Waren
gezelschapshonden vroeger anders? Tegenwoordig zou je het niet in je hoofd
halen een kind maar één tel alleen te laten met een hond. Uit het oogpunt van
kind én hond. Het is onverstandig om erop te vertrouwen dat je hond zich niet
met het kind bemoeit. Net zoals je onwetend van het feit bent of je eigen vlees
en bloed rare dingen uithaalt met de hond. Een hond hoeft niet oneindig alles
toe te laten; iedereen heeft zijn grens. Ik kan me nog goed een krantenbericht
voor de geest halen van knutselende kinderen die de flaporen van hun hond aan
elkaar hadden geniet.
Manlief
en ik hebben huisje-boompje-baby-beestje voor ogen. We zijn van mening dat
dieren je leven aanvullen en dat kinderen er empathischer door worden. We
willen dolgraag een hond, maar wachten liever tot de kinderen wat ouder zijn.
Voorlopig doen we het met de bejaarde Sjaak Russell van opa die meekomt als
mijn ouders bij ons thuis oppassen als wij beiden buiten de deur werken.
Het
gebeurde in een onbewaakt ogenblik. Oma was met ons zoontje die vanwege de
mazelen niet naar de crèche mocht, op het toilet. Mijn vader nam de rinkelende
telefoon die in de keuken lag, op. Onze jongste spruit lag in de woonkamer op
een speelkleed op de grond. De oude Sjaak lag zoals gewoonlijk diep in slaap op
het wollen tapijt tegen de bank aangeschurkt. Mijn vader liet onmiddellijk de
telefoon uit zijn hand vallen toen hij schaterend geluid hoorde. Het bleek dat
onze baby van acht maanden besloten had om die dag te gaan tijgeren. En wel
richting Sjaak. Wie nou wie getackeld had, zal nooit worden opgehelderd. Feit
was dat de oude terriër, plots frisky, en een van plezier kraaiende
baby in een innige omhelzing verstrengeld over elkaar heen gebuiteld op de
parketvloer lagen.