Het was een flink eind tippelen naar de
kern van het dorp. Daar aangekomen besloot ik om een momentje uit te rusten en nam plaats op het houten bankje rondom de oude eik. De hond vlijde zich aan mijn
voeten. Een struise dame van vergevorderde leeftijd passeerde ons en keek
vertederend naar de hond. Ze stopte en aaide hem. ‘Lang geleden had ik ook zo’n
lieve hond, maar nu ben ik daar te oud voor’, sprak ze.
Ze vroeg of ze even mocht aanschuiven.
Voordat ik überhaupt antwoord kon geven, zat ze al keuvelend naast me. Ze bleek
een kleurrijk verhalenvertelster te zijn. Vroeger had ze in het
zuiden van het land een dorpscafé bestiert. Een stamgast had op een dag een
boerenfox gevonden en die meegebracht. Hij kon haar zelf niet houden. ‘Laat het
beestje maar hier’, had ze gezegd. ‘Ik vind er vast wel iemand voor.’
Het tonnetjesronde hondje zorgde in het
drukke etablissement voor extra gemoedelijkheid. ‘Ik raakte al rap aan haar
verknocht en noemde het aanhalerige teefje: Trixi. We hadden nooit tijd om haar
uit te laten. Dus glipte ze geregeld met een vertrekkende bezoeker mee naar
buiten. Meestal bleef ze kort weg, die uitzonderlijke keer verdween ze een hele
nacht. Aanvankelijk hadden we helemaal niet in de gaten dat er een bevalling
aanstaande zou zijn. Totdat ik, zo’n twee maanden later, diep in de nacht mijn
bed opzocht. Daar lag ze met een flink aantal pas gebaarde hondjes in alle
maten en kleuren die, zo te zien, nooit van een en dezelfde vader konden zijn.
De hele zoogtijd wilde ze niet verplaatst worden en heb ik op een matras langs
het bed geslapen. Op het moment dat de pups groot genoeg waren, hebben we ze
met mand en al in het café verpatst. Ze gingen als warme broodjes over de
toog.’
‘Trixi raakte later nog een keer drachtig en daarvan hebben we er zelf eentje gehouden voor als zij er niet meer zou zijn. We noemden haar Antonia; een verbastering van de heilige Antonius. Antonia was het evenbeeld van haar moeder plus dito in doen en laten, daarom werd haar roepnaam al snel Tonneke. De hele geschiedenis herhaalde zich van voren af aan. Ach ja, toen ging dat allemaal anders’, zuchtte ze weemoedig. Ze sprong pardoes op, bedankte me voor het gezellige gesprek en liet ons beduusd achter …