Ooit schreef collega Elian Hattinga van 't Sant een reeks artikelen over apporteren in het tijdschrift Hondenmanieren met de titel: apporteren kun je leren. Katur en Skip hadden geen handleiding nodig. Pop is geenszins van plan zich te laten 'drillen'. Heel geraffineerd, want als je eenmaal apporteren kan, word je voor van alles en nog wat gevraagd te werken. Zoeken, oppakken, terugbrengen en loslaten. De losse onderdelen heeft ze onder de knie, voor het combineren van het totaalpakket is Aaipoes gewoon te lui. Voertjes inzetten als motivatie is aan Pop niet besteed, haar dagrantsoen krijgt ze toch wel binnen ... en anders vangt ze een extra muisje.
Wat Pop op eigen houtje heeft verzonnen, is 's avonds voor het slapengaan een pluche beest uit de speelgoedmand in de achterkamer mee de trap opslepen. We vragen ons nog steeds of wanneer dit is ontstaan en waardoor. Soms legt ze het dier op bed, soms stranden de beestjes voor het trapje naar haar bedje. Zij heeft niet net als kinderen, één favoriet. Waar ze op sorteert is ons niet duidelijk: lag dat dier gewoon bovenop in de speelgoedmand, is het een nieuw beestje, hebben we de naam van het dier (toevallig) genoemd in een gesprek, is het om te piepen, is het extra zacht om haar kin op te laten rusten of heeft ze knuffelondersteuning nodig?
Na ongeveer een week maakt ze van het dierenrijtje een rommeltje. Het is haar manier om te vragen of de dieren weer naar hun eigen verblijf terug kunnen. Behalve haar puppy fox neem Ik neem ze allemaal mee naar beneden. De avond erop start de verhuizing overnieuw. Op de foto de favorieten van deze week. Zoals gezegd, kan dat volgende week weer heel anders zijn, want het is elke keer een verrassing welk beest verkozen wordt.