Onze
interieurverzorgster deed haar werk voortreffelijk, maar ze lamenteerde
voortdurend waardoor eigenlijk niemand haar serieus nam.
Totdat ze een rashondje nam. Met haar had ze grootse plannen. Alle aandacht die
men nooit aan haar geschonken had, zou de Cairn Terriër wel krijgen. In eerste
instantie vonden we het heel fijn voor haar dat ze een uitlaatklep had gevonden, totdat er al snel akelige zaken gingen spelen. Na de eerste show waar de hond
zich slechts kwalificeerde voor een G, was ze hevig teleurgesteld. Vastberaden,
bijna obsessief, om van haar Cairntje een kampioen te maken, moest het arme hondje
een operatie aan haar staartje ondergaan. Met het staartje was qua gezondheid
niets mis, maar volgens de keurmeester stond het in een vreemde boog.
Bij een
volgende tentoonstelling kreeg het hondje weer een G. Ook het tweede keuringsrapport was keihard. Om aan het
gedroomde schoonheidsideaal te voldoen, bezocht ze wederom een vaag adresje waar
het staartje door een kwakzalver opnieuw gebroken en gespalkt werd. De
ijdeltuiterij liep uit op een deceptie. Dit hondje zou nooit aan de gewenste
rasstandaard voldoen, luidde het vernietigende commentaar. In plaats van gewoon te
genieten van haar inmiddels bedeesde hondje, kon het beestje vanaf die tijd in haar
ogen niets meer goed doen. Sprak ze voorheen nog liefdevol over haar en was ze
altijd bezig om haar mooi te maken, nu werd er lelijk tegen haar gedaan en werd
ze verwaarloosd.
Hier neemt het leven een onverwachte wending. Onze poets kreeg een trieste diagnose: bij haar was een nare ziekte geconstateerd. Ze leek
opgelucht, nu ze wist dat ze iets mankeerde en daardoor volop in de belangstelling stond. Onomwonden gaf ze toe dat het
hondje stante pede weg moest. De driejarige Cairn Terriër belandde diezelfde
dag nog bij mensen die niets om uiterlijkheden gaven en waar ze helemaal
zichzelf mocht zijn. Na enkele weken was het dankbare ‘krijgertje’ levendig
genoeg om kattenkwaad uit te halen; haar getroebleerde verleden had ze helemaal achter
zich gelaten.