onder het bed vandaan getrokken. Omdat de hond op geplaveide stoepen geen stap verzette, droeg ze haar als een baby naar het dichtstbijzijnde grasveldje. Enkel op het groene gazon voelde het arme dier zich voor eventjes vrij. Met al haar hondenervaring, liefde en geduld kon de dame die de geraniumgerechtigde leeftijd allang achter zich had, de hond niet meer overtuigen dat haar nog een beter leven wachtte. De hond die de hel op aarde had gekend, had de hoop allang opgegeven en durfde de ‘hemel op aarde’ niet te aanvaarden. Na meermaals overleg met het asiel eindigde het in een euthanasie.

NIET AAIEN A.U.B.

 

Het blijft apart om te zien hoe volwassen mannen, al dan niet, met een wapperende djellaba - een ruimvallend lang gewaad - naar de overkant van de straat vluchten om te ontsnappen aan de ‘dreigende klauwen’ van mijn aangelijnde golden doodle. Omdat ik in die wijk woon, treffen de praktiserende moslims en ik elkaar geregeld. Je zou denken dat het gros onderhand weet dat mijn hond een lieverd is die bovendien niet naar hen taalt. Een cultuurverschil?

Rond gebedstijd komen twee goedgelovige knulletjes van een jaar of negen net om de hoek van de moskee kijken. De hond en ik botsen bijna tegen ze op. Geschrokken rent de een weg, de ander bevriest en strekt schijterig zijn armen omhoog langs de muur. Kinderen zijn grotendeels het resultaat van hun opvoeding. Toch kon ik het niet laten om een beetje te judassen: ‘Jullie zijn toch niet bang voor zo’n doddige doedel?’ ‘Honden zijn onrein’, sputtert de stoerste van de twee. ‘Oh, maar mijn hond is net gewassen. Dus he-le-maal schoon’, is mijn riposte. Beide knappe krullenbolletjes staan, intussen op veilige afstand, perplex. Daar hebben ze geen antwoord op. Een vriendelijke vader komt erbij om het uitleggen. ‘Ik weet hoe het zit. Ik was benieuwd of de kinderen het snappen’, temper ik zijn enthousiasme. Leven en laten leven. Een ding is zeker: deze vrijdag gaat niemand bekeerd worden.

donderdag 10 december 2020

DALMADOR

 

Vanwege de breed op tv uitgemeten misstanden in de rashondenfokkerij, verkoos ik na het heengaan van mijn hond-met-papieren die een respectabele leeftijd had bereikt, een sterk blenderbeest. Op een zorgeloze zondag strandde ik uiteindelijk met mijn Ford Ka’tje in een Brabants durp. Mijn laatste kans dat weekend, want eerder bezochte van internet afgeplukte adresjes had ik stuk voor stuk van mijn lijstje geschrapt: zogenoemde eenmalige of oeps-nestjes bleken dekmantels voor nietsontziende pupimporteurs. Aan dat dierenleed wilde ik part noch deel hebben. 

Via omzwervingen belandde ik in een ruim opgezette groene nieuwbouwwijk bij de laatste van mijn rijtje. Mollige Macy van drie stond op stevige peuterpootjes in de deuropening. Onder elk van haar worstarmpjes zat een Dalmador pup geklemd die ze mee naar binnen sleepte. Ik mocht volgen en zag dat het teefje een poppenjurkje droeg. Van het reutje waren de nagels felrood gelakt wat gek genoeg prima paste bij de zwart-wit gestippelde sokjes. De overwegend zwarte pups lieten het gehannes met zich welgevallen. De koddige koter pootte de donzige dingen op de bank bij de kwispelstaartende mama Labrador. Ze werd helemaal afgelebberd. Zij knuffelkuste terug. Ja, en dan heb je me. Ik was verkocht. Deze honden kregen genegenheid en aandacht. Misschien waren de mensen een beetje doorgeslagen, maar de honden schenen het gesol gewend te zijn. ‘Dat wordt nog wat’, ratelde de lachende moeder die zich even later verontschuldigend voorstelde. ‘Ze mag maar één pup houden. We hebben ook al twee katten.’ Ze wees naar de knalroze poppenwagen waar twee snorrende poezebeesten ingestopt lagen. ‘Wil je na ons gesprekje paps, de Dalmaat, zien? Dan bel ik even of de buren thuis zijn’, knipoogde ze veelbetekenend.

woensdag 9 december 2020

HERTA EN HEKTOR

Rond het midden van de vorige eeuw droegen (werk)honden kloeke namen droegen Herta en Hektor. Vervaarlijk uitziende beesten zoals Mechelse herders en bouviers sleten hun dagen met het uitvoeren van hun serieuze taak als bewaker - al dan niet aan de ketting of opgesloten in een hok met ren. Doordat ze steevast in weer en wind buiten vertoefden, kweekten ze een dikke (onder)vacht die hen moest beschermen tegen alle weersinvloeden. Grondig vachtonderhoud was er meestal niet bij. Zo nodig werd er een afgedankte borstel gebruikt die goed genoeg was om niet al te zachtzinnig door te vacht te rossen. Hoogstens in de zomer werd de werkhond op de binnenplaats schoongeboend met een emmer sop en afgespoten onder een koude waterstraal uit de brandslang. Daarna verdween hij weer fluks achter de tralies.

De waakhond op het fabrieksterrein een eind verderop werd eenmaal per jaar grondig geplukt. Het was een heel karwei om de voddige vervilte vacht te verwijderen. Wanneer de hond zich teveel krabde omdat hij last had van ongedierte in zijn pels, dan werd er niet al te zuinig een wit poederig bestrijdingsmiddel uit een doosje over de vacht gestrooid. Hektor zou na zo’n behandeling opgelucht moeten zijn, maar we hoorden hem zelfs op afstand, twee volle dagen aanhoudend jammeren door alle commotie en de jeuk die het poeder veroorzaakte. Nee, een onderhoudsvriendelijke APK zat er voor deze honden niet in.

Destijds bestond er zelfs voor de gewone huishond geen uitgebreid assortiment van grooming artikelen. Op hondententoonstellingen zag je wel een hele batterij aan kapsalonproducten zoals hairspray en (haar)verf om zichtbare onwenselijkheden te maskeren. Die hadden als doel om nuffige showexemplaren er zo patent mogelijk uit te laten zien.

Toch waren er indertijd zonder meer welwillende eigenaren die uit het juiste hout gesneden waren. Zo fietsten wij dikwijls op zondagen langs een landgoed waar een witte herdershond de wacht hield. Hij was de goeiigheid zelve, die wel aansloeg wanneer je langskwam maar verder geen kwaad in zin had. De hond zag er altijd 'Piekobello' uit. Behalve wanneer er klein onderhoud werd gepleegd aan de gebouwen. Meerdere malen zagen we hem groen of blauw gevlekt door de verf met de neus vooraan staan. Of hij zag groen van de algen en het eendenkroos na een - door ons vermeende - duik in de aanwezige parkvijver.

Op een dag zagen we dat de hond met een boomzaag werd behandeld. Op het eerste oog een onorthodoxe methode om een dier van zijn beharing te ontdoen. De rentmeester vertelde dat het voortreffelijk werkte. Bovendien scheen de hond het verrukkelijk te vinden werd ons op aanmatigende toon meegedeeld. Nadat hij gereed was en de herder opgetogen in de rondte had gerend, verdween hij met rasse schreden de plantenkas het voormalige koetshuis binnen in. Wij stapten ieder weer op ons stalen ros. Een eind verderop vlogen de plukken wol door de lucht, meegevoerd door de wind.

dinsdag 8 december 2020

VLEKKIE

Een vage kennis laat geen gelegenheid voorbij gaan om te verhalen over wat zich bij een ver familielid in de oorlogsjaren afspeelde. Het betreft hier de enigszins geromantiseerde versie over de legendarische hond Vlekkie, waar we van blijven smullen. Volgens de overlevering ging het zo. In de Hongerwinter van ‘44 stond iedereen op rantsoen en overleven was moeilijk. Veel mensen in de grote stad lieten, uit mededogen, hun hond afmaken zodat deze niet van de honger zou omkomen. De pientere fiksmix waar het hier om handelt ontsprong de dans door te ‘heulen’ met de vijand. Geen tulpenbollen of aardappelschillen voor hem, maar kliekjes van Duitse soldaten.

Elke middag sloop hij onder de kale heg naast het leegstaande kolenhok door, om net voor het donker, weer huiswaarts te keren. Voorheen was het trouwe beest altijd honkvast geweest, maar zijn baas liet hem gaan in de hoop dat hij toch ergens wat maagvulling kon bemachtigen. Dat deed hij, en de hond die voorheen vel over been was, kreeg allengs weer wat spek op de ribben.

Zijn inmiddels nieuwsgierig geworden baas wilde graag weten hoe en waar zijn hond aan proviand kwam en volgde hem bij een volgende gelegenheid op veilige afstand. Het bleek dat zijn fiksmix, in ruil voor stukjes worst of brood, zijn kunstjes vertoonde aan jonge Duitse soldaten die in de buurt gelegerd waren. Vlekkie hield zijn kopje aandoenlijk schuin, en bedelde door kaarsrecht en mooi op te zitten. Ingenieus ving hij alle toegeworpen etenswaar en verdiende hiermee letterlijk zijn brood. Als toegift of uit dankbaarheid wuifde hij met zijn voorpoot. Hij bleef op zijn hoede en echt vertrouwen deed hij de jongens niet. ‘Pootjes geven’ wilde hij niet, terwijl hij dat wel kon. Het was duidelijk dat hij voorzichtig was met te dicht in hun komen. Voor de verveelde soldaten die genoeg te eten hadden, was het een dagelijks verzetje, voor de dappere hond was het levensbelang. Vlekkie overleefde dankzij zijn escapades de oorlog en stierf in de armen van zijn baas op de memorabele leeftijd van twintig jaar.

maandag 7 december 2020

ZIJ GELOOFT IN MIJ

 


We starten in het midden van de route. Pop wil rechts afslaan, wij links. Op de hondenhei wisselen we om en om van start en finish. Op deze Maaslocatie gaan we altijd naar links, omdat Pop rechts altijd verdwijnt. Rechts wonen de konijnen en de vossen. Pop pompompomt. Ze wacht tot wij afgeleid zijn. Die gelegenheid doet zich voor als Lex de corgi voor een knuffel komt. Pop peert 'm. Wat een surprise (niet echt). We volgen haar in ons eigen tempo. Op de tracker: 40, 80, 120, 200, 300 meter vooruit. 

Eer wij bij de 300 meter belanden, heeft zij er alweer 80 bij gerend. 80 wordt 60. Het stopt. Pop zit vast in de bramenlianen. Ik bevrijd haar en ze loopt met me mee naar links. Even niet opletten en ze is weer op het punt van de 300. Ze is goed te sturen en omdat ze het zo leuk vindt, krijgt ze nog een keer het heen en weer. 


On route naar het bruggetje escorteer ik haar op de waterkant. Dat weet ze te waarderen. Ze trippelt in mijn kielzog. Verdacht. Ik praat aan een stuk door over allerlei spannends wat we tegenkomen om haar aandacht te blijven vangen en dirigeer haar struinpaadjes in. Bij mijn 'Goed zo!' krijgt ze argwaan. Ze verwacht een koekje en bevestiging aan de lijn. Haar blik dwaalt naar rechts. Ik corrigeer meteen: 'Nee, nee, ik ben gewoon trots op je. Je hoeft niet aan de lijn.' Ze  vertrouwt en gelooft me, die credits heb ik toch maar mooi opgebouwd. 

Voor het bruggetje draaien we om, zo kunnen de voor Pop vriendelijke ridgebacks met elkaar blijven spelen. Pop pakt voor de poort een stok en gaat er op het natte gras op liggen kauwen. Puur uitstel. We stellen ons strategisch op, zodat ze net voor de poort niet terug gaat naar rechts. Pop is het met ons eens dat zij best meegaand was en wij haar aardig tegemoetgekomen zijn. Mak en tevreden geeft ze zich gewonnen.


zondag 6 december 2020

JUFFROUW STIP - MISS DOTTIE


Pop on her waiting dot patiently waiting for the boss to get the groceries out of the car. We saw Bella in The Hunters waiting in the same way. No wiggling and running towards people you know/love. The NBS waits for his or her cuddle. Or until you call.



Juffrouw Stip wacht geduldig op het baasje tot hij de boodschappen uit de auto heeft gehaald. We zagen Bella in de serie The Hunters op dezelfde manier wachten. Geen staartzwaaiend blij geren naar de deur als de baas binnenkomt. Nee, de NBS laat de baas tot zich komen (of je moet het haar vragen).



zaterdag 5 december 2020

JUMPING AT THE WOODSIDE


Houthakkers zijn bezig geweest in Pops favoriete dennenbos. Nu is het nog spannender!

Loggers have been busy in Pop's favorite pine forest. Now it's even more exciting!




vrijdag 4 december 2020

BOB & BONO

 

Twee ouwe snoepers frequenteren hetzelfde hondenstrand ten zuiden van paal 37 als wij. Het zijn Bob en Bono die erg op ons gesteld zijn. Daarmee bedoel ik niet de filantropische weldoeners Bob Geldof (ooit frontman van The Boomtown Rats) en de activistische Paul David Hewson (beter bekend als Bono, de leadzanger van U2), maar het duo labradors dat naar hen vernoemd is. 

Ze staarten onze kant op. Grijzende Bob heeft zijn koekje al binnen als de vlassige Bono zich eindelijk meldt. Zo te zien beweegt de laatste al minder stram. ‘Dat komt door de medicatie. We mogen langzaam afbouwen en hopen dat hij dan niet terugvalt’, aldus zijn hondenmoeder. Bono heeft al een tijdje last van zijn rug en we zijn benieuwd of er over de oorzaak en de behandeling al meer bekend is. ‘De röntgenfoto’s wezen niets uit. De symptomen wijzen in de richting van spit.’ 

Terwijl zijn bazin het relaas opdist, laat Bono zich een zalige pro bono nekmassage welgevallen. Met dichtgeknepen ogen leunt hij tegen mijn dijbeen. Als we uitverhaald zijn, gaat ieder zijns weegs. Tot groot ongenoegen van Bono. Die blijft in tweespalt achter. Met zijn best buddy mee naar huis of met ons. Zij roept: ‘Koekje!’ Wij zwaaien gedag. Bono blijft verdeeld zitten. Pas als wij de pier opgaan en het vrouwtje een stipje aan de horizon is, wint het koekje.

donderdag 3 december 2020

WOLF OF WILDERNESS

De sappige Wolf of wilderness brokjes die Pop 's middags smakelijk wegkauwt, krijgt ze stuk voor stuk aangereikt door haar persoonlijke lakei: het baasje. Baasje is werken. Op het juiste tijdstip gaat het voeralarm af. Pop vroeg vier minuten eerder al beleefd om haar eten. 

Ik ben volop aan het werk en doe de brokjes voor haar in een doosje. Kan ze lekker bezig zijn, was de idee erachter. Van het moment suprême had ik een foto moeten maken. Prinses Pops lieftallige snuitje spreekt boekdelen: moet ik zelf mijn voer uitpakken en alleen opeten? Ik loop naar een andere kamer om te kijken wat ze doet. Met een hautain gezicht bekijkt ze vanaf  de bank misprijzend naar het doosje brokjes. Ik besluit haar toch te voeren. Een vreugdedansje. 

Als alles opperdepop is, verstop ik een onweerstaanbaar knabbeltje in het doosje. Tegen heug en meug verscheurt ze het doosje. Niet als een gretige Wolf of wilderness, maar uit pure gif dat ze zoveel moeite moet doen. En ik moet dat vooral zien en horen. Hondenhumor.

GELEGENHEIDSDIEF

 

Basset Rodney mag elke zaterdagochtend de stinksokken en vuile kniekousen naar de wasmachine brengen. Een gewild klusje waarbij het intussen traditie is om er eentje achter te houden. Die sleept de bandiet mee naar zijn bunker. Zijn lederbruine bazin, een opgeruimde huisvrouw, had net een nieuw paar op de markt gekocht. Vrijwel meteen waren de sokken kwijt. De ene lag, zoals verwacht, in zijn bench. De andere bleef onvindbaar. Na een uitvoerige zoektocht - huis en tuin werden binnenstebuiten gekeerd - kon ze niet anders dan concluderen dat de sok per ongeluk met de verpakkingen van alle aankopen in de afvalbak was beland. Het zij zo. Ze was echt niet van plan haar handen vuil te maken voor een koopje. 

In de resterende sok stopte ze de tennisbal waar Rodney zo graag buiten op sabbelt. Omdat de vasthoudende basset de kwijlebal niet wil loslaten als hij naar binnenkomt, werd de sok die voortaan single door het leven moest, om de bal gestroopt. Zo had ze meer kans om de bal terug te winnen. Na een maand was de sopsok versleten. Terwijl zij in de sokkenlade zocht naar een afdankertje, hobbelde Rodney naar de meterkast. Hij duwde met zijn slanke slobbersnuit de deur open en rommelde en stommelde wat. Triomfantelijk troonde hij de spoorloos verdwenen sok mee naar de slaapkamer. De basset had dus al die tijd gewoon geweten waar de sok lag, maar had zijn geheime verstopplaats nooit eerder prijs willen geven.

woensdag 2 december 2020

VEELPLEGER

 

Basset Rosalie is sokverslaafd. Haar baas, een gezette ongehuwde provinciaal, leidde een huishouden van Jan Steen. Rosalie maakte handig misbruik van de ontbrekende netheid om een verzameling aan te leggen. Ze stal sokken uit de deurdichte wasmachine, kieperde telkens de wasbox om en opende met het grootste gemak de deur van de linnenkast om sokken uit het mandje op het middelste schap te vissen. Verdwaalde sokken onder het bed, of bovenop de droger? De klimmende en buikschuivende Basset is geen hindernis te hoog of te laag. Uniek en, je zou denken, onmogelijk voor dit ras. Op haar collectie herensokken zou menigeen jaloers zijn geweest. Zou, want tegenwoordig stopt haar sloddervossende baas die ondanks dat hij goed in de slappe was zit, alle seizoenen zijn pootjes blootsvoets in de schoenen. Een offer dat hij graag brengt nadat Rosalie meer dan eens, door verzuimen op te ruimen, op de snijtafel van de dierenarts belandde. Want Rosalie spaarde niet alleen sokken, haar lievelingsexemplaren foefelde de fetisjiste in haar eigen kluis. Met andere woorden: ze at de sokken op. Dat sokken niet voor consumptie bestemd zijn en operatief uit het darmstelsel verwijderd moeten worden, laat zich raden. Standjes, een goed gesprek, eenzame opsluiting als de baas van huis is, Rosalie was immuun voor alle argumenten. Ze leerde er niet van en vond steeds allerlei manieren om bij de later ordentelijk weggeborgen sokken te komen. Nu zoekt de Basset die met afkickverschijnselen kampt nog een vervangende bezigheid. Iemand?